België in de frontlinie tegen luchtverontreiniging door schepen op de Noordzee

Deskundigenworkshop MARPOL bijlage VI, februari 2021

Van 2 tot en met 5 februari 2021 is een deskundigenworkshop gehouden met het oog op de ontwikkeling van een gemeenschappelijke strategie en operationele procedures voor de monitoring van luchtemissies door schepen in het gebied van de Grote Noordzee. De workshop werd voorgezeten door Ronny Schallier van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) en werd afgesloten met een reeks aanbevelingen die verder zullen worden onderzocht. Een veelbelovende start!

Het Kustwachtvliegtuig van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (BMM) ©KBIN/BMM

Verontreiniging door scheepvaart moet internationaal worden aangepakt

Het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (MARPOL) is een verdrag van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en vormt het belangrijkste mechanisme ter voorkoming van verontreiniging van het mariene milieu door schepen als gevolg van operationele of accidentele oorzaken. In zes bijlagen zijn regels opgenomen voor de preventie van verschillende soorten verontreiniging. De bijlagen I tot en met V hebben betrekking op verschillende stoffen die rechtstreeks door schepen in het water kunnen worden geloosd (olie, andere schadelijke vloeistoffen, schadelijke stoffen in verpakte vorm, afvalwater en vuilnis), terwijl bijlage VI betrekking heeft op luchtverontreiniging door schepen.

Op regionale schaal werken tien landen rond de Noordzee en haar wijdere toegangswegen, samen met de Europese Unie, aan de aanpak van de verontreiniging van de Noordzee door schepen in het kader van het Bonn Akkoord. Preventie, paraatheid en bestrijding staan op de agenda. Het werkterrein van dit akkoord is onlangs uitgebreid met het toezicht op MARPOL bijlage VI, wat de ontwikkeling van een opvolgingsstrategie voor de gehele regio impliceert.

De weg naar geharmoniseerde en gecoördineerde monitoring

Op 2-5 februari 2021 hebben meer dan 60 deskundigen van de ondertekenende partijen van het Bonn Akkoord deelgenomen aan de workshop, samen met de voorzitter van het North Sea Network van Onderzoekers en Aanklagers en vertegenwoordigers van andere regionale overeenkomsten. De plenaire zitting werd voorgezeten door Ronny Schallier van de Belgische Wetenschappelijke Dienst BMM (Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee, onderdeel van KBIN; deskundigen Ward Van Roy en Kobe Scheldeman van het BMM-luchttoezichteam waren ook medeorganisator van de vergadering) en er werden vier parallelle break-out groepen georganiseerd om de juridische, operationele en wetenschappelijke kwesties in verband met de controle en handhaving van MARPOL bijlage VI te bespreken. Namens België leverde ook DG Scheepvaart (FOD Mobiliteit en Vervoer) een waardevolle bijdrage, waarin de juridische context en de rol van haveninspecties werden toegelicht.

Het gebruik van de verschillende platformen en sensoren voor de monitoring van zwaveloxiden (SOx) en stikstofoxiden (NOx) in de emissies van schepen werd overwogen, samen met regionale opvolgingsprogramma’s en het gebruik van de middelen van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) om de regionale samenwerking te stimuleren. De workshop werd afgesloten met een reeks aanbevelingen die verder moeten worden onderzocht door een strategische en operationele werkgroep en een technische werkgroep onder de paraplu van de belangrijkste technische werkgroep van de overeenkomst, OTSOPA.

“Zwaveloxiden en stikstofoxiden in de emissies van schepen hebben niet alleen een aanzienlijke invloed op het milieu, maar zijn ook belangrijke veroorzakers van fijne stofdeeltjes en vormen een ernstig probleem voor de volksgezondheid. Deze workshop kan worden beschouwd als een succesvolle start van een gecoördineerde, doeltreffende controle op de naleving van de strenge internationale normen voor scheepsemissies op de Noordzee”, aldus Ronny Schallier. “In de strijd tegen luchtverontreiniging door schepen zullen de 10 landen van het Bonn Akkoord en de EU gezamenlijk verschillende platformen (vliegtuigen, drones, vaste meetstations) en innovatieve sensoren inzetten in het hele Noordzeegebied, van de Golf van Biskaje tot de Schotse en Noorse wateren. In deze gezamenlijke inspanning zal het Kustwachtvliegtuig van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (BMM) een belangrijke voortrekkersrol blijven spelen.”