Toezicht op olie- en gasplatformen in de Noordzee in 2024

Van 9 tot 13 september 2024 voerde het toezichtvliegtuig van het Instituut voor Natuurwetenschappen zijn jaarlijkse Tour d’ Horizon-missie (TdH) uit, ter controle van de offshore olie- en gasplatformen in de ruimere Noordzee. Ondanks de ruwe weersomstandigheden werden acht verontreinigingen gedocumenteerd.

De Tour d’Horizon wordt jaarlijks uitgevoerd in het kader van het Akkoord van Bonn. België werkt hiervoor samen met de andere landen rond de centrale en noordelijke Noordzee. Tijdens deze missie doet het Belgische vliegtuig ook Nederlandse, Duitse, Deense, Noorse en Britse wateren aan. Het vliegtuig wordt gevlogen door piloten van Defensie en bemand door luchtoperatoren van het Instituut voor Natuurwetenschappen.

De crew van de TdH ‘24 missie bestond uit (van links naar rechts) Kobe Scheldeman (operator Instituut voor Natuurwetenschappen), Alexander Vermeire (piloot Defensie), Geert Present (piloot Defensie) en Annelore Van Nieuwenhove (operator Instituut voor Natuurwetenschappen). © Instituut voor Natuurwetenschappen/BMM

De TdH-bijdragen van de verschillende Noordzeelanden worden gecoördineerd volgens een op voorhand bepaald schema en volgens vastgelegde routepunten. Zo wordt een optimale dekking en toezicht op de offshore olie- en gasinfrastructuur gegarandeerd.

Acht verontreinigingen

Tijdens de Belgische TdH ’24 zending werden acht verontreinigingen waargenomen, beduidend minder dan in de voorgaande jaren. Dit kan hoofdzakelijk worden toegeschreven aan het ruwe weer op zee, waardoor eventuele vervuilingen praktisch meteen op een natuurlijk wijze worden afgebroken.

Verontreiniging gelinkt aan een boorplatform in Noorse wateren. © Instituut voor Natuurwetenschappen/BMM

De waargenomen verontreinigingen betroffen zes olievlekken, waarvan vijf gelinkt konden worden aan olieplatformen. Eén olievlek werd waargenomen zonder vervuiler in de buurt. Dit was eveneens de enige vlek van significante omvang (met een geschat volume van meer dan 1 m3). De overige twee verontreinigingen waren gelinkt aan een olieplatform, maar door tijd- en brandstofgebrek kon niet visueel geverifieerd worden of het al dan niet om olie ging. Alle detecties werden gemeld aan de bevoegde nationale autoriteiten in overeenstemming met de procedures die zijn vastgelegd binnen het Akkoord van Bonn.

Detail van een olieverontreiniging in Duitse wateren. © Instituut voor Natuurwetenschappen/BMM

Internationaal verantwoordelijkheid nemen

Dankzij de jarenlange ervaring van de bemanning en de functionaliteit en inzetbaarheid van het toezichtvliegtuig, blijft België zijn verbintenissen in het kader van het Akkoord van Bonn nakomen. Het Instituut voor Natuurwetenschappen blijft hierdoor haar inzet voor een betere bescherming van de Noordzee bewijzen.

Observatie van een olieplatform in ruwe Noorse wateren. © Instituut voor Natuurwetenschappen/BMM

Project JOMOPANS finalist bij de Regiostars 2024 Awards

Van 2018 tot 2022 werkte een enthousiast team van specialisten van 11 organisaties rond de Noordzee – waaronder het MARECO-team van het Instituut voor Natuurwetenschappen (vertegenwoordigd door specialist in onderwatergeluid en wetenschappelijk duiker Alain Norro), aan het JOMOPANS-project (Joint Monitoring of Ambient Noise in the North Sea). Het project werd genomineerd voor de Europese REGIOSTARS 2024 Awards.

Het doel van JOMOPANS was om een ​​kader te ontwikkelen voor een volledig operationeel gezamenlijk monitoringprogramma voor omgevingsgeluid in de Noordzee, en het project ontwikkelde effectief hulpmiddelen om de effecten van omgevingsgeluid op te nemen in beoordelingen van de milieustatus van de Noordzee en om maatregelen te evalueren om het milieu te verbeteren.

Deze prestatie kreeg brede erkenning en leidde er uiteindelijk toe dat JOMOPANS een finalist werd bij de Europese REGIOSTARS 2024 Awards. Een geweldige prestatie op zich, aangezien er slechts 25 finalisten werden gekozen uit een totaal van 262 inzendingen! Deze werden verdeeld in vijf categorieën, voor JOMOPANS was dit de categorie ‘Een Groen Europa’.

Op 9 oktober 2024 werden de winnaars bekendgemaakt. JOMOPANS won uiteindelijk geen award, maar de echte prijs is dat het project het onderwerp onderwatergeluid op de kaart heeft gezet en helpt om meer aandacht te genereren voor het mariene milieu en de problematiek van onderwatergeluid. Daarmee heeft JOMOPANS een blijvende impact op het Europese beleid inzake het mariene milieu.

Openbare raadpleging ‘strategie voor de Belgische mariene wateren’

Van 1 oktober tot en met 29 november 2024 organiseert de dienst Marien Milieu van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu een openbare raadpleging over het ontwerp van de actualisering van de socio-economische analyse van de gebruikers van de zee, de beoordeling van de staat van het marien milieu, de definitie van goede milieutoestand en de milieudoelen voor de Belgische mariene wateren.


De Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRMS) verplicht elke Europese lidstaat om een mariene strategie op te stellen voor de bescherming, het behoud en het herstel van het mariene milieu. Het doel is om een goede milieutoestand te bereiken en een duurzaam gebruik van de mariene wateren te garanderen.

De Dienst Marien Milieu (DG Leefmilieu, FOD Volksgezondheid) coördineert de uitvoering van de KRMS voor België. De wetenschappelijke dienst BMM van het Instituut voor Natuurwetenschappen is verantwoordelijk voor de coördinatie van de monitoring en de beoordeling van de toestand. Dit proces gebeurt in samenwerking met verschillende partners.

Het rapport waarover deze openbare raadpleging gaat, geeft een overzicht van de huidige staat van het mariene ecosysteem in de Belgische mariene wateren en beschrijft de herziening van de definitie van goede milieutoestand en de gerelateerde milieudoelen.

Jouw mening telt!

Het ontwerp van het rapport kan hier worden bekomen: Mariene Strategie voor de Belgische mariene wateren – Deel 1(This hyperlink opens a new window).

De openbare raadpleging geeft iedereen de kans om zijn/haar mening te geven zodat er rekening mee kan worden gehouden bij het uitwerken van het definitieve rapport.

Opmerkingen kunnen worden bezorgd

  • bij voorkeur per e-mail aan Saskia Van Gaever (saskia.vangaever@health.fgov.be), met de vermelding ‘raadpleging MARIENE STRATEGIE’;
  • of per post, met op de omslag de vermelding ‘raadpleging MARIENE STRATEGIE’ naar:FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
    DG Leefmilieu – dienst Marien Milieu
    Galileelaan 5, bus 2
    1210 Brussel

De beoordeling van de staat van het marien milieu is gebaseerd op tientallen individuele indicatoranalyses. Wie deze analyses ook graag ontvangt, kan een e-mail sturen aan Saskia Van Gaever (saskia.vangaever@health.fgov.be).

Het is belangrijk om bij elke schriftelijke opmerking duidelijk te verwijzen naar de titel of het specifieke onderdeel van het ontwerp waarop ze betrekking heeft.

Opmerkingen moeten uiterlijk op 29/11/2024 om 18u ingediend zijn.

Bij het opstellen van het definitieve rapport wordt rekening gehouden met de reacties die tijdens de openbare raadpleging werden ontvangen. Zodra het rapport is goedgekeurd, wordt het publiek gemaakt op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Daarbij zal ook worden toegelicht op welke manier met de resultaten van de raadpleging rekening werd gehouden.

Meer info over de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRMS).

Succesvolle voltooiing van de Belgische internationale ECA-grensmissie 2024

Het Instituut voor Natuurwetenschappen heeft via zijn Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM) de 2024-editie van de ECA grenscampagne succesvol afgerond. De campagne werd uitgevoerd van 29 juli tot 2 augustus 2024. Deze cruciale luchtmissie had als doel om de naleving van Bijlage VI van het MARPOL-verdrag te controleren, met de focus op luchtvervuiling door schepen in het emissiecontrolegebied (Mission Control Area – ECA) langs de zuidelijke grens van de Noordzee en in het Engels Kanaal.

ECA-gebied (oranje gearceerd) en het werkgebied van de Belgische ECA-grenscampagne (rode rechthoek)

Tijdens 10 vluchten van in totaal meer dan 21 uur, verspreid over vijf dagen, voerde het SURV-team in totaal 198 emissiemetingen van schepen uit aan boord van het Belgische kustwachtvliegtuig OO-MMM, uitgerust met een geavanceerde airborne sniffer-sensor. Deze metingen, gericht op zwaveloxiden (SOx) en stikstofoxiden (NOx), resulteerden in de identificatie van 17 potentiële schendingen van de MARPOL Annex VI-regelgeving, die werden gemeld bij de relevante autoriteiten voor verdere inspectie. De 17 meldingen hadden betrekking op 15 verschillende schepen (twee schepen werden tweemaal gemeld) en hadden betrekking op 12 FSC-waarschuwingen (Fuel Sulphur Content) en drie NOx-waarschuwingen. Opvallend is dat zeven van de gemelde schepen werden geïnspecteerd in hun volgende aanloophaven, wat de functionele link tussen OO-MMM en de havenstaatinspectiediensten van EU-landen (+ Noorwegen en IJsland) in de maritieme handhavingsketen aantoont en zo de rol van het Belgische kustwachtvliegtuig als waarschuwingssysteem bevestigt.

Deze missie, uitgevoerd in overeenstemming met de Belgische verbintenissen onder het Bonn-akkoord, benadrukt de aanhoudende regionale interesse en inspanning om maritieme vervuiling in de Noordzeeregio op te volgen en te verminderen. Er zijn aanbevelingen gedaan om toekomstige campagnes te verbeteren, met de nadruk op betere coördinatie met Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk en de opname van NOx-polluenten in Thetis-EU, een EU-platform dat is ontwikkeld door het Europees Agentschap voor Maritieme Veiligheid (European Maritime Safety Agency – EMSA) om informatie vast te leggen en uit te wisselen over de resultaten van individuele nalevingscontroles die zijn uitgevoerd door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onder de zwavelrichtlijn.

Bij het meten van de luchtemissies vliegt het vliegtuig van de Belgische kustwacht door de rookpluim van schepen die op zee varen.

ARTE-documentaire ‘Kunnen offshore windparken samengaan met de natuur?’

Niet enkel aan land maar ook op zee vormen windparken een steeds belangrijker onderdeel van onze geleidelijke omschakeling naar hernieuwbare energie. Anderzijds heeft het genereren van windenergie op zee, zoals alle menselijke activiteiten, ook gevolgen voor het mariene milieu en de organismen die daar leven. Daar bestond bij aanvang van de bouw van de eerste offshore windparken echter slechts weinig kennis over…

Welke effecten hebben windparken op de biodiversiteit in en op de zeebodem, in de waterkolom en zelfs boven het wateroppervlak? Kunnen we aspecten van negatieve impact beperken en positieve aspecten bevorderen, en hoe? Kan meervoudig ruimtegebruik op zee (zoals een combinatie van offshore windparken met bijvoorbeeld het opwekken van zonne-energie, de kweek van oesters en ook natuurherstel) ertoe bijdragen dat onze groeiende menselijke claim op de mariene ruimte binnen de perken blijft?

In de documentaire ‘Les éoliennes en mer, quelle cohabitation avec la nature ? / Offshore wind farms, can they coexist with nature?’ buigt ARTE zich over deze vragen, en wordt in beeld gebracht hoe de wetenschappelijke opvolging wordt uitgevoerd.

In België volgt het onderzoek- en monitoringprogramma WinMon.BE de ecologische gevolgen van windparken op zee reeds 15 jaren op, van bij de start van de installatie van de eerste turbines. WinMon.BE wordt gecoördineerd door het Instituut voor Natuurwetenschappen en uitgevoerd in samenwerking met diverse partners, en inspireert gelijkaardige programma’s wereldwijd. Onze wetenschappers en het onderzoekschip RV Belgica komen in de ARTE-documentaire dan ook prominent aan bod.

Hoewel er nog uitdagingen zijn (zoals het beperken van de impact op zee- en trekvogels) en ook nieuwe uitdagingen worden verwacht (zoals het verminderen van onderwatergeluid wanneer in de toekomst grotere offshore windturbines worden gebouwd), maakt de documentaire duidelijk dat het verhaal van de ecologische impact van offshore windparken nooit een zwart-witverhaal zal zijn. We moeten het evenwicht bewaren tussen onze inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen (de opwarming van ons klimaat een halt toe te roepen) en de ongewenste gevolgen die deze inspanningen kunnen hebben op bepaalde soorten of ecosystemen. De positieve inzichten die de monitoring van de ecologische effecten van offshore windparken genereert moeten verder worden ingezet om in de toekomst beter te ‘bouwen met de natuur’, waarbij natuurontwikkeling vanaf de ontwerpfase zoveel mogelijk wordt geïntegreerd in menselijke projecten op zee.

Bekijk de docu van maar liefst 52 minuten hier: https://www.arte.tv/en/videos/108979-000-A/offshore-wind-farms/

Leun achterover, ontspan en leer bij!

Vervolg stakeholdertraject Visievorming Aquacultuur

UITNODIGING

VERVOLG stakeholdertraject VISIEVORMING AQUACULTUUR

voorstelling RAPPORT AQUACULTUUR IN OFFSHORE WINDPARKEN

Online – dinsdag 3 september 2024 om 14u

 

 

 

Op 15 mei 2023 werd het rapport voorgesteld met het resultaat van het stakeholdertraject rond opties m.b.t. aquacultuur in het Belgisch deel van de Noordzee, een initiatief van Vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee, mogelijk gemaakt door de dienst Marien Milieu van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

De bedoeling van dit traject was nagaan wat bij de stakeholders leeft rond het thema van aquacultuur, om af te lijnen waar de stakeholders elkaar vinden en waar juist niet, en om op basis van deze bevindingen advies m.b.t. de ontwikkeling van aquacultuur in het Belgisch deel van de Noordzee te verstrekken.

Als vervolg op dit traject, stellen we graag het rapport “Aquacultuur in offshore windparken in het Belgisch deel van de Noordzee” voor om een concreter beeld te scheppen over de kweek van aquatische organismen in de Belgische offshore windparken, voor zowel voedselproductie als voor natuurherstel.

Iedereen is welkom op de online voorstelling van het rapport op dinsdag 3 september 2024 om 14u.

Schrijf u in via deze link vóór 1 september 2024. Op 2 september 2024 zal u dan de Teams link ontvangen om te kunnen deelnemen.

Stuur gerust ook door naar andere geïnteresseerden.

 

PROGRAMMA

14u00 – verwelkoming door Nele Desplenter, dienst Marien Milieu (FOD VVVL)

14u05 – vervolg stakeholdertraject VISIEVORMING AQUACULTUUR door Steven Degraer, Mariene Ecologie en Beheer (Instituut voor Natuurwetenschappen)

14u10 – voorstelling rapport “Aquacultuur in offshore windparken in het Belgisch deel van de Noordzee” door Nancy Nevejan, Daan Delbare (ILVO) & Brecht Stechele

15u00 – vraag & antwoord

15u15 – dank- en slotwoord door kabinet vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee (TBC)

Alle presentaties zullen doorgaan in het Nederlands.

Collectoren voor oesterzaad stimuleren het Europese onderzoek naar platte oesters in het ULTFARMS-project

Om de vestigingspatronen en voorkeuren van de Europese platte oester te bestuderen, werden begin juni 2024 op maat gemaakte oesterzaadverzamelaars geïnstalleerd in het Belgische deel van de Noordzee. Het uiteindelijke doel is om commerciële oesterkweek en oesterherstelactiviteiten met elkaar te verzoenen.

Oesterzaadcollectoren gemonteerd op metalen frames zoals geïnstalleerd in de Belgische pilot offshore in Belwind (© Instituut voor Natuurwetenschappen/W. De Clercq)

Begin juni 2024 hebben het Instituut voor Natuurwetenschappen en het Laboratorium voor Aquacultuur en Artemia Referentie Centrum van de Universiteit Gent met succes op maat gemaakte oesterzaadverzamelaars ingezet in een veldexperiment in het offshore windmolenpark Belwind, gelegen op 46 km van de kust van Oostende in het Belgische deel van de Noordzee. Daarnaast werd een mini-tripode, uitgerust met een schanskorf die volwassen Europese platte oesters (Ostrea edulis) bevat, ingezet in de buurt van de oesterzaadverzamelaars.

De installaties werden uitgevoerd met het onderzoeksschip Belgica in het kader van het door Horizon Europe gefinancierde project ULTFARMS en ondersteund door de activiteiten van het Instituut voor Natuurwetenschappen binnen het European Marine Biological Resource Centre Belgium (EMBRC Belgium).

Volwassen oesters geïnstalleerd in een schanskorf op een mini-tripode voor de installatie in de Belgische offshore pilot (© UGent-ARC/M. Hughes)

Doelstellingen

Het experiment heeft als doel om meer inzicht te krijgen in de vestigingspatronen van de larven van de Europese platte oester (Ostrea edulis) in het Belgische deel van de Noordzee (bekend als ‘oesterzaad’ zodra ze zich vasthechten aan een oppervlak). Het is ook de bedoeling om het effect van habitatcomplexiteit op de vestigingsvoorkeuren te onderzoeken, met als uiteindelijk doel de commerciële oesterkweek te verzoenen met oesterherstelactiviteiten.

Door de vestigingspatronen van O. edulis te bestuderen, kunnen effectievere instandhoudingsstrategieën worden ontwikkeld, waardoor de oesterpopulaties in het Belgische deel van de Noordzee mogelijk kunnen toenemen. Na de zomer worden de collectoren teruggehaald en geanalyseerd in het laboratorium om de vestigingssnelheid en -patronen van de oesters te evalueren. Deze informatie zal nieuwe inzichten verschaffen in hoe habitatcomplexiteit de vestiging van Europese platte oesters beïnvloedt, wat toekomstige herstelinspanningen van deze zeer emblematische soort en ecosysteemingenieur zal helpen.

3D printing

Met behulp van geavanceerde 3D printtechnologie en gestandaardiseerde kleiplaten werden de oesterzaadcollectoren met verschillende niveaus van structurele complexiteit speciaal geproduceerd om de onderzoeksvragen van ULTFARMS te beantwoorden.

Geavanceerde 3D printtechnologie en gestandaardiseerde kleiplaten werden gebruikt om collectoren voor oesterzaad te maken met verschillende niveaus van structurele complexiteit (© Institute of Natural Sciences/W. De Clercq)

De oesterzaadcollectoren maken deel uit van de Artificial Hard Substrate Garden, een offshore mariene experimentele faciliteit, beheerd en ter beschikking gesteld door het Instituut voor Natuurwetenschappen als een dienst van EMBRC België aan zowel de wetenschappelijke gemeenschap als de industrie.

 

Meer informatie kan worden bekomen op de MARECO-website of door contact op te nemen met Wannes De Clercq (wdeclercq@naturalsciences.be).

Publieke consultatie ‘Telecommunicatiekabel tussen UK en België’

De firma EXA Infrastructure Belgium heeft een aanvraag ingediend tot het verkrijgen van een machtiging voor het leggen en een vergunning voor de exploitatie van een telecommunicatiekabel tussen Broadstairs – Joss Bay in zuidoost Engeland en Oostende. Deze aanvraag is onderworpen aan een milieueffectenbeoordelingsprocedure.

© Shutterstock

Het aanvraagdossier, het milieueffectenrapport en de bijlagen (ontwerp van de Passende Beoordeling, niet-technische samenvatting en visserijeffectenrapport) kunnen geraadpleegd worden van 22 juli tot en met 28 augustus 2024 in de kantoren van de BMM te Brussel (Vautierstraat 29, 1000 Brussel; bmm@naturalsciences.be; tel. 02/627 43 52) of te Oostende (3de en 23ste Linieregimentsplein, 8400 Oostende; bmm@naturalsciences.be; tel. 059/24 20 55), dit enkel op afspraak en tijdens de kantooruren tussen 9:00h en 17:00h. Het dossier kan ook ingezien worden in iedere kustgemeente op werkdagen.

Het dossier is eveneens elektronisch beschikbaar:

  • Aanvraagdossier

1. RA23316_Vergunningsaanvraag_v3.0

  • Milieueffectenrapport en bijlagen

2. RA23353_MER Q&E North_Niet technische samenvatting_v2.0

3. RA23131_MER Q&E North_v4.0

4. Externe bijlage 1_RA23288 OntwerpPB Q&E North_3.0

5. Externe bijlage 2_ILVO visserij-effectenrapport Q&E North

6. Externe bijlage 3_RA23344_Q&E North – Afvalbeheerplan_v3.0

 

Iedere belanghebbende kan zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren tot en met 12 september 2024 overmaken aan de BMM, per post of via e-mail:

BMM

Vautierstraat 29

1000 Brussel

bmm@naturalsciences.be

Succesvolle deelname aan CINDI-3 meetcampagne

Het Instituut voor Natuurwetenschappen en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA) namen recent deel aan de derde “Cabauw Intercomparison of UV-Vis DOAS Instruments” (CINDI-3). Deze campagne vond plaats in mei-juni 2024 en werd georganiseerd door het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) op het observatorium van Cabauw, gelegen tussen Rotterdam en Utrecht. Meer dan 100 personen uit 16 landen, met 44 instrumenten, waren betrokken bij de internationale meetcampagne, de grootste in zijn soort ter wereld.

Het toezichtvliegtuig voert metingen uit rondom de KNMI-meettoren in Cabauw (© Arnoud Apituley)

Het hoofddoel van CINDI-3 is het testen en vergelijken van verschillende MAX-DOAS (Multi-Axis Differential Optical Absorption Spectroscopy) meetinstrumenten die verontreiniging in de lucht meten, zoals stikstofdioxide (NO2) en ozon (O3). Deze instrumenten maken gebruik van een techniek waarbij het spectrum van verstrooid zonlicht wordt geanalyseerd om de aanwezigheid en concentratie van verschillende gassen in de atmosfeer te bepalen.

Meetinstrumenten opgesteld in Cabauw (© Arnoud Apituley)

In het kader van de Belgische bijdrage werd het luchttoezichtvliegtuig van het Instituut voor Natuurwetenschappen in de weken voor de oefening uitgerust met verschillende meetinstrumenten (o.a. het BIRA SWING imaging DOAS systeem), terwijl BIRA ook NO2 en O3 in-situ meetapparatuur leverde. Samen met andere meettoestellen nabij de KNMI-meetmast in Cabauw, op rondrijdende auto’s en op fietsen, kon een zeer compleet beeld van de verdeling van vervuilende stoffen in de industriële en stedelijke gebieden rond Rotterdam worden samengesteld. Tijdens de CINDI-3-campagne werd ook de NO2-verdeling boven Antwerpen vanuit het vliegtuig in kaart gebracht.

Verspreiding en concentraties van NO2 in de industriële en stedelijke gebieden rond Rotterdam op 7 juni 2024, zoals gedocumenteerd door meetapparatuur aan boord van het Belgische luchttoezichtvliegtuig, in situ en andere mobiele meetapparatuur. (© BIRA/IASB)
NO2-verdeling en -concentraties boven Antwerpen, gemeten vanuit het Belgische luchttoezichtvliegtuig op 26 juni 2024. (© BIRA/IASB)

Alle vluchten werden uitgevoerd op hetzelfde tijdstip wanneer de Copernicus Sentinel-5 Precursor satelliet overvloog, met aan boord het ESA TROPOMI-instrument (Tropospheric Monitoring Instrument) dat verschillende luchtkwaliteits- en klimaatparameters in kaart brengt. Dankzij de succesvolle vergelijking van de observaties van de meetinstrumenten aan boord van het vliegtuig en op de grond, kunnen deze als betrouwbare referentie dienen voor het valideren van satellietinstrumenten die luchtvervuiling vanuit de ruimte meten.

The Belgian surveillance aircraft in action during the CINDI-3 measurement campaign (© Arnoud Apituley)

Navy Days 2024

Navy Days 2024

Mariene rapporten Instituut voor Natuurwetenschappen / Rapports marins Institut des Sciences naturelles 

 

Luchttoezicht / Surveillance aérienne

NL: 30 jaar Belgisch luchttoezicht boven de Noordzee – Evolutie, trends en ontwikkelingen

FR: 30 ans de surveillance aérienne belge de la mer du Nord – Evolution, tendances et développements

EN : 30 years of Belgian North Sea aerial surveillance – Evolution, trends and developments

 

Zeezoogdieren (en andere bijzondere fauna) / Mammifères marins (et autre faune spéciale)

Rapport 2023:

NL: Zeezoogdieren en zeeschildpadden in België in 2023

FR: Mammifères marins et tortues marines en Belgique en 2023

Voorgaande  rapporten (sinds 2014) / Rapports précédents (depuis 2014) :

https://marinemammals.be/reports

 

Monitoring offshore windparken / Surveillance écologique des parcs éoliens offshore

EN : Environmental impacts of offshore wind farms in the Belgian part of the North Sea – Progressive insights in changing species distribution patterns informing marine management

Voorgaande  rapporten (sinds 2009) / Rapports précédents (depuis 2009)

https://odnature.naturalsciences.be/mumm/en/windfarms/