De onderzoekspartners van het EFMZV-FIVA-onderzoeksproject MarinePlastics hebben het startschot gegeven voor een studie die precies in kaart brengt hoeveel en welke types plastic voorkomen op de Belgische visgronden. Het gaat zowel om grotere stukken afval (macroplastics groter dan 5 mm) als minuscule plasticdeeltjes (microplastics kleiner dan 5 mm).
Europa vraagt al sinds 2012 dat elke lidstaat cijfers verzamelt rond macroplastics op de zeebodem. Vanaf dit jaar moeten er ook data verzameld worden rond microplastics in het sediment en in het water. Ook het afval op de stranden moet van Europa worden gemonitord.
Het project MarinePlastics onderzoekt meteen ook in welke mate er microplastics opduiken in de commerciële vissoorten uit onze visserijgebieden. De onderzoekers maken het onderscheid tussen de plastic deeltjes in de vissenmaag (die mensen niet mee consumeren) en de visfilet (die we wel opeten).
Macroplastics in zee en aan de kust
Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) verzamelt al bijna 10 jaar op vrijwillige basis gegevens over plastic, dat aan boord van de onderzoeksvaartuigen wordt gehesen binnen bestaande meetcampagnes gericht op de staat van de visbestanden en de impact van menselijk activiteiten op zee. Het plastic dat in de visslepen zit, werd volgens de voorschriften van OSPAR en de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRMS) gesorteerd, beschreven, gemeten en gewogen. Het zijn die data die nu een statistische diepteanalyse ondergaan.
Bavo De Witte: “Uit een eerste ruwe interpretatie blijkt al dat de hoeveelheid aangetroffen macroplastic toeneemt, en dat er sprake is van hotspot-vindplaatsen zoals de baggerloswal Zeebrugge Oost waar men havenslib naar toe brengt en waar de stroming een bezinkingseffect teweeg brengt.” De analyse moet kwantitatieve en kwalitatieve trends duidelijk maken. Ook vergelijking met cijfers uit het buitenland wordt mogelijk.
ILVO en de Operationele Directie Natuurlijke Milieus van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN-OD Natuur) willen ook onderzoeken of het afval kan gelinkt worden aan menselijke activiteiten zoals toerisme, industrie of visserij. Daarnaast zal per type afval bestudeerd worden of de hoeveelheden stijgen of dalen.
Het KBIN concentreert zich eveneens op wat aanspoelt op de Belgische stranden. Die hoeveelheid aangespoeld afval neemt niet af, merken ze uit voorafgaande analyses. Ook op de stranden is de toestand slecht, volgens de evaluatie van de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie.
Microplastics in sediment, water en commerciële vis
Microplastics kunnen rechtstreeks in het milieu komen door slijtage van autobanden, via kledij of via zepen en scrubs. Een eerdere studie heeft aangetoond dat tot 50% van deze ‘land-gebaseerde’ microplastics uiteindelijk in zee terechtkomen.
Microplastics accumuleren in het water en op de zeebodem en breken nog verder af tot nanopartikels (kleiner dan 1 micrometer). Vroeg of laat worden deze micro- en nanoplastics opgenomen door vissen, mosselen, garnalen en andere dieren, waardoor ze uiteindelijk in de menselijke voedselketen terechtkomen. Een deel van die kleine plastic deeltjes blijft ongetwijfeld achter in het deel dat we niet opeten, zoals de maag van een vis. Een gedetailleerde karakterisering van microplastics in bepaalde zee- en visserijproducten zal duidelijk maken hoeveel microplastics we nu echt opeten. Dat is belangrijk om de potentiële gezondheidsrisico’s van microplastics te kunnen inschatten.
“Bij een wetenschappelijke risicoanalyse moeten er namelijk altijd twee factoren in rekening gebracht worden”, verduidelijkt onderzoeker Bavo De Witte. “Ten eerste: in welke mate word je blootgesteld aan de stof – in dit geval microplastics? En ten tweede: is er een toxisch effect dat geassocieerd kan worden met die mate van blootstelling? Geen van deze twee vragen wordt momenteel adequaat beantwoord door de wetenschap. Dus voor we uitspraken kunnen doen over de (on)schadelijkheid ervan, gaan we nu eerst en vooral in kaart brengen hoeveel microplastics een mens precies binnen krijgt.”
Binnen dit project slaan KBIN-OD Natuur en ILVO ook de handen in elkaar om de aanwezigheid van microplastics in het marien milieu te bestuderen. De Europese regelgeving verwacht immers dat elke lidstaat de hoeveelheid microplastics in de zeebodem en zeewater opvolgt.
MarinePlastics is een initiatief van ILVO en KBIN – OD Natuur.
EFMZV – FIVA staat voor Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij en Financieringsinstrument voor Vlaamse visserij. Het is een onderzoeksfinancieringskanaal voor visserijgerelateerde onderwerpen via Europese en Vlaamse fondsen.