Eerste SWiM-workshop over de integratie van zonne- en windenergie in de Belgische mariene zone

Het SWiM-project (Solar and Wind in the Belgian Marine Zone), gefinancierd door het Belgische Energietransitiefonds, brengt zes partners uit de industrie en de wetenschap samen. Ze doen onderzoek naar de combinatie van mariene technologieën in de Exclusieve Economische Zone van België, met name om drijvende zonnepanelen op zee op een ecologisch duurzame manier te integreren in windparken. Op 6 maart 2025 vond een eerste workshop plaats aan het Instituut voor Natuurwetenschappen in Brussel om enkele cruciale kwesties te bespreken.

© Blauwe Cluster

De workshop, georganiseerd door de Blauwe Cluster en het Instituut voor Natuurwetenschappen, bracht bijna 40 beleidsmakers, experts uit de industrie en onderzoekers bijeen om de belangrijkste uitdagingen en kansen op het gebied van regelgeving, aanbestedingen en milieuvergunningscriteria te bespreken (https://www.swimproject.be/results-workshop-01/).

Uit de discussies bleek dat er dringend behoefte is aan regelgevingskaders en standaardisatie voor meervoudig gebruik en, meer specifiek, offshore zonne-energie in windenergie om een ​​gelijk speelveld te creëren met windenergie en om de energiedoelstellingen en duurzaamheidsdoelen te behalen.

Het potentieel van OPV in offshore windparken ontsluiten

Een belangrijk discussiepunt was de vraag of offshore fotovoltaïsche systemen (Offshore Photovoltaics – OPV) geïntegreerd moeten worden in offshore windparken of onafhankelijk ontwikkeld moeten worden. Hoewel integratie zou kunnen leiden tot een geoptimaliseerd gebruik van de infrastructuur, leidde het ook tot zorgen over extra kosten en operationele complexiteit.

Cruciale factoren in het aanbestedingsproces zijn onder meer financiële haalbaarheid, milieueffectrapportages, netintegratie en circulaire ontwerpprincipes. Om de economische haalbaarheid te vergroten, onderzochten de deelnemers beleidsinstrumenten zoals subsidies en innovatieve financieringsmechanismen.

Flexibele aanbestedingsmethoden, met kortere initiële projectduren en mogelijkheden tot verlenging, werden benadrukt als een manier om innovatie te versnellen. Daarnaast zijn duidelijk gedefinieerde vergunningsprocedures en juridische kaders essentieel om het eigendomsrecht te verduidelijken en de ontwikkeling van multifunctionele zones te vergemakkelijken.

Milieuoverwegingen

Milieuoverwegingen kwamen prominent aan bod in de discussies. Natuurinclusief ontwerpen werd benadrukt als strategie ter ondersteuning van de mariene biodiversiteit, hoewel ook de potentiële ecologische risico’s werden erkend. Het huidige gebrek aan gegevens over de cumulatieve milieueffecten van OPV en offshore windenergie onderstreept de noodzaak van verder onderzoek en pilotprojecten.

Er lag ook nadruk op circulariteit en duurzame ontmantelingspraktijken om de milieueffecten op de lange termijn te beperken. Het gezamenlijk gebruik van kabelinfrastructuur en windparken werd voorgesteld als een manier om de ruimtelijke efficiëntie te optimaliseren en de ecologische voetafdruk te verkleinen.

Om duurzaamheid te bevorderen, moeten aanbestedingscriteria prioriteit geven aan projecten die aansluiten bij milieudoelstellingen en naadloos integreren met bestaande offshore-infrastructuur. Componenten zoals kabels en transformatoren gaan vaak langer mee dan windturbines, wat mogelijkheden biedt voor hergebruik of repowering in combinatie met OPV-technologieën.

© Blauwe Cluster

Volgende stappen

De workshop onderstreepte het belang van een langetermijnvisie, goed gedefinieerde beleidskaders en samenwerking tussen overheden, de industrie en onderzoeksinstellingen. Demonstratieprojecten zullen cruciaal zijn om de technologische en ecologische haalbaarheid van OPV verder te beoordelen. Toekomstige SWiM-workshops zullen zich blijven richten op implementatiestrategieën en opschalingsmogelijkheden.

De volgende SWiM-workshop vindt plaats op 20 oktober 2025 aan de KULeuven en zal zich richten op 1) de resterende uitdagingen op het gebied van OPV en aanvullende toepassingen in bestaande parken om de doelstellingen van de energiestrategieën van de EU te behalen, 2) de uitbreiding naar andere energiegerelateerde toepassingen, zoals golf- en getijdenenergie, en 3) de integratie van positieve milieueffecten in vergunnings- en aanbestedingsprocedures.

SWiM is een tweejarig project waarin zes partners de krachten bundelen: KU Leuven/EnergyVille (leidende partner), Engie Laborelec, Blauwe Cluster, Imec, UHasselt en het Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN). Het KBIN, vertegenwoordigd door Arthur Capet, Pauline Denis, Geneviève Lacroix (Modellering van ecosystemen – ECOMOD), Ee Zin Ong en Jan Vanaverbeke (Ecologie en Beheer van de Zee – MARECO), is verantwoordelijk voor het werkpakket over milieuaspecten.