Effect van bodemvisserij op koolstofemissie uit de zeebodem werd overschat

In 2021 haalde een artikel in Nature de wereldkoppen omdat het de koolstof die vrijkomt door verstoring van de zeebodem als gevolg van bodemvisserij met sleepnetten gelijkstelde aan de hoeveelheid CO2 die de mondiale luchtvaartindustrie genereert. Nu worden deze conclusies weerlegd door een artikel dat eveneens in het prestigieuze tijdschrift is gepubliceerd. De auteurs, waaronder Sebastiaan van de Velde van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en de Université Libre de Bruxelles, vrezen dat het gebruik van overdreven cijfers voor de bodemsleepnet-visserij de mondiale CO2-uitstoot zal doen toenemen en tegelijk de mondiale voedselvoorziening zal doen afnemen.

Sedimentpluimen na verstoring van de zeebodem door bodemsleepvisserij. (©SkyTruth, CC BY-NC-SA 2.0, <https://www.flickr.com/photos/skytruth/3256057796>, via Flickr, adapted)

Een vandaag in Nature gepubliceerd artikel weerlegt de conclusies van een eerder artikel van Sala et al  over de hoeveelheid CO2 die uit de zeebodem vrijkomt door bodemvisserij met sleepnetten. Dat artikel haalde de wereldkoppen toen het in 2021 werd gepubliceerd, omdat het de koolstof die vrijkomt bij verstoring door bodemsleepnetten gelijkstelde aan de hoeveelheid CO2 die de mondiale luchtvaart-industrie genereert.

In het nieuwe artikel tonen onderzoekers echter aan dat de door Sala et al gebruikte methodologie de koolstofemissies sterk overschatte. Om de hoeveelheid CO2 te berekenen die vrijkomt door verstoring van de bodem door bodemvisserij met sleepnetten, maakten de auteurs van de studie uit 2021 een model van de hoeveelheid koolstof die zou worden verstoord en namen hierbij aan dat deze koolstof grotendeels in CO2 zou worden omgezet.

Het is echter zo dat het grootste deel van de organische koolstof op de zeebodem sowieso zou ontbinden en als CO2 zou vrijkomen, ongeacht of deze door bodemvisserij wordt verstoord. Slechts een zeer klein deel van de koolstof op de zeebodem reageert potentieel op verstoring door de bodemvisserij. Het effect van de bodemvisserij met sleepnetten op de koolstofopslag in de oceaanbodem blijkt volgens de nieuwe studie maar liefst 100 tot 1000 keer kleiner dan dat van het wereldwijde luchtvervoer.

Boomkorvisserij is een vorm van bodemvisserij met sleepnetten. (Ecomare/Oscar Bos, CC BY-SA 4.0, <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0>, via Wikimedia Commons)

“De auteurs van de oorspronkelijke studie richtten hun berekeningen op de ‘sappige’ en reactieve organische koolstof aan het oppervlak, die hoe dan ook snel zou vrijkomen door natuurlijke processen, in plaats van op de verouderde en veel minder reactieve koolstof die is opgeslagen op de zeebodem,” verklaart Sebastiaan van de Velde, senior onderzoeker aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en de Université Libre de Bruxelles, en tweede auteur van de studie. “Aangezien de meest reactieve koolstof hoe dan ook snel wordt omgezet in CO2, wordt de geschatte CO2-uitstoot door de aanname dat deze door de bodemsleepnetvisserij wordt beïnvloed, sterk opgedreven”.

Onterecht gerustgesteld

Het lijdt geen twijfel dat de bodemvisserij met sleepnetten de natuurlijke koolstofstromen verstoort en het mariene leven op de oceaanbodem verstoort, maar de koolstofstromen van de zeebodem zijn zeer complex. Het gebruik van overdreven cijfers is zorgwekkend, aangezien veel regeringen en andere actoren voorstellen de bodemvisserij met sleepnetten te verbieden en “koolstofkredieten” te gebruiken om andere activiteiten te compenseren. Maar wanneer de koolstofuitstoot ten gevolge van het verstoren van de zeebodem met meerdere ordes van grootte wordt overschat, lopen we het risico om onterecht gerustgesteld te zijn bij een eventueel verbod op bodemvisserij met sleepnetten. In werkelijkheid zou dit de inspanningen kunnen afleiden van efficiëntere methoden, terwijl de totale CO2-uitstoot in tussentijd toeneemt terwijl de mondiale voedselvoorziening afneemt.

“Het weerleggen van resultaten van eerdere studies is onderdeel van het klassieke wetenschappelijke proces: één studie presenteert een hypothese, anderen bestrijden die met hun eigen experimenten, en zo komen we dichter bij de waarheid” besluit van de Velde.