Studiedag: Hoe gezond is onze Noordzee? – donderdag 24 mei in Oostende

Gaan zeevogels en windmolens samen? Zijn vervuilende stoffen een probleem in onze Noordzee? Groeien er oesters in de grindbedden?….

Dit en nog véél meer werd de voorbije jaren onderzocht, om zo een beeld te krijgen van de huidige toestand van het marien milieu en de mogelijke problemen. Op deze studiedag krijg je een overzicht van alle nieuwe onderzoeksresultaten.

Deze nieuwe gegevens werden verzameld in het kader van de kaderrichtlijn Mariene Strategie die alle Europese landen verplicht om in 2018 een rapport te publiceren over de toestand van hun zee. Bovendien moeten de definitie van goede milieutoestand en de milieudoelen afgestemd worden met de nieuw verworven wetenschappelijke kennis en de bijkomende richtlijnen van de Europese Commissie.

De studiedag wordt aangeboden als een inleiding tot, en kennismaking met, de nieuwe ontwerprapporten voor de Belgische Mariene Strategie. Van 15 mei tot 15 juli vindt er een openbare raadpleging plaats over die rapporten.

 

Programma

10u00
| Verwelkoming door moderator Kathy Belpaeme

| Inleiding en doelstelling van de dag: Wat brengt de Mariene Strategie ons?

| Nieuwe onderzoeksrapporten over de Belgische mariene wateren: Hoe zijn deze tot stand gekomen?

| Algemeen overzicht: In vogelvlucht de monitoringsresultaten voor alle elementen van de strategie.

| Focus op biodiversiteit: Hoe staat het met het dierenleven in zachte en op harde substraten en met de zeevogels?

| Vraagstelling

11u15
| Koffiepauze

11u45
| Wat is de huidige mate van verstoring? Een toelichting over zeebodemintegriteit, hydrografische condities, eutrofiëring en vervuilende stoffen.

| Vraagstelling

| Natura 2000 en de relatie met de Mariene Strategie

| Afronding: Hoe gaan we verder en wat kunnen jullie doen?

13u00
| Broodjeslunch

 

Inschrijven

Deelname is gratis, maar inschrijven is verplicht en kan via deze link of via het nummer 0471/783053 tot uiterlijk 17 mei.

Er is een veiligheidscontrole om toegang te krijgen tot de marinebasis. Hiervoor zijn wij verplicht uw identiteitskaartnummer te vragen. Omdat deze controle aan de ingang van de basis wel wat tijd in beslag kan nemen, is het aangewezen tijdig aanwezig te zijn. Zo mis je niets van het evenement.

OPGELET: enkele voordrachten worden in het Frans gegeven.

 

Wegbeschrijving

Locatie: Belgian-Netherlands Naval Mine Warfare School, gebouw blok R, 3e en 23ste Linieregimentsplein, 8400 Oostende.

De locatie is eenvoudig te bereiken via fiets en openbaar vervoer: vanaf het station en de tramhalte is het slechts 5 minuten wandelen.

Indien u met de wagen komt vindt u hier de routebeschrijving.

Op de marinebasis is parking voorzien. Wij herinneren u er graag aan dat het doorgeven van uw nummerplaat verplicht is indien u gebruik wenst te maken van deze parking.

Gelieve deze uitnodiging te verspreiden naar alle mogelijk geïnteresseerden in uw netwerk.

Openbare consultatie voor maritiem innovatie en ontwikkelingsplatform

De POM West-Vlaanderen heeft op 19 januari 2018 een aanvraag ingediend tot het verkrijgen van een milieuvergunning voor de exploitatie van een maritiem innovatie en ontwikkelingsplatform op circa 500 meter voor de kust van Oostende (zie kaart). Het project omvat de exploitatie van dit platform tot 2033.

De aanvraag, het milieu-effectenrapport en de niet-technische samenvatting kunnen geconsulteerd worden tussen 9 maart en 7 april 2018, alle werkdagen van 9u tot 17u in de burelen van de BMM (Gulledelle 100, 1200 Brussel, 4e verdieping, zaal 431, contactpersoon: mevrouw Mia Devolder, 02/773.21.27, mdevolder@naturalsciences.be), of, uitsluitend op afspraak, in de burelen van de BMM in Oostende (3de en 23ste Linieregimentsplein, 8400 Oostende, contactpersoon: de heer Jan Haelters, 059/24 20 55. jhaelters@naturalsciences.be).

De documenten zijn eveneens digitaal beschikbaar :

Aanvraag

Milieu-effectenrapport

De geïnteresseerden kunnen hun standpunten, opmerkingen en bezwaren tot en met 23 april 2018 indienen, door middel van een aangetekend schrijven aan BMM, Mia Devolder, Gulledelle 100, 1200 Brussel.

De aanvraag kan ook geconsulteerd worden bij de gemeentebesturen van iedere kustgemeente tijdens werkdagen, mits voorafgaandelijke contactname.

Gemeentebesturen

Milieueffecten van windparken op zee in België

Om de ecologische impact van windparken op zee op te volgen, coördineert ons instituut een uitgebreid programma dat de milieueffecten in kaart brengt. Dit is sinds 2008 volledig operationeel. Een nieuw rapport dat de recentste resultaten beschrijft, is vanaf heden beschikbaar.

Vanaf 2016 zijn 232 windturbines operationeel in het Belgisch deel van de Noordzee, met een gezamenlijke capaciteit van 870 Megawatt. Om de nationale doelstelling van de productie van 13% hernieuwbare elektriciteit tegen 2020 te bereiken, wordt een toename van het aantal windturbines in dit gebied tot circa 500 stuks gepland. Samen zullen deze een capaciteit hebben van 2200 Megawatt, wat tot 10% van de totale elektriciteitsbehoefte van België dekt. Met 238 km² gereserveerd voor offshore windparken in Belgische wateren, en 344 km² in het aangrenzende Nederlandse Borssele-gebied, zijn ecologische gevolgen onvermijdelijk.

Cover van het nieuwe monitoringrapport (Beeld KBIN)

Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen coördineert de monitoring van de milieueffecten van windparken op zee, en legt zich zelf in het bijzonder toe op hydro-geomorfologie, onderwatergeluid, ongewervelde dieren van harde substraten, radardetectie van (zee)vogels, en zeezoogdieren. Voor ongewervelden van zachte substraten, vissen en zeevogels, vertrouwt het programma op de aanvullende expertise van de Universiteit Gent, het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) en het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO).

Door de omvang van het gebied en de veelheid aan disciplines blijft de uitgebreide monitoring van het ecosysteem in de windparken een grote uitdaging. Er wordt nauw op toegekeken dat de wetenschappelijke opvolging zich vooral toespitst op de disciplines die de meest relevante informatie voor het beheer opleveren. Ook om onderscheid te maken tussen natuurlijke variabiliteit en de door de mens geïnduceerde veranderingen, wordt het programma doorlopend geoptimaliseerd.

Het nationale onderzoeksschip Belgica speelt een grote rol bij de monitoring van de milieueffecten van windparken (Foto Jorn Urbain/Belgian Navy)

Enkele opmerkelijke resultaten uit het nieuwe rapport

Aantallen, dichtheden en biomassa van ongewervelde dieren en vissen die leven op of in associatie met de zeebodem: de resultaten geven aan dat het zachte sediment-ecosysteem tussen de turbines (op afstanden > 200 m) vijf tot zes jaar na de constructie niet ingrijpend veranderd is, en dat de soortengemeenschappen binnen de offshore windparken voornamelijk gestructureerd worden door temporele variabiliteit op grotere ruimtelijke schalen (bijv. temperatuurschommelingen, hydrodynamische veranderingen, planktonbloei). Schol (= pladijs) lijkt echter positief te worden beïnvloed door de windparken op zee. Dit kan mogelijk verband houden met een lokaal toegenomen voedselbeschikbaarheid, en/of de uitsluiting van visserij binnen de windparken.

Biodiversiteit van natuurlijke harde substraten (bv. grindbedden) versus kunstmatige substraten (bv. turbinefunderingen en erosiebescherming): aangezien natuurlijke harde substraten een veel hoger aantal soorten en ook meer unieke soorten blijken te huisvesten dan de kunstmatige substraten, lijkt het erop dat kunstmatige harde substraten niet kunnen dienen als volwaardige alternatieven voor het verlies van natuurlijke harde substraten.

Onderzoek naar het effect van heigeluid op kabeljauw (Foto Annelies De Backer/ILVO)

Invloed van onderwatergeluid veroorzaakt door heiwerkzaamheden op vissen en zeezoogdieren (heien is het in de grond inbrengen van de funderingen): in een experiment met gekooide kabeljauwen detecteerden de wetenschappers een sterke toename van zwemblaasletsels naarmate men zich dichter bij de geluidsbron bevindt. Bovendien werden na het heien veel interne bloedingen en een hoge mate van abnormaal zwemgedrag waargenomen, allemaal aanwijzingen voor een lagere overlevingskans op langere termijn. Met de huidige geluidslimieten die van toepassing zijn in de Belgische wateren, kunnen negatieve effecten van dit type onderwatergeluid bij vissen optreden tot een afstand van 750 m van de hei-locatie. Tijdens het heien nam verder ook het aantal keren dat de bruinvis werd opgemerkt af met tot 75%, en dit effect was meetbaar tot 20 kilometer vanaf de hei-locatie. Tegelijkertijd verdubbelde het aantal detecties van bruinvis op grotere afstanden, wat mogelijk te wijten is aan het ontvluchten van het onderwatergeluid door deze dieren.

Grote mantelmeeuw in offshore windpark (Foto Nicolas Vanermen/INBO)

Aanwezigheid en gedrag van vogels: voor vier soorten werd aangetoond dat ze het windpark op de Thorntonbank vermijden (Jan-van-gent, dwergmeeuw, drieteenmeeuw en zeekoet), terwijl drie andere (grote mantelmeeuw, zilvermeeuw en grote stern) erdoor aangetrokken bleken te worden. Een voortgezette studie van de waargenomen verschuivingen in het gedrag van sommige soorten (bijv. afname van de tijd die vliegend wordt doorgebracht, voedsel zoeken in de begroeiing op de funderingen) kan een nieuw licht werpen op het risico op aanvaringen van grote meeuwen met windturbines. Verder is ook bekend dat grote aantallen zangvogels over zee migreren. Aangezien eventuele aanvaringsslachtoffers onder water verdwijnen en dus niet kunnen worden geteld, wordt een vogelradar gebruikt om de migratiepatronen te ontrafelen. In de toekomst zullen de geregistreerde resultaten worden geanalyseerd met een verklarend model en zal het aanvaringsrisico ook voor dergelijke vogels worden geschat.

Grijze zeehond versus mens

Tijdens de voorbije weken verschenen onheilspellende berichten in de pers over grijze zeehonden die zwemmers ‘zullen’ aanvallen aan onze kust. Enige nuance is op zijn plaats.

Grijze zeehond, 23 januari 2007 (copyright KBIN)

Wie de voorbije weken de media volgde kon er niet buiten: kranten, websites en nieuwsprogramma’s op TV en radio waarschuwden voor grijze zeehonden, die werden afgebeeld als moordzuchtige wezens die onze stranden en kustwateren onveilig maken en zich weldra ook aan badgasten zullen vergrijpen.

Aanleiding was het artikel in La Dernière Heure (DH) « Il va y avoir des attaques de phoques en Belgique » (woensdag 9 aug), op basis van een interview met onze wetenschapscommunicator Kelle Moreau. Ook op de voorpagina van de krant klonk het al ongenuanceerd en alarmistisch: « Alerte aux phoques tueurs à la côte belge ». Het Laatste Nieuws (HLN) nam het bericht over (« Zeehonden zullen zwemmers aan kust aanvallen »), zij het in sterk afgeslankte vorm waarin vooral de sensatie overblijft. Vervolgens werd de ongelukkige boodschap veelvuldig verder verspreid, zowel door de Franstalige als de Nederlandstalige pers.

Grijze zeehond en een hond die te dichtbij mag komen, 14 maart 2017 (copyright Roland François)

We willen een en ander nuanceren :

Inhoudelijk zou de bijdrage in La Dernière Heure gaan over de strandingen van zeezoogdieren en zeldzame vissen op de Vlaamse stranden in 2016. Predatie van grijze zeehond op bruinvis wordt hier aangehaald als één van de oorzaken van sterfte bij bruinvissen, en in dit verband werd in de marge van het interview gevraagd of kan worden uitgesloten dat ooit een mens zal worden aangevallen door de grijze zeehond. Onze wetenschapscommunicator antwoordde dat dit niet kan worden uitgesloten, maar dat het in dergelijke gevallen niet zozeer om een uiting van agressie of poging tot predatie zou gaan, maar eerder om ongelukken ten gevolge van « verstoring » (van een rustend dier op het strand, een moeder met jong, …), « verwarring » (foeragerend dier in troebel water kan een mens misschien voor iets anders aanzien?) of zelfs van speels gedrag. Grijze zeehonden hebben nu eenmaal ferme tanden en klauwen, en zijn grote en sterke dieren, die bij interactie met een mens makkelijk verwondingen kunnen veroorzaken. Maar onze biologen zijn van mening dat de kans op een dergelijke interactie met een grijze zeehond in onze wateren heel klein blijft (maar bestaat), en dat paniek onnodig is. We moeten zeker niet wegblijven van zee en strand, en de grijze zeehond is absoluut niet ongewenst aan onze kust. De enige boodschap is dat we ons moeten realiseren dat de grijze zeehond een predator is, dat we gezond respect voor deze dieren moeten hebben, en ze best met rust laten.

Grijze zeehond en zwemmer (copyright Diederik D’Hert)

Dat grijze zeehonden bruinvissen op het menu hebben staan, werd trouwens ook door onderzoekers van ons instituut aangetoond. Zo spoelden in 2011 aan onze kust enkele bruinvissen aan met verwondingen die na analyse door grijze zeehonden veroorzaakt bleken te zijn. Dit nieuws werd aanvankelijk op groot ongeloof onthaald. Pas na bevestiging door analyses van buitenlandse wetenschappers, werd dit nieuwe gegeven algemeen aanvaard.

Jaarrapport strandingen 2016

In het kader van de uitvoering van het Koninklijk Besluit betreffende de soortenbescherming in de Belgische nationale wateren, wordt jaarlijks een rapport opgesteld dat een overzicht geeft van strandingen en waarnemingen van zeezoogdieren in België.

Het nieuwe rapport (download op http://www.marinemammals.be/reports) geeft een overzicht van strandingen en waarnemingen van zeezoogdieren en opmerkelijke vissen in België in 2016. Daarnaast worden ook de resultaten van het onderzoek naar de doodsoorzaak van aangespoelde dieren besproken, wordt ingegaan op de revalidatie en vrijlating van opgevangen dieren, en wordt het onderzoek naar de invloed van offshore windmolenparken op de bruinvis kort voorgesteld.

De meest opmerkelijke stranding van 2016 was ongetwijfeld die van een narwal, een dier uit het Noordpoolgebied dat bijna 70 jaar geleden voor het laatst in de Noordzee opgemerkt was. Daarnaast werden twee bultruggen gezien, en spoelden een reuzenhaai en twee maanvissen aan.

Het aantal strandingen van de inheemse bruinvis was met 137 dieren opnieuw zeer hoog. De belangrijkste doodsoorzaken waren incidentele vangst en predatie door de grijze zeehond. Bruinvissen bleken tijdens de installatie van offshore windturbines een gebied tot 20 km afstand te vermijden.

Witsnuitdolfijnen werden slechts op één dag gemeld, in tegenstelling tot tuimelaars die opnieuw regelmatigere gasten waren, en waarvan er in april ook één aanspoelde. Enkele dagen later spoelde een sterk ontbonden dolfijn aan langs de Schelde. De soort kon niet meer worden bepaald.

Het aantal aangespoelde dode of stervende zeehonden was gelijk aan het aantal in de voorbije jaren: zes gewone, 11 grijze en 12 niet tot op soort geïdentificeerde zeehonden. SEA LIFE Blankenberge verzorgde een recordaantal dieren: 15 grijze en 24 gewone zeehonden, waaronder een albino dier. Maar liefst 12 grijze en 20 gewone zeehonden konden na revalidatie weer in vrijheid worden gesteld.

Toezicht op zwaveluitstoot door schepen: binnenkort over ganse Noordzee?

In het eerder dit jaar verschenen Activiteitenrapport 2016 van ons programma van luchttoezicht boven zee werd de aankoop gemeld van een nieuw instrument, een zgn. sniffer-sensor, dat de BMM in staat stelt om met het toezichtsvliegtuig de zwaveluitstoot van schepen op zee te monitoren.

Deze nieuwe “zwavelmonitoringsvluchten” van de BMM werden opgestart in het kader van het Europese pilootproject ‘CompMon’, met als doel bij te dragen aan de handhaving van de strenge zwavelemissienormen vastgelegd in Bijlage VI aan het internationale MARPOL 73/78 Verdrag en de Europese Zwavelrichtlijn. De inperking van de zwaveluitstoot door schepen betreft immers een Europese topprioriteit, voor diverse belangrijke volksgezondheids- en milieuredenen (fijn stof, zure regen, en klimaatsverandering).

In 2016 heeft de BMM zo van meer dan 1300 schepen de zwaveluitstoot gemeten op zee, en werden bij 120 daarvan (= ca. 10%) verdachte zwavelwaarden vastgesteld. Deze verdachte waarnemingen werden systematisch naar de Belgische haveninspectiediensten van het Directoraat-Generaal voor de Scheepvaart gerapporteerd voor verdere opvolging aan wal – waar nodig in samenwerking met andere havenautoriteiten in het kader van het Europese ‘Port State Control’ netwerk.

De resultaten en ervaringen voortvloeiend uit deze vluchten werden eind mei 2017 in Noorwegen voorgesteld en besproken op de jaarlijkse vergadering van OTSOPA, de technische werkgroep van het Bonn Akkoord. Dit regionale akkoord regelt de samenwerking tussen Noordzeelanden, en de Europese Unie, ter voorkoming en bestrijding van de zeeverontreiniging door schepen. Onder dit akkoord werd begin de jaren ’90 ook het luchttoezicht boven de Noordzee opgestart, dat initieel vooral was bedoeld om de olielozingen door schepen een halt toe te roepen.

Volgend op de voorstelling door de BMM van de opmerkelijke resultaten van de zwavelmonitoringsvluchten boven zee, heeft OTSOPA beslist om een voorstel uit te werken tot uibreiding van deze zwavelmonitoringsoperaties over de ganse Noordzee, gecoördineerd op niveau van het Bonn Akkoord. Dit OTSOPA-voorstel zal later dit jaar ter goedkeuring worden voorgelegd op de vergadering van de Contracterende Partijen van het Bonn Akkoord.

Begin mei 2017 had de BMM dezelfde zwavelmonitoringsresultaten ook al toegelicht op de jaarlijkse vergadering van het Noordzee-Netwerk van Procureurs en Politiediensten (NSN), die van de vervolging van zwaveluitstoot-inbreuken een prioriteit heeft gemaakt.

Met deze internationale inspanningen vervult ons land momenteel een ware voortrekkersrol terzake. Ondertussen gaat de BMM onverminderd door met zwavelmonitoringsvluchten boven zee.

Staatssecretaris voor Noordzee Philippe De Backer reageert bijzonder positief: “België doet met deze controles pionierswerk. Het helpt ons om het Belgische deel van de Noordzee schoon te houden. Ook internationaal wordt dat opgemerkt. Daarom is het goed dat deze controles op de ganse Noordzee uitgerold worden.

Terug naar het noorden!

De eerste twee Kleine Zwanen die vorige zomer in de toendra van Yamal met een GPS-zender werden uitgerust, hebben in de afgelopen dagen hun overwinteringsgebied verlaten. Zij zaten erg afgelegen van de anderen, nl. … 8000 km !

De eerste zwaan die de noordelijke route terug heeft genomen is het volwassen vrouwtje 832X. Ze verliet het Poyangmeer (zuidoost China) op 03/03/2016. Zij kwam op 25/11/2015 in de regio aan en heeft achtereenvolgens de meren Sai Hu, Longhu en Longgan bezocht. Zij is dus in totaal 99 dagen in de streek van de Yangtze-rivier gebleven voor ze terugkeerde in de richting van de broedgebieden in het noorden.

Cygnes de Bewick hivernat dans la région du Lac Poyang, 29/11/2014 (photo Didier Vangeluwe)
Kleine Zwanen overwinterende in de regio van het Poyangmeer, 29/11/2014 (foto Didier Vangeluwe).

Tussen 03/03/2016 en 07/03/2016, heeft 832X 1400 km naar het noord-noord-oosten gevlogen met een maximale snelheid van 215 km in 3 uur. Sindsdien zit ze op de Gele Rivier in het district van Donghan, 250 km van de grens met Mongolië. Dit is precies waar 865X, een andere Kleine Zwaan van de toendra van Yamal die in de regio van het Poyangmeer heeft overwinterd, tijdens de vorige herfsttrek voor enkele weken was gestopt.

De tweede Kleine Zwaan die aan de voorjaarstrek is begonnen, is 854X. Het is een mannetje in zijn tweede winter, die ons (na jaren van vragen!) de route naar de Evros Delta heeft aangeduid. 854X is op 12/12/2015 in de Evros aangekomen.

Zone d'hivernage du Cygne de Bewick 854X dans le Delta de l'Evros, à la frontière entre la Grèce et la Turquie.
Overwinteringsgebied (12/12/2015 tem 07/03/2016) van Kleine Zwaan 854X in de Evros Delta, aan de grens tussen Grienklenland en Turkije.

Na 86 dagen van heen en weer vliegen tussen Griekenland en Turkije (de rivier Evros maakt de grens tussen de twee landen), vloog 854X in de late namiddag van 07/03/2016 in noordoostelijke richting. In een 12 uur ononderbroken durende vlucht, en een piek van 265 km in 3 uur, vloog 854X over de Zwarte Zee in een bijna rechte lijn. In de ochtend van 08/03/2016 landde hij in het natuurreservaat Chernomorsky, net ten oosten van de baai van Tendra, Oekraïne.

Twaalf uur later vertrok hij, opnieuw in oostelijke richting, voor een vlucht van maximaal drie uur. Tegen de avond, landde 854X op zee, op een paar km van de Golf van Khorli, een site waar in de zomer duizenden Knobbelzwanen komen ruien.

Les golfes de Khorli accueillent en été plusieurs milleirs de Cygnes tuberculés en mue flightless (photo Didier Vangeluwe).
De Golf van Khorli verwelkomt in de zomer duizenden Knobbelzwanen in rui, 01/08/2009 (foto Didier Vangeluwe).

Tijdens de nacht, suggereren de GPS posities dat 854X 11 km naar het oosten is afgedreven. Bij dageraad op 09/03/2016, gaat hij op weg voor een korte vlucht van 90 km, die leidde tot de prachtige hypersaline lagunes van Sivash, ten noorden van Krim. Hij verbleef er vier dagen en werd verschillende keren in akkergebieden dicht bij de lagunes gelokaliseerd. Hoogst waarschijnlijk was hij daar aan het eten.

Les lagunes hyper salines de Sivash sont un site de halte primordial des limicoles en migration prénuptiale, (photo Didier Vangeluwe).
854X stopte tussen de 09/03/2016 en 13/03/2013 in de hypersaline van Sivash. Deze lagunes zijn een belangrijke verzamelplaatst voor steltlopers tijdens de voorjaarstrek, 26/07/2008 (foto Didier Vangeluwe).

854X hervatte dan zijn route in de richting van het oosten voor een vlucht van ongeveer 40 km. Nieuwe stop ’s nachts, maar deze keer in de Zee van Azov. Vanmorgen, 14/03/2016, hervatte opnieuw 854X zijn vlucht kort na 05:00u (lokale tijd) steeds naar het oosten. Zes uur later werd hij op 290 km meer naar het oosten gelokaliseerd, waarschijnlijk tijdens de vlucht. Op dit ogenblik was 854X dicht bij de liman van Beisug waar hij tijdens de herfstrek 51 dagen, voor zijn aankomst in de Evros Delta, was gestopt. Zal hij ook deze keer op deze site stoppen, of zal hij verder naar het oosten en dus Rusland en later Kazachstan vliegen?

Wordt vervolgd!

Kleine Zwaan met gele halsband en Dwergganzen

10 februari, 06:50, zoals elke ochtend begint het observeren van de zwanen bij de slaapplaats bij zonsopgang. Duizenden zwanen, voornamelijk Kleine Zwanen, verzamelden om veilig de nacht in de moerassen van Dimitriades door te brengen. De vogels verspreiden zich over 1 km; dit is een zeer indrukwekkend zicht!

The roosting flock extends on 1 km, 03/02/2016 (photo Didier Vangeluwe).
De slaapplaatst van Kleine Zwaan op de moerassen van Dimitriades verspreidt zich op 1 km, 03/02/2016 (foto Didier Vangeluwe).

De meeste zwanen zwemmen in ondiep water, een minderheid staat op het overstroomde wad. De contacten tussen de individuen zijn intens; buiten het broedseizoen zijn de zwanen zeer sociale vogels. Ze roepen voortdurend op een zeer melodieuze manier die het hoogtepunt bereikt bij het opvliegen. Kleine groepen volgen elkaar met een regelmatig interval op.

08:03, twee families Kleine Zwanen vliegen uit vanuit de zuidwestelijke hoek van de plas. Daardoor geven ze zicht op een andere kleine groep. Hij is er! De Kleine Zwaan met de gele halsband die 5 dagen geleden werd gezien. Maar op dat moment kon de code die op de halsband gegraveerd was, niet worden gelezen. Er is vandaag echt minder wind en de afstand is slechts 400 meter. Het zou moeten lukken! Na een paar minuten observeren met een 70x zoomtelescoop, is de code van 4 tekens duidelijk te lezen! Geen twijfel meer, het is een Kleine Zwaan die in Nederland geringd werd. Het invoeren van de code op het webplatform geese.org, dat de aflezing van de gegevens van zwanen en ganzen in Europa compileert, maakt het mogelijk om zijn oorsprong te kennen. Deze Kleine Zwaan werd op 26/12/2014 in Noord-Brabant, in de buurt van de stad s’Hertogenbosch geringd. Kort na het ringen, verliet hij deze streek om in België, 50 km meer zuidwestelijk, in het noorden van de provincie Antwerpen, te gaan overwinteren. Hij bleef daar tot 01/03/2015. Dan werd hij op 31/03/2015 in Litouwen waargenomen, op weg naar Siberië. En de olgende winter, het is dus in griekeland dat deze Kleine Zwaan word terug gezien.

The Bewick's Swan with yellow nexkband marked on 26/12/2014 in the Netherlands, 10/028/2016 (photo Didier Vangeluwe).
De code van de gele halsband werd vandaag ontcijfert: deze Kleine Zwaan werd op 26/12/2014 in de Nederland geringd, 10/02/2016 (foto Didier Vangeluwe).

Sinds 1997, is dit de derde Kleine Zwaan die geringd werd in Nederland en die we in de Evros Delta hebben teruggevonden. De vorige keer was op 19/02/2010. Is dit een nieuwe indicatie van het feit dat de Kleine Zwanen die normaal in de regio van de Noordzee overwinteren, nu naar deze streek komen? Maar als dat het geval zou zijn (3 waarnemingen maken niet mogelijk om conclusies te trekken) waarom gebeurt dit ​​dergelijk fenomeen? Wat gebeurt er in Nederland dat maakt dat e Kleine Zwanen er niet willen blijven? Niemand weet het…

Volgend doel van de dag is het gedrag van Dwerganzen observeren, een andere bedreigde vogelsoort die ook in de Evros Delta overwintert.

A Lesser white-fronted Goose wintering among the Greater white-fronted Geese, 11/02/2016 (photo Didier Vangeluwe).
Een Dwerggans tussen de overwinterende Kolganzen in de Evros Delta, 11/02/2016 (foto Didier Vangeluwe).

Ornithologen van het Forest Research Institute van Thessaloniki , een partner van het studieprogramma over de Kleine Zwaan, bestuderen hun dieet door het analyseren van de celfragmenten van planten gevonden in de uitwerpselen in het moeras Dimitriades. Wat een onderzoek!

De foerageergebieden van 854X

Doel van de dag: het identificeren van het type van foerageergebieden van 854X, de “getuige-Kleine Zwaan” uitgerust met een GPS-zender in te toendra van Siberië.

De al verzonden gegevens wijzen erop dat 854X uitsluitend in het Turkse deel van de Evros Delta foerageert. De reden is simpel: 99% van dit gebied is bedekt met rijstvelden. Op de Turkse zijde werden de natuurlijke habitats, die de uitzonderlijke biodiversiteit van het Griekse deel van de Delta maken, volledig verwoest. Op een satellietkaart is alles duidelijk: ten oosten van de rivier is alles diepgroen gekleurd, het zijn de rijstvelden. In het westen is er een patchwork van kleuren in alle vormen en alle maten. Op het Griekse deel zijn er natuurlijk ook gebieden die gecultiveerd worden, maar niet zo intens.

Satellite vieuw of the Evros Delta. The border between the Greece and Turkey follow the stream.
Satellietkaart van de Evros Delta. De grens tussen Griekenland en Turkije volgt de rivier. Rijstmonocultuur predomineert in het Turkse deel van de Delta.

In Turkije ligt een deel van de rijstvelden volledig droog, de rijststoppels links zijn in eindeloze voren te zien. Een ander deel ligt gedeeltelijk onder water, de bodem van de groeven word gevuld met water, waarschijnlijk ten gevolge van de regen van de afgelopen weken. Een derde deel ligt volledig onder water en vormt meren van meerdere vierkante km. Het is op deze ondergelopen velden dat de meeste zwanen zitten. Een deel van het gebied kon nog niet worden onderzocht omdat het onder militaire controle is.

De meeste zwanen komen voor in 4 grote groepen van 1500-4000 individuen. Kleine groepen met enkele tientallen tot een paar honderd zwanen komen hier en daar verspreid voor. De grote groepen bestaan ​​uit drie soorten zwanen: Knobbels, Kleine en Wilde Zwaan. De zwanen storten zich op de wortels van de rijstplanten die afgelopen voorjaar werden geplant. Alle sites waar 854X werd gezien, en die konden worden onderzocht, zijn inderdaad volledig ondergelopen rijstvelden.

Rice stubbles in Turkey: the essential feeding grounds of Bewick's Swan wintering in the Evros Delta, 09/02/2016 (photo Didier Vangeluwe).
Rijststoppels zijn in eindeloze voren te zien. Dat is de essentiele voedsel van de Kleine Zwanen die in het Turkse deel van de Evros Delta overwinteren, 09/02/2016 (foto Didier Vangeluwe).

Behalve zwanen zijn er vrijwel geen andere vogels in dit deel van de Delta. Dit is waarschijnlijk het gevolg van het verdwijnen van de natuurlijke habitats en rijstmonocultuur. Maar zeker ook de schuld van een jachtdruk die erg belangrijk lijkt: op elk rijstveld zijn jachthutten en lege patronen zijn met honderden tegelijk op de grond te vinden. Om 14:45 vinden we hem, in het midden van een groep van 2700 zwanen die eten in een volledig overstroomd rijstveld, in de buurt van het dorp Enes. 854X is voorzichtig zijn verenkleed schoon te maken.

 

854X in sight in Turkey, 09/02/2016 (photo Didier Vangeluwe).
854X op de foerageergebieden in Turkije, 09/02/2016 (foto Didier Vangeluwe).

We hebben gelukt want gisteren was hij nog 26 km noordelijker, in de buurt van het dorpje Ipsala. Het is precies 179 dagen geleden sinds we hem zagen aan de monding van de rivier Yuribey aan de oevers van de Noordelijke IJszee.

De ene dag is de andere niet

Maandag 8 februari. Het vriest hier op de grens tussen Europa en Turkije. Vogels werden de hele dag geteld in het Evros Delta Nationaal Park: watervogels – zwanen, ganzen, eenden, steltlopers en meeuwen – en overwinterende roofvogels. Zo werden twee Zeearenden, twee Keizerarenden, een twintigtal Bastaardarenden, een zestigtal Buizerds en evenveel Bruine Kiekendieven, één Slechtvalk, een vijftiental Torenvalken, een twaalftal Sperwers gespot. En geen spoor meer van de twee Ruigpootbuizerds die we eergisteren zagen.

Deux Aigles criards posés sur un tamarix dans les marais de Dimitriades, 04/12/2005 (photo Didier Vangeluwe)
Twee Bastaardarenden in het moerasgebied van Dimitriades, 04/12/2005 (foto Didier Vangeluwe).

Maar we zijn nog altijd vooral op zoek naar Kleine Zwanen. Om 16.00 uur arriveerden ze op hun slaapplaats en konden ze goed waargenomen worden vanaf de dam tussen de lagune van Drana en het Dimitriades-moeras. Zeven knobbelzwanen dobberden slaperig in het midden van het water terwijl vrijdag op die plek nog tot 8.500 zwanen (van drie verschillende soorten) kwamen slapen. Er was geen beweging tot rond 17.15 uur, het moment waarop de jonge Keizersarend, die we ’s ochtends al hadden waargenomen, over het gebied vloog in de richting van zijn slaapplek in de Loutros-heuvels. 17.30 uur, aankomst van de eerste 8 Kleine Zwanen. De volgende 12 arriveren om 17.35 uur. 17.46 uur: het regent Rosse Casarca’s. 17.58 uur: een groep van 28 Kleine Zwanen komt langzaam tot rust op het water. 18.08 uur: het is volledig donker dus we stoppen de telling. 48 Kleine Zwanen in totaal. Gisteren waren ze nog met z’n 1.240, eergisteren met 1.400 en vorige vrijdag met 8.400! Zijn de Kleine Zwanen die overwinteren in de Evros Delta begonnen met hun voorjaarstrek naar de toendra van Siberië?

De gegevens van 854X, die tijdens een expeditie in Yamal (Rusland) werd uitgerust met een GPS-zendertje, geven meer inzicht in het verschil in aantal. Zijn positie om 02.00 uur ’s morgens laat zien dat er in de Evros Delta meer dan één slaapplaats is. Tussen 12 december 2015, de dag van zijn aankomst in Griekenland, en 12 januari 2016, had 854X 8 verschillende slaapplaatsen: 4 in Griekenland en 4 in Turkije. Tijdens de eerste maand, sliep hij 23 keer in Griekenland en 8 keer in Turkije. Er is dus per nacht een duidelijke variatie in de verdeling van de zwanen over de slaapplaatsen. Waarom weten we niet, maar het weer een belangrijke rol moet spelen. Dit is één uitleg voor de variaties in de tellingen.

Localisation (étoiles) des sites de dortoir du Cygne de Bewick 854X équipé d'un émetteur GPS; le point rouge indique le dortoir des marais de Dimitriades, (carte Nicolas Pierrard).
Localisatie (sterren) van de slaapplaatsen tijdens de periode 12/12/2015-12/01/2016 van de Kleine Zwaan met een GPS zender uitgerust. De slaapplaatst van het moerasgebied is in rood aangeduid, (kaart Nicolas Pierrard).

Een andere parameter is de timing van het vertrek uit de foerageergebieden. GPS-locaties van 854X en veldwaarnemingen wijzen erop dat de vogels vrijwel uitsluitend foerageren in het Turkse deel van de Delta. De komende dagen gaan we die foerageergebieden bezoeken.

Vandaag was 854X nog in Turkije om 19.00 uur. Om 18.10 uur was de zon al onder, dus is hij in het donker op de slaapplaats aangekomen. Hij werd dus niet geteld. Gisteren, 7 februari, werd 854X om 19.00 uur 7 km ten oosten van de slaapplaats aan het moeras van Dimitriades gelokaliseerd. Hij was hoogstwaarschijnlijk in vlucht op dat moment. Eergisteren was hij nog in Turkije om 18.00 uur en in Dimitriades om 19:00 uur. Hij keerde eerder terug, maar kwam toch in het donker aan. Op 5 februari is het verhaal al bekend: 854X en duizenden soortgenoten zijn de hele dag in de slaapplaats gebleven. Ze zijn helemaal niet gaan foerageren. Maar dat hielp niet om de kleine zwaan met de opmerkelijke gele halsband terug te vinden.