Grijze zeehond versus mens

Tijdens de voorbije weken verschenen onheilspellende berichten in de pers over grijze zeehonden die zwemmers ‘zullen’ aanvallen aan onze kust. Enige nuance is op zijn plaats.

Grijze zeehond, 23 januari 2007 (copyright KBIN)

Wie de voorbije weken de media volgde kon er niet buiten: kranten, websites en nieuwsprogramma’s op TV en radio waarschuwden voor grijze zeehonden, die werden afgebeeld als moordzuchtige wezens die onze stranden en kustwateren onveilig maken en zich weldra ook aan badgasten zullen vergrijpen.

Aanleiding was het artikel in La Dernière Heure (DH) « Il va y avoir des attaques de phoques en Belgique » (woensdag 9 aug), op basis van een interview met onze wetenschapscommunicator Kelle Moreau. Ook op de voorpagina van de krant klonk het al ongenuanceerd en alarmistisch: « Alerte aux phoques tueurs à la côte belge ». Het Laatste Nieuws (HLN) nam het bericht over (« Zeehonden zullen zwemmers aan kust aanvallen »), zij het in sterk afgeslankte vorm waarin vooral de sensatie overblijft. Vervolgens werd de ongelukkige boodschap veelvuldig verder verspreid, zowel door de Franstalige als de Nederlandstalige pers.

Grijze zeehond en een hond die te dichtbij mag komen, 14 maart 2017 (copyright Roland François)

We willen een en ander nuanceren :

Inhoudelijk zou de bijdrage in La Dernière Heure gaan over de strandingen van zeezoogdieren en zeldzame vissen op de Vlaamse stranden in 2016. Predatie van grijze zeehond op bruinvis wordt hier aangehaald als één van de oorzaken van sterfte bij bruinvissen, en in dit verband werd in de marge van het interview gevraagd of kan worden uitgesloten dat ooit een mens zal worden aangevallen door de grijze zeehond. Onze wetenschapscommunicator antwoordde dat dit niet kan worden uitgesloten, maar dat het in dergelijke gevallen niet zozeer om een uiting van agressie of poging tot predatie zou gaan, maar eerder om ongelukken ten gevolge van « verstoring » (van een rustend dier op het strand, een moeder met jong, …), « verwarring » (foeragerend dier in troebel water kan een mens misschien voor iets anders aanzien?) of zelfs van speels gedrag. Grijze zeehonden hebben nu eenmaal ferme tanden en klauwen, en zijn grote en sterke dieren, die bij interactie met een mens makkelijk verwondingen kunnen veroorzaken. Maar onze biologen zijn van mening dat de kans op een dergelijke interactie met een grijze zeehond in onze wateren heel klein blijft (maar bestaat), en dat paniek onnodig is. We moeten zeker niet wegblijven van zee en strand, en de grijze zeehond is absoluut niet ongewenst aan onze kust. De enige boodschap is dat we ons moeten realiseren dat de grijze zeehond een predator is, dat we gezond respect voor deze dieren moeten hebben, en ze best met rust laten.

Grijze zeehond en zwemmer (copyright Diederik D’Hert)

Dat grijze zeehonden bruinvissen op het menu hebben staan, werd trouwens ook door onderzoekers van ons instituut aangetoond. Zo spoelden in 2011 aan onze kust enkele bruinvissen aan met verwondingen die na analyse door grijze zeehonden veroorzaakt bleken te zijn. Dit nieuws werd aanvankelijk op groot ongeloof onthaald. Pas na bevestiging door analyses van buitenlandse wetenschappers, werd dit nieuwe gegeven algemeen aanvaard.

Jaarrapport strandingen 2016

In het kader van de uitvoering van het Koninklijk Besluit betreffende de soortenbescherming in de Belgische nationale wateren, wordt jaarlijks een rapport opgesteld dat een overzicht geeft van strandingen en waarnemingen van zeezoogdieren in België.

Het nieuwe rapport (download op http://www.marinemammals.be/reports) geeft een overzicht van strandingen en waarnemingen van zeezoogdieren en opmerkelijke vissen in België in 2016. Daarnaast worden ook de resultaten van het onderzoek naar de doodsoorzaak van aangespoelde dieren besproken, wordt ingegaan op de revalidatie en vrijlating van opgevangen dieren, en wordt het onderzoek naar de invloed van offshore windmolenparken op de bruinvis kort voorgesteld.

De meest opmerkelijke stranding van 2016 was ongetwijfeld die van een narwal, een dier uit het Noordpoolgebied dat bijna 70 jaar geleden voor het laatst in de Noordzee opgemerkt was. Daarnaast werden twee bultruggen gezien, en spoelden een reuzenhaai en twee maanvissen aan.

Het aantal strandingen van de inheemse bruinvis was met 137 dieren opnieuw zeer hoog. De belangrijkste doodsoorzaken waren incidentele vangst en predatie door de grijze zeehond. Bruinvissen bleken tijdens de installatie van offshore windturbines een gebied tot 20 km afstand te vermijden.

Witsnuitdolfijnen werden slechts op één dag gemeld, in tegenstelling tot tuimelaars die opnieuw regelmatigere gasten waren, en waarvan er in april ook één aanspoelde. Enkele dagen later spoelde een sterk ontbonden dolfijn aan langs de Schelde. De soort kon niet meer worden bepaald.

Het aantal aangespoelde dode of stervende zeehonden was gelijk aan het aantal in de voorbije jaren: zes gewone, 11 grijze en 12 niet tot op soort geïdentificeerde zeehonden. SEA LIFE Blankenberge verzorgde een recordaantal dieren: 15 grijze en 24 gewone zeehonden, waaronder een albino dier. Maar liefst 12 grijze en 20 gewone zeehonden konden na revalidatie weer in vrijheid worden gesteld.

Toezicht op zwaveluitstoot door schepen: binnenkort over ganse Noordzee?

In het eerder dit jaar verschenen Activiteitenrapport 2016 van ons programma van luchttoezicht boven zee werd de aankoop gemeld van een nieuw instrument, een zgn. sniffer-sensor, dat de BMM in staat stelt om met het toezichtsvliegtuig de zwaveluitstoot van schepen op zee te monitoren.

Deze nieuwe “zwavelmonitoringsvluchten” van de BMM werden opgestart in het kader van het Europese pilootproject ‘CompMon’, met als doel bij te dragen aan de handhaving van de strenge zwavelemissienormen vastgelegd in Bijlage VI aan het internationale MARPOL 73/78 Verdrag en de Europese Zwavelrichtlijn. De inperking van de zwaveluitstoot door schepen betreft immers een Europese topprioriteit, voor diverse belangrijke volksgezondheids- en milieuredenen (fijn stof, zure regen, en klimaatsverandering).

In 2016 heeft de BMM zo van meer dan 1300 schepen de zwaveluitstoot gemeten op zee, en werden bij 120 daarvan (= ca. 10%) verdachte zwavelwaarden vastgesteld. Deze verdachte waarnemingen werden systematisch naar de Belgische haveninspectiediensten van het Directoraat-Generaal voor de Scheepvaart gerapporteerd voor verdere opvolging aan wal – waar nodig in samenwerking met andere havenautoriteiten in het kader van het Europese ‘Port State Control’ netwerk.

De resultaten en ervaringen voortvloeiend uit deze vluchten werden eind mei 2017 in Noorwegen voorgesteld en besproken op de jaarlijkse vergadering van OTSOPA, de technische werkgroep van het Bonn Akkoord. Dit regionale akkoord regelt de samenwerking tussen Noordzeelanden, en de Europese Unie, ter voorkoming en bestrijding van de zeeverontreiniging door schepen. Onder dit akkoord werd begin de jaren ’90 ook het luchttoezicht boven de Noordzee opgestart, dat initieel vooral was bedoeld om de olielozingen door schepen een halt toe te roepen.

Volgend op de voorstelling door de BMM van de opmerkelijke resultaten van de zwavelmonitoringsvluchten boven zee, heeft OTSOPA beslist om een voorstel uit te werken tot uibreiding van deze zwavelmonitoringsoperaties over de ganse Noordzee, gecoördineerd op niveau van het Bonn Akkoord. Dit OTSOPA-voorstel zal later dit jaar ter goedkeuring worden voorgelegd op de vergadering van de Contracterende Partijen van het Bonn Akkoord.

Begin mei 2017 had de BMM dezelfde zwavelmonitoringsresultaten ook al toegelicht op de jaarlijkse vergadering van het Noordzee-Netwerk van Procureurs en Politiediensten (NSN), die van de vervolging van zwaveluitstoot-inbreuken een prioriteit heeft gemaakt.

Met deze internationale inspanningen vervult ons land momenteel een ware voortrekkersrol terzake. Ondertussen gaat de BMM onverminderd door met zwavelmonitoringsvluchten boven zee.

Staatssecretaris voor Noordzee Philippe De Backer reageert bijzonder positief: “België doet met deze controles pionierswerk. Het helpt ons om het Belgische deel van de Noordzee schoon te houden. Ook internationaal wordt dat opgemerkt. Daarom is het goed dat deze controles op de ganse Noordzee uitgerold worden.