Zeezoogdieren in België in 2021

In het nieuwe rapport Strandingen en waarnemingen van zeezoogdieren in België in 2021 compileren het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, SeaLife Blankenberge en de Universiteit van Luik de resultaten van de monitoring en het wetenschappelijk onderzoek naar zeezoogdieren in België in 2021. De verdubbeling van het aantal dood aangespoelde zeehonden, veelal omgekomen in visnetten, was de meest opmerkelijke bevinding.

Welke dode of stervende zeezoogdieren spoelden aan op onze stranden? Welke doodsoorzaken konden worden aangewezen? Wat zijn de trends van zeezoogdieren in België? Hoeveel zeehonden heeft Sealife opgevangen? Dit zijn de vragen waarop men de antwoorden kan vinden in het nieuwste zeezoogdieren-rapport, dat de focus legt op de resultaten uit 2021.

Enkele van de zeehonden met een typisch circulair nek/koptrauma (links: Oostende, 6 april; midden: Oostduinkerke, 20 maart; rechts: Lombardsijde, 12 april 2021). © NorthSealTeam – Brandweer

Veel dode zeehonden

In 2021 strandden in België enkel Bruinvissen en zeehonden. Een saai jaar voor zeezoogdieren-onderzoekers na een spectaculair 2020, toen twee Gewone Spitssnuitdolfijnen en een Dwergvinvis aanspoelden? Zeker niet. Het aantal dode zeehonden verdubbelde immers tot meer dan 100, ten opzichte van een nagenoeg constant aantal in de periode 2018-2020 (gemiddeld 44). Het achterhalen van de doodsoorzaak bleek een echte uitdaging. Aangezien veel van de dode zeehonden ‘onthoofd’ leken, ontstond veel commotie en speculatie. Uiteindelijk bleek dat veel van de betrokken dieren waren gestorven in visnetten. Van de Grijze zeehond, die pas recenter dan de Gewone zeehond zijn plaats in de zuidelijke Noordzee opeist, schommelt het aandeel in de zeehondenstrandingen tijdens de laatste 10 jaren tussen de helft en ongeveer 70 %.

Het aantal dood of stervend gestrande zeehonden (blauwe balkjes) stijgt reeds sinds het begin van de tijdsreeks in 2005, en hangt samen met de populatie-toename van Gewone en Grijze zeehonden in onze buurlanden. De verdubbeling in 2021 kan hierdoor echter niet verklaard worden. Het percentage Grijze Zeehonden (oranje lijn) schommelt de laatste jaren binnen dezelfde marge van 50 à 70 %. ©KBIN

Bruinvissen

Met 74 dood aangespoelde bruinvissen was 2021 een eerder gematigd jaar. In 10 van de jaren sinds 2005 waren het er meer (in vier jaren zelfs meer dan 100), in de zes overige jaren minder. Van 30 bruinvissen kon de doodsoorzaak worden vastgesteld: 15 vielen ten prooi aan Grijze zeehonden (en dat is opvallend veel), 12 stierven door infectieziekten of verhongering en ‘slechts’ 3 verdronken in visnetten.

De tijdsreeks van de jaarlijkse aantallen geregis-treerde strandingen van Bruin-vissen (blauwe balkjes) laat toe om 2021 als een gematig jaar te bestempelen in vergelijking met de jaren sinds 2005. Doorgaans betroffen iets meer dan de helft van de dode Bruinvissen mannetjes (oranje lijn), maar dat aandeel is de laatste jaren gemiddeld toegenomen. ©KBIN

Verder strandden ook vier levende Bruinvissen, die allen jammer genoeg snel na de stranding stierven. Lucht-surveys toonden aan dat in onze wateren bijna 3.000 Bruinvissen aanwezig waren in juni en september.

Een levend gestrande Bruinvis op het strand van Mariakerke (30 augustus 2021). ©KBIN/Jan Haelters

Opvang van zeehonden

Sealife Blankenberge heeft in 2021 acht Grijze en 10 Gewone zeehonden opgevangen. Bijtwonden (van ongekende origine), verwondingen veroorzaakt door het nylon touw van een visnet, en ander afval op zee (rubberen ring), lagen aan de basis van de nood aan opvang. Zes Grijze en zeven Gewone zeehonden konden in 2021 worden vrijgelaten. In tegenstelling tot in het verleden laat men jonge Grijze zeehonden nu veel vaker gewoon op het strand liggen: het zijn er intussen steeds meer en de diertjes hebben onze hulp meestal niet nodig.

De vrijlating van Grijze zeehonden Lucas en Duvel op het strand van Blankenberge (28 april 2021). Duvel (rechts) had bij zijn opvang drie weken eerder een zware verwonding rond de nek, veroorzaakt door het nylon touw van een visnet. De sporen daarvan zijn nog zichtbaar. ©Luc David

Kaderstukken

Het jaarrapport wijdt verder aandacht aan de dood van Grijze zeehond Oscar. Deze hoogbejaarde zeehond bracht zijn laatste jaren aan onze kust door, en groeide in 2021 uit tot de mascotte van de vrijwillige zeehondenbewaking en kon ook op veel persaandacht rekenen. Ook de solitaire Tuimelaar, die al vele jaren met de regelmaat van de klok in onze wateren opduikt en vaak het gezelschap van duikers opzoekt, passeert de revue.

2021 markeerde de 75ste verjaardag van de Internationale Walvisvaartcommissie. Of er een reden is om de champagne boven te halen, leest u in een opiniestukje.

Alle zeezoogdieren genieten in België wettelijke bescherming. Het opvolgen van de populaties en het onderzoek naar verklaringen voor de geobserveerde trends, waarvoor het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen als verantwoordelijke overheidsdienst werd aangeduid, kaderen in de uitvoering van het Koninklijk Besluit betreffende de soortenbescherming in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, waarbij onder meer de afspraken gemaakt binnen de Kustwacht worden gevolgd. Ook het onderzoek naar de gezondheidstoestand en doodsoorzaken is een verplichting aangegaan in internationale afspraken, die ons bovendien veel leert over de toestand van het mariene milieu. De monitoring en het wetenschappelijk onderzoek naar zeezoogdieren zijn echter enkel mogelijk dankzij de steun van de lokale nood- en controlediensten en het enthousiasme en de meldingsbereidheid van vele waarnemers.

Voor informatie over recente waarnemingen van zeezoogdieren in België en instructies over wat te doen bij strandingen kan je terecht op de website marinemammals.be. Het volledige rapport over 2021, alsook de oudere jaarrapporten, kunnen hier worden geraadpleegd.