Nadat Witsnuitdolfijnen in het begin van de 21e eeuw frequenter in de Belgische wateren werden waargenomen werd de soort recent lokaal weer zeldzamer. Waarnemingen van groepen op 23 juni en 14 december 2022 betreffen zelfs de eerste waarnemingen van levende Witsnuitdolfijnen in Belgische wateren sinds april 2018. Op beide data werden de dieren gezien vanop het nieuwe onderzoeksschip RV Belgica.
Op donderdag 23 juni 2022 werd vanop het onderzoeksschip RV Belgica een groepje van een tiental Witsnuitdolfijnen gezien in het Belgische deel van de Noordzee. De dolfijnen werden door verschillende opvarenden opgemerkt op zo’n 5 km van de kust van Knokke, terwijl het schip onderweg was naar haar doopceremonie in de peterstad Gent. De dieren zwommen in westelijke richting en kwamen daarbij geregeld boven het water uit. Aanwezige ILVO-onderzoekers determineerden de dolfijnen als Witsnuiten, wat werd bevestigd door een filmpje dat Luitenant-Commandant Ilja Van Hespen van de Belgische Marine kon maken waarop de kenmerkende witte snuit en lichte flanktekening met donker zadel te zien zijn.
Op woensdag 14 december 2022 was het weer prijs, en waren onderzoekers van het INBO en het KBIN de bevoorrechte getuigen. Aanvankelijk werden een tiental dolfijnen opgemerkt op ongeveer 42 km van de Belgische kustlijn (loodrecht op de kust gemeten was dat ter hoogte van Oostende), waarbij reeds werd vermoed dat het om Witsnuitdolfijnen ging. Pas wanneer twee individuen het schip een tijdje later dichter naderden kon dit hard worden gemaakt, en door Hilbran Verstraete (INBO) ook fotografisch gedocumenteerd.
Verspreiding
De Witsnuitdolfijn (Lagenorhynchus albirostris) komt voor in koude gematigde en subarctische wateren van de Noord-Atlantische Oceaan, meestal beperkt tot de zones van minder dan 1000 m diep. Het verspreidingsgebied strekt zich uit van de oostkust van Noord-Amerika (noordwaarts van Cape Cod), over zuidelijk Groenland en de wateren rond IJsland, tot de Europese westkust van Noord-Frankrijk tot Spitsbergen. In de Noordzee treft men ze bijna exclusief aan in de centrale en noordelijke delen, waar de populatie in 2016 op 20.000 dieren werd geschat (Hammond et al.; 2017). In de zuidelijke Noordzee leunt de soort tegen de grens van haar verspreidingsgebied aan en zijn Witsnuitdolfijnen een onregelmatigere verschijning. De Witsnuitdolfijn is zeldzaam in het Engels Kanaal.
Talrijker en weer zeldzamer
In het begin van de 21e eeuw, met name tussen 2003 en 2011, lijkt de soort bij ons een tijdje minder zeldzaam te zijn geweest (Haelters et al.; 2018). In de periode 2009-2018 werden in het Belgisch deel van de Noordzee 62 meldingen van Witsnuitdolfijnen geregistreerd (Haelters et al.; 2019), met ongetwijfeld wat dubbeltellingen, maar in de laatste jaren uit dit tijdsinterval kende het aantal waarnemingen een sterke afname tot slechts 1 à 3 gevallen per jaar, met ook enkele waarnemingen net buiten het Belgische Noordzeegebied (Haelters et al.; 2016a, 2016b, 2017, 2018, 2019, 2020, 2021). Binnen de Belgische dataset valt een duidelijke piek op te merken in de eerste helft van het jaar (januari – mei), maar er zijn ook waarnemingen uit bijna alle andere maanden bekend. Voor de jaren 2019, 2020 en 2021 liggen echter geen zekere Belgische waarnemingen van levende Witsnuitdolfijnen meer voor (Haelters et al.; 2020, 2021, 2022), twee exemplaren op 19 april 2018 betroffen de laatste waarneming. Tot de groepen van 23 juni en 14 december 2022 dus. De Witsnuitdolfijn lijkt zich dus weer meer naar het noorden te hebben teruggetrokken, mogelijk een gevolg van klimaatveranderingen en de daarmee gepaard gaande effecten op de verspreiding van hun prooien (IJsseldijk et al.; 2018).
Strandingen
Ook dood aanspoelende (of op zee drijvende) Witsnuitdolfijnen werden recent zeldzamer langs de zuidelijke Noordzee. Terwijl tussen 2000 en 2013 jaarlijks gemiddeld één Witsnuitdolfijn aanspoelde in België zijn sindsdien slechts drie gevallen bekend (29 november 2017 Oostduinkerke, 17 mei 2018 De Panne en 4 maart 2020 op zee ter hoogte van Middelkerke) (Haelters et al.; 2018, 2019, 2021). Ook in Nederland stelde men een afname in het aantal strandingen vast (Keijl, 2016), nadat eerder werd opgemerkt dat de Tuimelaar (Tursiops truncatus) bij het begin van de 21e eeuw uit de strandingslijsten verdween met het frequenter worden van de Witsnuitdolfijn (Camphuysen & Peet; 2006). Of er in de zuidelijke Noordzee daadwerkelijk een verband is tussen de tegengestelde trends van de Tuimelaar (die recent ook in België regelmatiger wordt opgemerkt) en de Witsnuitdolfijn, wensen we hieruit echter niet af te leiden.
Literatuur
Camphuysen, C.J. & Peet, G.H., 2006. Whales and dolphins of the North Sea. Fontaine Uitgevers BV, ’s Graveland, The Netherlands.
Haelters, J., Kerckhof, F., Jauniaux, T., Potin, M., Rumes, B. & Degraer, S., 2016a. Zeezoogdieren in België in 2014 [Marine mammals in Belgium in 2014]. MARECO rapport 16/01. 29 pp.
Haelters, J., T. Jauniaux, F. Kerckhof, M. Potin & T. Vandenberghe, 2016b. Zeezoogdieren in België in 2015 [Marine mammals in Belgium in 2015]. Rapport BMM 16/01 – MARECO 16/03. 26 pp.
Haelters, J., F. Kerckhof, B. Rumes, M. Potin & T. Jauniaux, 2017. Strandingen en waarnemingen van zeezoogdieren en opmerkelijke vissen in België in 2016 [Strandings and sightings of marine mammals and some remarkable fish species in Belgium in 2016]. Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), Brussel. 30 pp.
Haelters, J., F. Kerckhof, K. Moreau, M. Potin, M. Doom & T. Jauniaux, 2018. Strandingen en waarnemingen van zeezoogdieren en opmerkelijke vissen in België in 2017 [Strandings and sightings of marine mammals and some remarkable fish species in Belgium in 2017]. Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), Brussel. 30 pp.
Haelters, J., F. Kerckhof, K. Moreau, B. Rumes, M. Potin, T. Jauniaux & D. Vercayie, 2019. Strandingen en waarnemingen van zeezoogdieren en opmerkelijke andere soorten in België in 2018 [Strandings and sightings of marine mammals and remarkable other species in Belgium in 2018]. Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), Brussel. 34 pp.
Haelters, J., F. Kerckhof, K. Moreau, B. Rumes, Team SeaLife, T. Jauniaux & P. Cornillie, 2020. Strandingen en waarnemingen van zeezoogdieren en opmerkelijke andere soorten in België in 2019 [Strandings and sightings of marine mammals and remarkable other species in Belgium in 2019]. Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), Brussel. 34 pp.
Haelters, J., F. Kerckhof, K. Moreau, Team SeaLife, E. Lambert & T. Jauniaux, 2021. Strandingen en waarnemingen van zeezoogdieren en opmerkelijke andere soorten in België in 2020 [Strandings and sightings of marine mammals and remarkable other species in Belgium in 2020]. Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), Brussel. 34 pp.
Haelters, J., Moreau, K., Team SeaLife, Jauniaux, T. & Kerckhof, F., 2022. Strandingen en waarnemingen van zeezoogdieren in België in 2021 [Strandings and sightings of marine mammals in Belgium in 2021]. Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), Brussel.
Hammond, P.S., Lacey, C., Gilles, A., Viquerat, S., Börjesson, P., Herr, H., Macleod, K., Ridoux, V. & Santos, M.B., 2017. Estimates of cetacean abundance in European Atlantic waters in summer 2016 from the SCANS-III aerial and shipboard surveys. Sea Mammal Research Unit, University of St Andrews, Scotland, UK.
IJsseldijk, L.L., Brownlow, A., Davison, N.J., Deaville, R., Haelters, J., Keijl, G., Siebert, U. & ten Doeschate, M.T.I., 2018. Spatio-temporal trends in white-beaked dolphin strandings along the North Sea coast from 1991-2017. Lutra 61(1): 153-163.
Keijl, 2016. Jaaroverzicht walvisstrandingen 2016. Gedownload van www.walvisstrandingen.nl, 28 maart 2017. Naturalis, Nederland.