Luchtobservaties boven de Noordzee in 2018

In 2018 realiseerden we in kader van het nationale programma voor luchtobservaties 225 vlieguren boven de Noordzee. Deze bijdrage lijst de belangrijkste resultaten op. De focus ligt hierbij op de kerntaken: toezicht op zeeverontreiniging en monitoring van het mariene milieu. Er werden 16 gevallen van operationele verontreiniging door schepen waargenomen, en bij 73 schepen werden na bemonstering van hun rookpluimen verdachte zwavelwaarden opgemeten. Met deze zwavelemissiemonitoring vervult België een internationale trekkersrol die aanzienlijke interesse opwekt tot ver buiten Europa. Het vliegtuig nam ook met succes deel aan een internationaal gecoördineerd toezicht op de olie- en gasinstallaties in het centrale deel van de Noordzee. Verder voerde het team enkele belangrijke zeezoogdierentellingen uit, met recorddensiteiten van bruinvissen waargenomen in het voorjaar van 2018.

Het Kustwachtvliegtuig OO-MMM in actie. (c) KBIN/BMM

Overzicht van de toezichtvluchten

In het kader van het nationale luchttoezichtprogramma werd in 2018 225 uren boven de Noordzee gevlogen. Dit programma wordt georganiseerd door de wetenschappelijke dienst BMM (Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee) van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, in samenwerking met Defensie. Het merendeel van de vlieguren betrof nationale vluchten (178 uren).

  • 162 uren in het kader van taken van de Belgische kustwacht:
    • 121 uren pollutiecontrole: ongeveer de helft voor toezicht op lozingen van olie en andere schadelijke stoffen (MARPOL Annex I, II en V) en de helft voor de monitoring van de zwaveluitstoot door schepen (MARPOL Annex VI / SECA handhaving);
    • 37 uren visserijcontrole, in opdracht van de Vlaamse Dienst Zeevisserij;
    • vier uren als reactie op specifieke oproepen en luchtsteun aan pollutie- bestrijdingsoefeningen
  • 16 uren zeezoogdierenmonitoring

Een kleiner deel  (47 uren) werd aan internationale vluchten besteed, waarvan 25 uren aan de monitoring van zwaveluitstoot in de Nederlandse wateren in opdracht van de Nederlandse overheid (Inspectie Leefomgeving en Transport) en 22 uren aan de Tour d’horizon-missie ter controle van boorplatformen in de Noordzee, een internationale opdracht in het kader van het Bonn Akkoord.

Scheepslozingen

In 2018 werd België gelukkig niet getroffen door vervuiling als gevolg van scheepsongelukken (accidentele pollutie). Er werden wel 16 gevallen van operationele verontreiniging door schepen waargenomen:

  • Vijf olieverontreinigingen, waarbij het telkens kleine volumes betrof. In vier gevallen betrof het een olievlek zonder schip in de buurt. Slechts in één geval kon de olievlek gelinkt worden aan een schip, in Belgische wateren. Voor deze vaststelling van een MARPOL Annex I inbreuk werd een navolgend havenonderzoek uitgevoerd in Hamburg, en een PV overgemaakt aan het bevoegde Parket.
Het aantal operationele olielozingen vertoont een duidelijk dalende trend. (c) KBIN/BMM
  • Tien verontreinigingen van andere schadelijke vloeistoffen dan olie (MARPOL Annex II). Geen enkele van deze vlekken kon echter aan een schip worden gelinkt.
Lozingen van andere schadelijke stoffen (dan olie) behoren nog niet tot het verleden. (c) KBIN/BMM
  • Eén geval van een vermoedelijke MARPOL Annex V inbreuk (verlies van vaste ladingresten) door een schip in Belgische wateren. Dit dossier werd opgevolgd door een havenonderzoek in Rotterdam, waarop een PV werd overgemaakt aan het Parket.

Monitoring van de zwaveluitstoot door schepen op zee

Tijdens 88 uren sniffer-vluchten boven Belgische en Nederlandse wateren, ter monitoring van de strenge zwavelgehalte-limieten voor brandstof gebruikt door schepen in de Noordzee SECA (zwavelemissiecontrolegebied of Sulphur Emission Control Area), werd voor in totaal 1139 schepen de zwaveluitstoot effectief opgemeten op zee. Hiervan vertoonden 73 schepen verdacht hoge zwavelwaarden. Deze werden systematisch gerapporteerd aan de bevoegde maritieme inspectiediensten voor verdere opvolging aan wal.

Het zwavelgehalte in de uitstoot van schepen kan dankzij de sniffertechnologie worden gemeten op zee. (c) KBIN/BMM

België is momenteel een van de weinige landen die dergelijke zwavelemissie-monitoring van individuele schepen uitvoert boven zee. De opgedane ervaring en resultaten, ook op vlak van navolgend havenonderzoek en vervolging van overtreders, leidde al tot grote interesse binnen en buiten Europa.

Internationale ‘Tour d’Horizon’ zending

Tijdens de jaarlijkse TdH-missie ter controle van zeeverontreiniging afkomstig van boorplatformen in het centrale deel van de Noordzee (in de Nederlandse, Duitse, Deense, Noorse en Britse wateren), uitgevoerd in kader van het Bonn Akkoord, detecteerde het toezichtsvliegtuig in totaal 26 polluties, waarvan 23 olieverontreinigingen gelinkt konden worden aan een olieplatform. De resterende vlekken (één olievlek en twee vlekken van een andere schadelijke stof) werden gespot zonder schip of platform in de buurt. Deze detecties werden systematisch gerapporteerd aan de bevoegde Kuststaat voor verdere opvolging, overeenkomstig de internationale procedures.

Deze olievlek kon duidelijk worden gelinkt aan een boorplatform. (c) KBIN/BMM

Monitoring van zeezoogdieren voor onze kust

In april, juli en oktober 2018 werden zeezoogdierenmonitoring-campagnes uitgevoerd over het volledige Belgische zeegebied. Tijdens deze campagnes werden in totaal 501 dieren (vnl. bruinvissen) langs het standaard vliegtraject waargenomen. In de campagne van april werden opmerkelijk hoge bruinvisdensiteiten waargenomen (schatting van gemiddelde densiteit van meer dan 5 bruinvissen per km²). Verder werd tijdens de monitoringsvlucht in juli een opvallende groep tuimelaars waargenomen voor de Belgische kust, wat tot heel wat media-aandacht leidde.

Tuimelaars (Tursiops truncatus) in de Belgische wateren, gespot vanuit het kustwachtvliegtuig op 16 juli 2018. (c) KBIN/BMM