In de ochtend van zondag 7 juni 2020 werd de politie van Middelkerke gecontacteerd naar aanleiding van de stranding van een levende jonge bruinvis (Phocoena phocoena). Ook experten van het KBIN gingen ter plaatse en constateerden dat het om een recent geboren individu ging, een vrouwtje met een lengte van 82 cm. Niet enkel de beperkte lengte wijst op een zeer jong dier, ook de foetale vouwen op de flanken en de haren op de snuit zijn kenmerken die enkel bij ‘neonaten’ worden aangetroffen. Foetale vouwen zijn het gevolg van het feit dat walvisachtigen in de baarmoeder dorso-lateraal gebogen liggen, en de haren op de snuit herinneren eraan dat het zoogdieren zijn. Beide kenmerken verdwijnen snel na de geboorte.
Bruinvissen van een dergelijk jonge leeftijd zijn voor de volle 100 procent afhankelijk van hun moeder, het is onmogelijk om ze zonder die moeder in een opvangcentrum in leven te houden. Na overleg met de gespecialiseerde dierenartsen van Sea Life Blankenberge en het Boudewijn Seapark van Brugge werd dan ook beslist om het dier terug in zee te plaatsen. Een politieagent en een KBIN-expert hadden meerdere pogingen nodig om de bruinvis voorbij de branding te krijgen zonder dat deze snel weer terugkeerde richting strand.
Ook al was het terugplaatsen de enige optie, de betrokkenen wisten dat het overleven van het dier geenszins gegarandeerd was. De jonge bruinvis was immers al erg verzwakt, er kon niet met zekerheid een moeder in de buurt worden vastgesteld, en ook de sterke branding bemoeilijkte een mogelijke hereniging van moeder en kind. De vrees werd bewaarheid: op maandag 8 juni 2020 werd de jonge bruinvis dood op het strand teruggevonden.