Bruinvissen mijden scheepvaart

Het toenemende geluid van schepen die de Noordzee doorkruisen, verandert het mariene milieu. Een nieuwe grootschalige studie waarin luchtobservaties van zeezoogdieren en scheepvaartgegevens werden geanalyseerd, heeft aangetoond dat bruinvissen gebieden met veel scheepvaart vermijden. Dit kan hun voedingspatroon en hun sociale gedrag verstoren.

Bruinvissen, Zeebrugge, 15 augustus 2024 (© Filip De Ruwe)

Onderzoekers combineerden luchtobservaties van zeezoogdieren met gegevens uit het Automatisch Identificatiesysteem (AIS) van vaartuigen om de invloed van  scheepvaart op de verspreiding van bruinvissen (Phocoena phocoena) in kaart te brengen. De intensiteit van de scheepvaart werd als maatstaf gebruikt voor de intensiteit van het geluid. Geluid onder water kan bruinvissen storen en hun leefgebied minder geschikt maken.

Tussen 2015 en 2022 registreerden onderzoekers in België en de ons omringende landen 6.511 groepen bruinvissen. De studie vergeleek verschillende variabelen, zoals scheepslawaai, de nabijheid van schepen en de frequentie van scheepspassages, om te bepalen welke factor het best verklaarde waarom bruinvissen er voorkwamen, of niet voorkwamen. Het internationale onderzoeksteam werd geleid door Rémi Pigeault van het Institute for Terrestrial and Aquatic Wildlife Research (ITAW) van de Universiteit voor Diergeneeskunde in Hannover (Duitsland), met een bijdrage van Jan Haelters van het Instituut voor Natuurwetenschappen.

De resultaten tonen een verband aan tussen een hoge scheepsdichtheid en een verminderde aanwezigheid van bruinvissen. Hoe verder van de scheepvaartroutes, hoe minder bruinvissen beïnvloed werden, maar het effect bleef merkbaar tot op 9 kilometer afstand. De studie, gepubliceerd in Marine Pollution Bulletin in november 2024, bevestigt de toenemende impact van onderwatergeluid op mariene ecosystemen.

De impact van maritiem verkeer

De Noordzee is een van de drukste maritieme regio’s ter wereld, en het scheepvaartverkeer zal er naar verwachting nog toenemen door de uitbreiding van offshore industrieën, zoals windparken en olie- en gasinstallaties. Scheepvaart veroorzaakt onderwatergeluid dat over grote afstanden reist en het leven in zee beïnvloedt.

Bruinvissen vertrouwen op echolocatie om te jagen, te navigeren en te communiceren met soortgenoten, en hun extreem gevoelige gehoor maakt hen kwetsbaar voor geluidsoverlast. Eerdere studies hebben aangetoond dat harde scheepsgeluiden vermijdingsgedrag veroorzaken bij bruinvissen, zoals snelle duikbewegingen, verhoogde zweminspanningen en onderbroken foerageergedrag.

Uit de resultaten bleek dat modellen die rekening hielden met echte scheepsbewegingen beter voorspelden waar bruinvissen zich bevonden dan modellen die alleen gebaseerd waren op theoretische geluidsniveaus. “De ‘gedwongen’ verplaatsingen van bruinvissen door scheepvaart kan hen beperken in hun mogelijkheden om voedsel te zoeken” legt Jan Haelters uit.

Gevolgen voor natuurbehoud en beleid

De studie benadrukt de noodzaak om na te denken over de impact van scheepvaart op het mariene leven, en waar mogelijk maatregelen te nemen. Zoals Rémi Pigeault aangeeft: “Met de toenemende scheepvaart en de groei van offshore industrieën is het essentieel om maatregelen te implementeren die geluidsoverlast minimaliseren en belangrijke leefgebieden van bruinvissen beschermen, voordat de verstoring onomkeerbaar wordt.

Een mogelijke oplossing is de aanwijzing van mariene beschermde gebieden waar scheepvaartbewegingen worden beperkt om kwetsbare soorten te beschermen. Een andere benadering is de ontwikkeling van technologieën die minder geluidsoverlast onder water veroorzaken. Seizoensgebonden beperkingen op scheepvaart of andere menselijke activiteiten die veel lawaai veroorzaken in cruciale voedings- en voortplantingsgebieden van bruinvissen kunnen eveneens een effectieve maatregel zijn.

Het onderzoek biedt waardevolle inzichten die kunnen bijdragen aan een duurzame planning van activiteiten op zee, zodat bruinvissen en andere mariene soorten in de Noordzee kunnen blijven gedijen.

Onderzoekstrajecten voor zeezoogdieren in de Noordzee tussen maart 2015 en maart 2022 (rode lijnen) en de gemiddelde scheepsdichtheid in 2022 (zie schaal). De oranje lijnen geven de grenzen van het onderzoeksgebied aan.