Deelname van het Belgische luchttoezicht aan de monitoring van chemicaliën tijdens Franse MANIFESTS Sea Trials en monitoring van scheepsemissies aan de ECA grens

Van 30 mei tot 2 juni heeft het Belgische luchttoezichtvliegtuig een internationale zending uitgevoerd naar Bretagne in Frankrijk. Het vliegtuig is eigendom van en wordt beheerd door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), en wordt in België veelvuldig ingezet in het kader van de Kustwacht. Ook internationale missies staan op de agenda. Het doel van deze zending was tweeledig: het vliegtuig nam deel aan een internationale oefening voor de detectie van chemische verontreiniging en controleerde met de sniffer sensor de luchtuitstoot van schepen aan de grens van de Emission Control Area (ECA) op de navolging van de internationale emissieregelgeving die is vastgelegd in de zogenaamde MARPOL Annex VI .

Panoramisch beeld van één van de experimentele chemische vlekken die tijdens de missie op zee werden geloosd om de detectiecapaciteit van de deelnemende vliegende eenheden te bestuderen en verder te ontwikkelen.

MANIFESTS Sea Trials

In tegenstelling tot de steeds minder frequent vastgestelde vervuiling door olie neemt de vervuiling door andere chemische stoffen op zee gestaag toe. Als gevolg van het toenemend transport van chemische producten met tankers, en de complexe internationale wetgeving (MARPOL Annex II) die lozingen van bepaalde stoffen toelaat onder specifieke voorwaarden, vertoont de impact van chemische vervuiling op het mariene milieu dus ook een stijgende trend.

De variatie van getransporteerde chemicaliën is groot, wat heel wat uitdagingen creëert voor de overheden die verantwoordelijk zijn voor monitoring en handhaving. Onder andere de detectie en identificatie van chemicaliën op het zeeoppervlak door luchteenheden is bijzonder complex. Daarnaast is er nog onvoldoende kennis over het gedrag van verschillende chemicaliën op zee, wat de modelering van de drift van deze verontreinigingen in de tijd en de ruimte bemoeilijkt.

Het project MANIFESTS (MANaging risks and Impacts From Evaporating and gaseous Substances To population Safety) probeert aan deze uitdagingen een antwoord te bieden. Voor dit project werden de voornaamste categorieën van getransporteerde chemicaliën geïdentificeerd. Verschillende sensoren werden getest op hun capaciteiten om verschillende stoffen te identificeren.  Dit werd eerst in een laboratoriumomgeving gedaan, maar de ultieme test was een oefening op zee waarbij sensoren op schepen en op vliegende eenheden werden uitgeprobeerd. De klemtoon lag hierbij op sterk evaporerende stoffen.

Vanop het schip ‘SAPEUR’ werden gedurende 2 dagen verschillende chemische stoffen (in beperkte hoeveelheden) gecontroleerd geloosd op de testlocatie nabij Brest.

Tijdens de oefening op zee werden verschillende stoffen geloosd op zee (in beperkte hoeveelheid), waarna ze door verschillende vliegende eenheden werden geobserveerd. Het Belgische kustwachtvliegtuig was één van vier vliegtuigen die bij de oefening werden ingezet, naast de Spaanse en Franse kustwachtvliegtuigen en een onderzoeksvliegtuig van het Franse Office National d’Etudes et de Recherches Aérospatiales (ONERA). De kustwachtvliegtuigen werden voornamelijk gebruikt voor de kartering van de vlek voor de modelering, de detectie via radar en infrarood. Het vliegtuig van ONERA werd uitgerust met 2 hyperspectraalsensoren die speciaal ontwikkeld zijn voor de detectie van chemicaliën zowel op het wateroppervlak als in de atmosfeer (gaswolken).

Vlek van een chemisch product achter de SAPEUR, waargenomen vanuit het Belgische kustwachtvliegtuig.

De oefening op zee is goed verlopen en het Belgische kustwachtvliegtuig heeft een constructieve bijdrage kunnen leveren aan het verzamelen van de veldgegevens. Het is nu verder aan de wetenschappers om de modellen op punt te stellen en om de sensors te optimaliseren zodat lozingen van chemicaliën in de toekomst beter gemonitord kunnen worden.

Het KBIN (Marine Forecasting Centre – MFC) is betrokken partner bij het MANIFESTS project. Het Instituut staat hierbij vooral in voor de verdere ontwikkeling van mathematische modellen die de drift en het gedrag van andere schadelijke stoffen dan olie (zogenaamde HNS – Hazardous and Noxious Substances) kunnen simuleren, waarbij de kennishiaten van interne modellen wordt gereduceerd door implementatie van de nieuw opgedane kennis over evaporatie-, vuur- en explosieprocessen van gassen en evaporatoren, en waarbij een grondige onderlinge vergelijkings- en validatie-oefening van modellen wordt uitgevoerd om de sterktes en zwaktes beter te begrijpen. Verder draagt het KBIN ondermeer bij aan de ontwikkeling van een beslissingsondersteunend systeem (decision-support system of DSS; proof of concept) die nuttige informatie zoals modelsimulaties, een HNS database, kwetsbaarheidskaarten, enz. moet integreren met als doel het crisisbeheer van HNS-incidenten door bevoegde maritieme diensten vlotter te laten verlopen.

Infrarood beeld van een chemische vlek.

Monitoring van scheepsemissies aan de ECA grens

De MANIFESTS Sea Trials vonden plaats net ten westen van Brest, in Franse wateren. Aangezien dit ook de zone is waar de ECA grens zich bevindt, waar schepen moeten overschakelen naar laagzwavelige brandstoffen wanneer ze het gebied binnenvaren, werd gekozen om de deelname van het Belgische Kustwachtvliegtuig aan de MANIFESTS-oefening te combineren met een controle op overtredingen van de internationale regelgeving voor scheepsemissies. In totaal werden tijdens de zending 62 schepen gecontroleerd. 18 hiervan bevonden zich in de directe omgeving van de ECA-grens, de andere vaartuigen werden waargenomen op de heen- en terugweg van en naar Bretagne. Van de 18 schepen op de grens toonden zes verdachte zwavelwaarden, terwijl twee vaartuigen een hoge NOx uitstoot hadden. Eén vaartuig werd waargenomen met zowel een hoge NOx uitstoot als een hoog zwavelgehalte in zijn brandstof. Niet alle waarnemingen betreffen overtredingen aangezien sommige vaartuigen net buiten de ECA waargenomen werden, maar hoogst waarschijnlijk was hun uitstoot tijdens het laatste deel van hun passage in de ECA reeds boven de limiet.  Een meer gedetailleerde analyse dient nog te worden uitgevoerd, maar uit deze preliminaire resultaten blijkt duidelijk dat meer controle aan de ECA grens erg nuttig kan zijn voor de verbetering van de MARPOL Annex VI handhaving. België trekt op dit vlak al jaren aan de internationale kar en probeert hier dan ook een draagvlak voor te creëren bij andere Noordzeekuststaten, in kader van het Bonn Akkoord. Eén van de Belgische voorstellen is om samen intensieve controlecampagnes te organiseren aan de ECA-grens. Deze zending kan alvast als interessante voorbeeldstudie dienen om het belang van dit soort campagnes aan te tonen.

Emissies naar de lucht van een containerschip.