30 jaar Belgisch luchttoezicht boven de Noordzee

Hoewel het Belgische deel van de Noordzee slechts 0,5% van de Noordzeeoppervlakte vertegenwoordigt, ligt het in een van de drukste scheepvaartroutes ter wereld en combineert het een groot aantal menselijke activiteiten op een beperkte ruimte. Reden te meer om ook vanuit de lucht de gezondheid van het mariene milieu en de naleving van de regelgeving door de vele actoren nauwlettend in het oog te houden. In het zojuist gepubliceerde meerjarige activiteitenverslag beschrijft het luchttoezichtteam van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen de verschillende missies en resultaten, trends en ontwikkelingen van het Belgische programma voor luchttoezicht boven de Noordzee over een periode van 30 jaar, vanaf de start in 1991 tot en met 2021. De cijfers zijn ronduit indrukwekkend.

Het rapport “30 jaar Belgisch luchttoezicht boven de Noordzee: evolutie, trends en ontwikkelingen” werd op 16 mei 2023 voorgesteld in Restaurant Runway in Oostende, in samenwerking met de federale kabinetten van de heer Thomas Dermine, Staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, en de heer Vincent Van Quickenborne, vice-eerste minister en minister van Justitie en Noordzee, en met de steun van de Internationale Luchthaven Brugge-Oostende.

Staatssecretaris Dermine (links) met het luchttoezichtteam. Vlnr: Brigitte Lauwaert (hoofd BMM), Ward Van Roy (operator), Annelore Van Nieuwenhove (operator), Kobe Scheldeman (operator), Geert Present (piloot), Jean-Baptiste Merveille (operator), Pieter Janssens (piloot), Alexander Vermeire (piloot) & Dries Noppen (piloot). Ontbrekend: Ronny Schallier (coordinator luchtteam). (Beeld: KBIN/BMM)

Taken van het luchttoezicht

De kerntaken van het Belgische bewakingsprogramma vanuit de lucht kunnen in drie thema’s worden ondergebracht:

Toezicht op illegale en accidentele verontreiniging: Naast de opsporing van zeeverontreiniging afkomstig van schepen (lozingen van olie en andere schadelijke vloeistoffen) speelt België momenteel een vooraanstaande internationale rol bij de bewaking van zwavel- en stikstofemissies van schepen naar de lucht. Het vliegtuig speelt ook een rol in de internationaal gecoördineerde bewaking van olie- en gasinstallaties in de Noordzee.

Milieu- en wetenschappelijke monitoring: Het team voert belangrijke wetenschappelijke controletaken uit, waaronder het tellen van zeezoogdieren en het toezicht op verschillende milieuvergunde menselijke activiteiten op zee (zand- en grindwinning, bouw van windmolenparken, naleving binnen beschermde mariene gebieden, enz.).

Breder maritiem toezicht in het kader van de Kustwacht: Deze taken omvatten de controle van visserijactiviteiten, de naleving van de navigatievoorschriften en AIS-overtredingen door schepen (het niet gebruik maken van het automatische identificatiesysteem).

Door op deze drie terreinen actief te zijn, levert het luchttoezicht een belangrijke bijdrage aan het duurzame beheer van de Belgische Noordzee.

Olievervuiling op de Noordzee gedocumenteerd vanuit de lucht. (Beeld: KBIN/BMM)

Feiten en cijfers

Het rapport beschrijft hoe het luchttoezicht boven zee evolueerde van het toezicht op mariene verontreiniging in de beginjaren tot een breder milieu- en maritiem toezicht boven zee, na de uitbreiding van de Belgische jurisdictie op zee en de oprichting van de Belgische Kustwacht.

Met betrekking tot verontreiniging kunnen de belangrijkste feiten van het Belgische programma voor bewaking van de Noordzee vanuit de lucht in de periode 1991-2021 als volgt worden samengevat:

  • Er werden 9574 vlieguren gepresteerd, waarvan 7100 uur boven zee (ongeveer 6400 vlieguren in nationaal en 700 uur in internationaal verband).
  • In het Belgische onderzoeksgebied werden 625 operationele (opzettelijke) olielozingen gemeld, met een geschatte 1013 ton olieverontreiniging tot gevolg. Toen het toezicht begon, waren olielozingen een prominent probleem, nu behoren ze bijna geheel tot het verleden.
  • Er zijn 158 operationele lozingen van andere schadelijke vloeistoffen (bijvoorbeeld plantaardige oliën, biodiesel, paraffine) geconstateerd. Dit type verontreiniging vertoont helaas een licht stijgende tendens.
  • 51 schepen werden op heterdaad betrapt bij het uitvoeren van een illegale lozing.
  • In of rond de Belgische zeegebieden hebben zich 35 ernstige scheepsongevallen voorgedaan met accidentele verontreiniging van de zee of een hoog risico daarop. In 26 van deze gevallen werd het vliegtuig daadwerkelijk geactiveerd om de noodsituatie vanuit de lucht te volgen en luchtsteun te verlenen aan reactie-eenheden.
  • Er werden 24 internationale “Tour d’Horizon”-missies uitgevoerd, waarbij de offshore gasinstallaties en booreilanden in het centrale deel van de Noordzee werden geïnspecteerd, wat resulteerde in 430 vlieguren en een totaal van 296 verontreinigingsdetecties (272 detecties van minerale olie, 9 detecties van een andere schadelijke stof dan olie en 15 verontreinigingen waarvan de aard niet visueel kon worden vastgesteld).
  • Er is deelgenomen aan 10 “Coordinated Extended Pollution Control Operations”, regionale missies die bestaan uit een reeks opeenvolgende pollutiecontrolevluchten die worden uitgevoerd door meerdere bewakingsvliegtuigen uit verschillende Noordzeelanden.
  • Het Belgische vliegtuig nam deel aan in totaal 33 nationale en internationale oefeningen ter bestrijding van verontreiniging en experimenten op zee die daarmee verband houden.
  • Sinds 2015 zijn 353 emissiecontrolevluchten uitgevoerd met een sniffer-sensor en zijn 6012 uitlaatpluimen bemonsterd. 9% van de gemonitorde schepen had een verdacht zwavelgehalte. Sinds 2020, toen het toestel werd uitgerust met een NOx-sensor, voldeed 3% van de gemonitorde schepen niet aan de internationale NOx-regelgeving. Deze vorm van monitoring van de gasvormige emissies van schepen op zee is een Belgisch pionierswerk en heeft sterk bijgedragen tot de naam en faam van het luchtmonitoringteam.
Het luchttoezichtvliegtuig maakt zich klaar om de uitstoot van een schip te controleren. (Beeld: KBIN/BMM)

Opmerkelijke cijfers met betrekking tot het toezicht op het mariene milieu, de visserijactiviteit en de navigatievoorschriften zijn:

  • In de periode 2009-2021 werden 214 vlieguren besteed aan zeezoogdiertellingen. Tijdens de toezichtscampagnes werden in totaal 3223 bruinvissen waargenomen (3 tot 404 dieren per onderzoek, gemiddeld 87 per onderzoek). Daarnaast werden 100 zeehonden gezien en sporadisch enkele andere soorten zeezoogdieren zoals witsnuitdolfijnen, tuimelaars, een dwergvinvis en een bultrug.
  • Van 1993 tot en met 2021 zijn 1239 visserijcontrolevluchten uitgevoerd, wat leidde tot een totaal van 1185 vlieguren. Dit resulteerde in een totaal van 7272 gecontroleerde en geïdentificeerde vissersvaartuigen.
  • Tussen 2011 en 2021 werden 112 overtredingen inzake het gebruik van automatische identificatiesystemen door schepen waargenomen, samen met 148 navigatieovertredingen. De laatste jaren is het jaarlijkse aantal waargenomen navigatieovertredingen sterk toegenomen, met het hoogste aantal in 2021 (36).
Zeehonden op een zandbank langs de Westerschelde. (Beeld: KBIN/BMM)

De toekomst van het luchttoezicht

Aan de hand van deze feiten en cijfers en de interpretatie daarvan wordt in het activiteitenverslag ook naar de toekomst gekeken. De evolutie van het programma van verontreinigingsbestrijding en milieutoezicht op zee naar een bredere maritieme bewaking ter ondersteuning van het algemene kader van de Kustwacht wordt toegelicht, en er wordt aangegeven dat de inhoudelijke uitdagingen van bewaking vanuit de lucht boven zee de komende jaren ontelbaar zijn en zullen blijven.

Naast de hierboven beschreven taken worden immers ook een aantal nieuwere taken steeds belangrijker voor het luchttoezicht, zoals de efficiënte handhaving van een nieuwe Europese buitengrens (post-BREXIT), de bevordering van de maritieme veiligheid en het bieden van ondersteuning bij zoek- en reddingsoperaties.

Ten slotte wordt in het verslag ook de noodzaak van vernieuwing van het vliegtuig op middellange termijn toegelicht. Alleen op die manier kan de Kustwacht haar strategische visie vernieuwen en haar samenwerking op het gebied van bewaking vanuit de lucht versterken, en haar bewakingscapaciteit moderniseren en uitbreiden om doeltreffend te kunnen voorzien in de huidige en toekomstige behoeften op zee.

Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid Thomas Dermine krijgt een safetybriefing voor aanvang van zijn vlucht boven de Noordzee. (Beeld: KBIN/BMM)

Thomas Dermine, staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, die naar aanleiding van de presentatie op 16 mei ook persoonlijk heeft deelgenomen aan een operationele vlucht van het luchttoezichtvliegtuig: “De Noordzee is een complex ecosysteem, een belangrijke visserijzone, een druk scheepvaartgebied en, sinds de Brexit, een buitengrens van de Europese Unie. Het is daarom essentieel om onze Noordzee te bestuderen en continu te monitoren wat zich daar afspeelt. Het luchttoezichtvliegtuig doet dit al dertig jaar lang, dankzij een vlotte samenwerking tussen Defensie en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Nu het vliegtuig verouderd is, zal ik het dossier voor de vernieuwing ervan voluit steunen.”

Vincent Van Quickenborne, minister van Noordzee: “België was het eerste en enige land ter wereld dat gebruikt maakt van een sniffervliegtuig voor de controles op vervuiling door schepen. Jaarlijks doen zo’n 5.500 verschillende schepen Belgische havens aan. Het is dus onmogelijk om ze allemaal te controleren. Met het sniffervliegtuig kan veel gerichter gewerkt worden omdat verdachte schepen reeds op zee worden geïdentificeerd.  Dankzij het luchttoezicht kunnen onze haveninspectiediensten 50% meer overtredingen opsporen en besparen we 20% per inspectie. We moeten onze Noordzee koesteren. Het is het grootste natuurgebied van België. Het toenemend aantal zeezoogdieren en de terugkeer van soorten zoals de Europese platte oester die voor het eerst in decennia terug opduikt in onze Noordzee tonen dat er vooruitgang geboekt wordt. Maar het vliegtuig is na 30 jaar dienst als sniffer aan vervanging toe. Samen met collega Dermine zet ik hier volop mijn schouders onder.”

De uitvoering van het Belgische programma voor luchttoezicht boven de Noordzee wordt georganiseerd door de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM), wetenschappelijke dienst van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN).

Voor het toezicht vanuit de lucht gebruikt de BMM een vliegtuig van het type Britten Norman Islander (immatriculatie OO-MMM) dat is uitgerust met wetenschappelijke sensoren voor het opsporen van mariene verontreiniging. Het vliegtuig is eigendom van RBINS/MUMM, maar kan alleen vliegen dankzij de steun van de federale beleidsdomeinen Wetenschapsbeleid en Noordzee en een goede samenwerking met Defensie, dat de piloten levert.