Een reservoirmodel voor het continentaal plat, het werd gedaan in België

Ruimtelijke ordening is een discipline die meestal wordt geassocieerd met bebouwde gebieden op het vasteland, maar als er één regio in de Noordzee is die een nauwgezette kartering van de activiteiten vereist, dan is het wel het Belgische offshoregebied. Natuurbehoud, scheepvaart, visserij, zandwinning, energieproductie, kabels en pijpleidingen, militaire oefeningen, … concurreren allemaal om de ruimte in dit kleine stukje zee.

Stakeholders actief op het Belgisch Continentaal Plat. De kaarten zijn gebaseerd op informatie van MarieneAtlas.be (2014-2020) en de locatie van de zandbanken is afkomstig uit het TILES-rapport. Let wel, één stakeholder is hier niet in kaart gebracht; de visserijsector, omwille van zijn aanwezigheid in de hele Belgische offshore. (animatie door Henk Kombrink, Editor Expronews)

In een samenvattend artikel koppelde het Noorse Expronews de Belgische mariene ruimtelijke ordening mooi aan enkele van de werkzaamheden van het KBIN met betrekking tot de beoordeling van de reserves van bepaalde abiotische hulpbronnen en hun exploitatiepotentieel.

Bijzondere aandacht wordt besteed aan

  • het ultramoderne 3D model dat de verdeling en beschikbaarheid van alle niet-koolwaterstofgebonden geologische hulpbronnen in de Belgische en aangrenzende Nederlandse mariene wateren beschrijft, en dat ook kan dienen als ondersteuning voor de besluitvorming over hulpbronnen en ter ondersteuning van adaptieve beheersstrategieën op lange termijn (TILES, Van Lacker et al. 2019, Hademenos et al. 2019)
Output-voorbeeld van het TILES model.
Geologische kaart van het Brabants Massief op het land, geëxtrapoleerd naar het offshore gebied.

Eerste Belgische Platte Oesterdag, 24 november 2020

Op dinsdag 24 november 2020 organiseren het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN), de Universiteit Gent en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) samen de eerste Belgische Platte Oesterdag.

De platte oester (Ostrea edulis) is een iconische soort die ooit overvloedig aanwezig was in de Europese zeeën. De soort vormde uitgebreide riffen met diverse gemeenschappen van mariene organismen en was de doelsoort van een aanzienlijke visserij. Reeds aan het einde van de 19e eeuw waren de populaties van platte oesters in Europa drastisch afgenomen als gevolg van overbevissing en het uitbreken van ziekten in de 20e eeuw heeft de soort een laatste klap toegebracht. In de Belgische wateren wordt de soort nu als functioneel uitgestorven beschouwd.

De laatste tijd is er een toenemende belangstelling voor het herstel van de platte oesterpopulaties in Europa, zowel vanuit het oogpunt van de instandhouding als van de aquacultuur. Ook in België worden enkele initiatieven voor het herstel en de aquacultuur van deze belangrijke soort opgestart.

De Belgische Platte Oesterdag wil deze verhoogde aandacht benutten en heeft tot doel om alle relevante actoren en geïnteresseerden in de Belgische platte oesterscene samen te brengen. Door middel van twee keynote presentaties, die omkadering bieden rond het herstel en de aquacultuur van platte oesters in Europa, en aanvullende presentaties over bioveiligheid en visies voor het herstel van platte oesters en de aquacultuur in België, begint het evenement met een breed perspectief. Daarna wordt een duidelijk overzicht gegeven van de lopende initiatieven met betrekking tot de platte oester in België, zowel wat betreft het herstel als de aquacultuur. Het evenement wordt afgesloten met een voorbeeld van het Dutch Flat Oyster Consortium en een reflectie over hoe de platte oesterscene in België verder kan evolueren. U bent van harte uitgenodigd om het voorlopige programma nader te bekijken en u via onderstaande link in te schrijven.

PROGRAMMA

REGISTRATIE

Omwille van de aanhoudende COVID-19-crisis zal de eerste Belgische Platte Oesterdag een online evenement (WebEx) zijn op de ochtend van dinsdag 24 november 2020. Het evenement zal in het Engels worden gehouden. De inschrijvingen worden afgesloten op donderdag 19 november om 17 uur.

We kijken er naar uit om u te verwelkomen!

 

Organisatiecomité Belgische Platte Oesterdag

Annelies Declercq (Universiteit Gent), Steven Degraer (KBIN), Daan Delbare (ILVO), Thomas Kerkhove (KBIN), Brigitte Lauwaert (KBIN) en Nancy Nevejan (Universiteit Gent)

Dodental bruinvissen op Noordzeekusten stijgt

Een nieuwe studie die werd gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Biological Conservation brengt een opvallende toename van het aantal gestrande bruinvissen langs de Noordzeekusten aan het licht. Wetenschappers van de verschillende Noordzeelanden brachten daarvoor hun gegevens samen. Dit leverde ook inzichten op met betrekking tot de verspreiding en sterfte van de verschillende leeftijdsklassen, maar laat nog niet toe om definitieve uitspraken te doen over de effecten van verschillende menselijke activiteiten.

Aangespoelde bruinvis @Multimedia, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht

Een internationaal onderzoek onder leiding van de Universiteit Utrecht, waar het KBIN aan deelnam, bracht aan het licht dat sinds 1990 meer dan zestienduizend dode bruinvissen op de Noordzeekusten werden geregistreerd. Daarvan spoelden er meer dan 1500 aan in België. In Nederland, met zijn veel langere kustlijn, spoelden de meeste dieren aan. De onderzoekers ontdekten dat bruinvisstrandingen sinds 2005 opmerkelijk frequenter werden in de zuidelijke Noordzee, terwijl het aantal strandingen in de noordelijkere delen van de Noordzee nauwelijks veranderde.

Waardevolle informatie door strandingen

Het is niet gemakkelijk om bruinvissen te bestuderen op zee. Onderzoeker en marien ecoloog Mariel ten Doeschate, verbonden aan het Schotse strandingsnetwerk, vertelt: “Er wordt onderzoek gedaan naar de aantallen en verspreiding van levende dieren, maar dat kan alleen in beperkte periodes. Strandingen daarentegen worden het hele jaar door geregistreerd, en dit al tientallen jaren lang. Van gestrande dieren kunnen we bovendien het geslacht en de leeftijd bepalen.”

Hoewel de toename in het aantal strandingen samen loopt met een stijgend aantal waarnemingen van levende dieren in deze regio, mag daar niet zomaar uit worden besloten dat de aanhoudende sterke toename van het aantal strandingen enkel een gevolg is van de aanwezigheid van een groter aantal dieren (waarbij het sterftepercentage hetzelfde zou kunnen zijn gebleven). Het aantal dieren op zee is immers veel moeilijker nauwkeurig te bepalen dan het aantal strandingen, waardoor de beide gegevensreeksen niet rechtstreeks vergelijkbaar zijn en de strandingen dus worden verondersteld beter weer te geven wat er zich in de populatie voordoet.

Impact menselijke activiteit

Er bestaat onzekerheid over de mogelijke effecten van menselijke activiteiten op de aantallen en de verspreiding van bruinvissen. Een mogelijk belangrijke factor is een veranderend klimaat, met wijzigingen in de voedselsituatie. Er worden ook onderzoeksprogramma’s uitgevoerd naar de invloed van de bouw van offshore windparken. Daarbij is het belangrijk dat data verzameld in landen rond de Noordzee samen gelegd worden: dit was nog niet eerder gebeurd. Onderzoeker Lonneke IJsseldijk (Universiteit Utrecht): “Onze studie heeft nieuwe en waardevolle inzichten opgeleverd en is een eerste stap in het verbeteren van onze kennis over de verspreiding van verschillende leeftijdsklassen, seizoens- en leeftijdspecifieke sterfte onder bruinvissen in de Noordzee.” De studie toonde onder meer aan dat meer pasgeboren dieren op Duitse en Deense kusten strandden, terwijl dat in Nederland, België en Zuid-Engeland juist vooral jonge mannetjes waren.

In onderzoek volgend op deze studie zal bijkomende informatie geanalyseerd worden, waaronder over gezondheid en ziekte.

 

Dit onderzoek is een samenwerking tussen de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, het Scottish Marine Animal Stranding Scheme, het UK Cetacean Strandings Investigation Programme, het Department of Bioscience of Aarhus University, het Institute for Terrestrial and Aquatic Wildlife Research of the University of Veterinary Medicine Hannover, het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Naturalis Biodiversity Center, de Cetacean Atlas of Denmark, het Globe Institute, het Natural History Museum of Denmark en het Fisheries and Maritime Museum Denmark.

Publieke consultatie ‘Mercator telecommunicatiekabel’

De firma BT Global Services Belgium BV heeft een aanvraag ingediend tot het verkrijgen van een machtiging voor het leggen en een vergunning voor de exploitatie van de MERCATOR telecommunicatiekabel tussen Broadstairs – Joss Bay in zuidoost Engeland en het strand van Oostende (ten westen van de haven). Deze aanvraag is onderworpen aan een milieueffectenbeoordelings-procedure.

De aanvraag, het milieueffectenrapport (met geïntegreerd het ontwerp van de Passende Beoordeling en het visserijeffectenrapport) en de niet-technische samenvatting en kunnen geraadpleegd worden van 23 augustus tot 21 september 2020 in de kantoren van de BMM te Brussel (Vautierstraat 29, 1000 Brussel; mdevolder@naturalsciences.be; tel. 02/627 43 52) of te Oostende (3de en 23ste Linieregimentsplein, 8400 Oostende; jhaelters@naturalsciences.be; tel. 059/24 20 55), dit enkel op afspraak en tijdens de kantooruren tussen 9:00h en 17:00h, en afhankelijk van de heersende maatregelen opgelegd door de overheid m.b.t. Covid-19. Het dossier kan ook ingezien worden in iedere kustgemeente op werkdagen. Een lijst van de consultatieplaatsen en de bijhorende contactgegevens is hier beschikbaar: Kustgemeenten_2020.

Het dossier is eveneens elektronisch beschikbaar:

Iedere belanghebbende kan zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren tot en met 6 oktober 2020 overmaken aan mevrouw Brigitte Lauwaert, per post of via e-mail:

BMM T.a.v. Mevr. Brigitte Lauwaert

Vautierstraat 29, 1000 Brussel

blauwaert@naturalsciences.be

Indrukwekkende Noctiluca (Zeevonk) bloei op de Noordzee

Op 15 augustus werden in de Belgische Noordzee ter hoogte van de Buitenratel zandbank opvallende oranje vlekken en slierten waargenomen, die als een mogelijke vervuiling aan de Kustwacht werden gemeld. Na controle door diverse diensten werd duidelijk dat het om een ongeziene bloei van de ééncellige planktonsoort ‘Zeevonk’ ging. Het warme en rustige weer van de voorbije dagen is wellicht een belangrijke verklarende factor. De rottende massa zou mogelijk tot zuurstoftekort en vissterfte kunnen leiden. Het is ook mogelijk dat resten ervan tijdens de volgende week op de Belgische stranden zullen aanspoelen.

Noctiluca-bloei Buitenratel zandbank, 15 augustus 2020, gedocumenteerd vanuit toezichtsvliegtuig KBIN (© KBIN/BMM)

In de ochtend van zaterdag 15 augustus kreeg de Belgische Kustwachtcentrale (MRCC – Maritime Rescue and Coordination Centre) een melding binnen van een opvallende oranjekleurige vlek op zee, met daarin enkele dode vogels. Een zeiler had deze opgemerkt ter hoogte van de ‘Buitenratel’, één van de zandbanken uit het complex van de Vlaamse Banken. Deze zandbank ligt zo’n 16 à 20 km in zee voor de Belgische Westkust, en nabij de grens met de Franse wateren. De opvallende melding deed bij de Kustwacht wenkbrauwen fronsen, omdat de gerapporteerde kleur niet overeenkwam met de typische kleuren van minerale olie, en omdat de dode vogels mogelijk wezen op een chemisch product. Een omvangrijke natuurlijke algenbloei was echter evenzeer mogelijk.

Controle ter land, ter zee en in de lucht

De Scheepvaartpolitie stuurde daarop een patrouille naar de Buitenratel. Deze vond de gerapporteerde vlek en nam enkele monsters. Dode vogels werden niet meer gespot. Ook een reddingshelikopter van de luchtmachtbasis van Koksijde vloog over het gebied, en het toezichtsvliegtuig van het KBIN (BMM, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) werd opgeroepen om de ruimere zeegebieden voor de Belgische kust te scannen op eventuele verdere vervuiling. Beide toestellen maakten beelden van de oranjeachtige, kilometerslange vlekken en slierten.

Noctiluc-bloei Buitenratel zandbank, 15 augustus 2020, gedocumenteerd vanuit NH90 helikopter (© Geronimo/Rodrigo Vissers)

Alle betrokken varende en vliegende eenheden kwamen tot hetzelfde besluit: het betrof wellicht een grote natuurlijke bloei, weliswaar op erg grote schaal. Het monster van de scheepvaartpolitie werd na binnenvaren naar het biologisch labo van het KBIN in Oostende gebracht waar men al snel kon bevestigen dat het wel degelijk om een Noctiluca-bloei ging.

Video: 2020_08_15 Noctiluca Buitenratel (c) Geronimo_Rodrigo Vissers NL

Zeevonk

De dinoflagellaat Noctiluca scintillans of Zeevonk is een relatief grote eencellige micro-alg (0,5 – 1 mm dus met het blote oog zichtbaar) die in de meeste zeeën van de wereld voorkomt en tot het plankton behoort. Het ziet eruit als een gelatineus bolletje met een staartje (flagel), waarmee voedsel wordt gevangen. Noctiluca vormt in hoge concentraties – we spreken van bloei – goed zichtbare oranjerode vlekken die in het voorjaar en de zomer kunnen optreden.  Bij beroering geeft Zeevonk een blauwachtig licht af dat in het duister zorgt voor sprookjesachtige effecten (het lichten van de zee). De bioluminescentie wordt veroorzaakt door luciferine, een pigment, en luciferase, een enzym, wanneer die in aanraking komen met zuurstof.

Stalen van Noctiluca¬ scintillans-bloei op de Buitenratel zandbank, 15 augustus 2020, staal genomen door Scheepvaartpolitie (© KBIN/Francis Kerckhof)
Microscoopbeeld van Noctiluca¬ scintillans-cellen uit de bloei op de Buitenratel zandbank, 15 augustus 2020, staal genomen door Scheepvaartpolitie (© KBIN/Francis Kerckhof)

Huidige omstandigheden

De hoge concentraties Zeevonk die nu waargenomen werden, zijn waarschijnlijk te wijten aan het erg warme en rustige weer van de afgelopen dagen. De bemonsterde Noctiluca was ook al deels aan het rotten, een proces dat zuurstof verbruikt en waarbij ammoniak vrijkomt. Hoewel het in essentie een onschadelijk organisme betreft, kan het massaal afsterven en rotten ervan dus lokaal leiden tot zuurstoftekort. Bij hogere temperaturen lost sowieso al minder zuurstof op in water, en de afwezigheid van sterke wind en golfslag maakt dat er ook weinig mixing optreedt die extra zuurstof in het water brengt. De resulterende lage zuurstofspanning kan leiden tot sterfte van vissen en andere waterorganismen, hoewel dit onder normale omstandigheden erg onwaarschijnlijk is in open zee.

Modelsimulaties door het KBIN, die rekening houden met stromingen, meteorologische omstandigheden en de fysische eigenschappen van de drijvende Noctiluca-vlekken, illustreren dat de restanten van deze vlekken tijdens de volgende week mogelijk zouden kunnen aanspoelen op de Belgische stranden.

De laatste decennia is er een relatieve toename van de dinoflagellatengemeenschap in het Belgische deel van de Noordzee. Deze stijging zou verband kunnen houden met de opwarming van het zeewater (+ 1,6 ° C in de afgelopen dertig jaar). Het is mogelijk dat Noctiluca scintillans ook een stijgende trend vertoont. Daarnaast kunnen ook bloeien verwacht worden van andere eencellige planktonorganismen waaronder enkele mogelijk gevaarlijke soorten.

Noctiluca-bloei Buitenratel zandbank, 15 augustus 2020, gedocumenteerd vanuit toezichtsvliegtuig KBIN (© KBIN/BMM)
Noctiluca-bloei Buitenratel zandbank, 15 augustus 2020, gedocumenteerd vanuit toezichtsvliegtuig KBIN (© KBIN/BMM)

Think Tank North Sea stelt twee nieuwe werkgroeprapporten en drie beloftevolle nieuwe thema’s voor!

Achter de schermen denderde de Think Tank North Sea-trein de afgelopen maanden gewoon voort. Zo werden de werkgroeprapporten ‘Working with nature’ en ‘Living with climate change’ gefinaliseerd en drie nieuwe themasuggesties (Marine food impact, Environmentally sustainable blue growth, Decommissioning) voor het volgende visievormingstraject geselecteerd. Met welk thema we nu aan de slag gaan in een nieuw visievormingstraject kan u bepalen door te stemmen op het thema van uw voorkeur tot en met 15 september 2020. Benieuwd tot wat dit kan leiden? Neem dan zeker eens een kijkje in onze gloednieuwe werkgroeprapporten!

In maart van dit jaar lanceerde de Think Tank North Sea een nieuwe oproep voor thema’s waarover de Think Tank zich kan buigen in een nieuw visievormingstraject (zie ook nieuwsbericht van 4 maart). Deze oproep viel niet in dovemansoren en u bezorgde ons tientallen voorstellen vanuit een brede waaier aan achtergronden en interesses. Waarvoor onze oprechte dank! Het toont eens te meer aan dat het Think Tank North Sea initiatief en zijn stimulerende bottom-up werking zijn plaats in het landschap bestendigt en verantwoordt en dat de put aan ideeën nog lang niet opgedroogd is.

Na een grondige evaluatie van de ingestuurde voorstellen in de afgelopen weken, schuift de TTNS-stuurgroep nu drie thema’s naar voor waarvan zij gelooft in de sterke meerwaarde van het opstarten van een visievormingstraject. De drie thema’s zijn

Rond welk thema uiteindelijk een toekomstvisie (2050) zal opgebouwd worden, bepaalt u zelf. U kan hier stemmen op het thema waarvoor u zich wil engageren om mee deze visie vorm te geven. Na deze stemming zal een werkgroep opgestart worden rond het winnende voorstel.

Hebt u interesse in de werking van een werkgroep of bent u benieuwd tot wat deze samenwerking kan leiden? Ontdek dan de nieuwe werkgroeprapporten van de vorige thematische cyclus:

Working with nature: een visie over de beloftevolle mogelijkheden voor de toekomstige ontwikkeling en inzet van mariene ecosysteemdiensten ten behoeve van de maatschappij en de blauwe economie.

Living with climate change: een visie over hoe de maatschappij van de kustzone kan omgaan met toekomstige klimaatverandering en een hogere zeespiegel, vormgegeven aan de hand van de voornaamste bekommernissen en concrete actiepunten.

 

Wil u op de hoogte blijven van de Think Tank North Sea, abonneer u dan nu op onze mailinglijst.

Wenst u meer informatie: info@thinktanknorthsea.be

Zeldzame spitssnuitdolfijn strandt eerst levend in Nieuwpoort, en dag later dood in Wenduine

Op donderdag 6 augustus raakte een gewone spitssnuitdolfijn in de problemen ter hoogte van het Oosterstaketsel van Nieuwpoort. Het onfortuinlijke dier kon met wat moeite weer naar open zee worden begeleid, maar de overlevingskansen werden laag ingeschat. In de avond van vrijdag 7 augustus bleek dat het zeezoogdier intussen inderdaad het loodje had gelegd, het spoelde dood aan op het strand van Wenduine. Het gaat slechts om het zevende bekende geval van een gewone spitssnuitdolfijn in België, maar wel al om het tweede in 2020. Door middel van een autopsie zal worden gepoogd inzicht te verwerven in de doodsoorzaak van het dier.

Gewone spitssnuitdolfijn op het strand van Wenduine, 7 augustus 2020 (© Stijn The Chickenman).

Nieuwpoort, 6 augustus 2020

© Luc David

Op donderdag 6 augustus werd kort na de middag een strandend zeezoogdier waargenomen aan het Oosterstaketsel van Nieuwpoort. Zoals gebruikelijk werden het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) en de lokale hulpdiensten ingelicht, en de procedures voor strandingen van zeezoogdieren opgestart. Het dier werd aanvankelijk als bruinvis gemeld, maar intussen was duidelijk dat het een grotere soort betrof, en werd vermoed dat het om een tuimelaar ging. Door de hoogdringendheid – een levend zeezoogdier in problemen in ondiepe wateren – beslisten strandredders, politie en omstaanders om dadelijk een reddingspoging te ondernemen en te trachten het dier naar diepere wateren te begeleiden. Dat bleek geen evidente opdracht, en het gedesoriënteerde dier zwom zich vast tussen de stenen langs het staketsel. Scherpe steenranden en zeepokken veroorzaakten daar opervlakkige verwondingen, die evenwel tot bloederige taferelen aanleiding gaven. De volgende poging om het dier open water te doen kiezen was wel succesvol, rond 13:30 verdween het van de radar om de hele namiddag niet meer te worden teruggezien.

© Luc David

Pas na het hele gebeuren kregen specialisten de beelden onder ogen, en werd duidelijk dat we met een soort spitssnuitdolfijn te maken hadden (waarschijnlijk een gewone spitssnuitdolfijn, zie video © Luc David). Een type kleine walvis waarvan het weinig waarschijnlijk wordt geacht dat het in de ondiepe Noordzee kan overleven … Niettemin was het naar zee begeleiden en hopen op het beste het enige scenario dat een kleine overlevingskans inhoudt.

 

 

Wenduine, 7 augustus 2020

Waarvoor werd gevreesd werd helaas al snel bewaarheid: daags nadien spoelde de spitssnuitdolfijn rond 20:30 dood aan op het strand van Wenduine. De determinatie als gewone spitssnuitdolfijn kon worden bevestigd, en het bleek te gaan om een jong vrouwtje met een lengte van 3,59 m en een gewicht van 510 kg. Het kadaver werd nog dezelfde avond van het strand verwijderd en verplaatst naar het technisch lokaal van de plaatselijke brandweer. In de vroege ochtend van zaterdag 8 augustus werd het overgebracht naar de Faculteit Diergeneeskunde van de Universteit van Gent, waar nog dezelfde dag een autopsie zal plaatsvinden.

© KBIN/Kelle Moreau

Doodsoorzaak wordt onderzocht

Aangezien spitssnuitdolfijnen dieren zijn die hun voedsel (voornamelijk inktvissen en pijlinktvissen) zoeken in de diepzee (Atlantische wateren), en in de ondiepe zuidelijke Noordzee in principe dus niets te zoeken hebben, is het waarschijnlijk dat de doodsoorzaak daar gezocht moet worden: een verdwaald en gedesoriënteerd dier dat op de verkeerde plaats terecht kwam, waar het voedings- noch overlevingskansen heeft. Zo verging het alvast de spitssnuitdolfijnen die eerder in België werden vastgesteld. Van de bijkomende verwondingen die werden opgelopen in Nieuwpoort wordt niet verwacht dat deze de rechtstreekse doodsoorzaak zijn, maar ze kunnen eventueel wel hebben bijgedragen tot de verdere verzwakking van het dier. Voorlopig is het echter speculeren, en moeten de resultaten van de autopsie worden afgewacht. Ook bij de rol van een touw dat bij het aanspoelen in Wenduine rond de staartbasis bleek te zitten zal worden stilgestaan.

Belgische spitssnuitdolfijnen

Voor zover bekend gaat het hier slechts om het 7e gedocumenteerde geval van een gewone spitssnuitdolfijn in België. Opmerkelijk is dat het wel al de tweede betreft in 2020, op 15 januari van dit jaar spoelde immers ook al een jong vrouwtje aan in Oostende. Voor de oudere gevallen moeten we terug naar 1972, 1969, 1954, 1933 en 1835. Meer informatie over de Belgische gevallen, over de stranding van januari 2020, en over spitssnuitdolfijnen in het algemeen, kan worden geraadpleegd  in het artikel over de stranding van januari 2020.

Save the date: Bundel de krachten tijdens de eerste “EU4Ocean workshop – Designing Ocean Literacy action in Europe”

Op 24 en 25 september 2020 zal de eerste EU4Ocean-workshop – Designing Ocean Literacy action in Europe – worden georganiseerd door de EU4Ocean Coalitie – een nieuw initiatief van de Europese Commissie op het gebied van oceaangeletterdheid.

Na de officiële aankondiging door de Commissaris voor Milieu, Oceanen en Visserij, Virginijus Sinkevičius, tijdens de virtuele eerste internationale topconferentie over de Oceaangeletterdheid (Wereldoceaandag, 8 juni 2020), hebben de oprichters van het EU4Ocean Platform onlangs het startschot gegeven voor hun werkzaamheden: 76 organisaties (waaronder het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) en initiatieven die zich willen verbinden, samenwerken en mobiliseren op het gebied van oceaangeletterdheid. De leden kwamen online bijeen om elkaar te leren kennen en om ideeën te delen over collectieve acties rond drie prioritaire thema’s: Klimaat en Oceaan, Voedsel uit de Oceaan, en Gezonde en Schone Oceaan.

Tegelijkertijd verzamelt het Youth4Ocean Forum zijn oprichters, een groep jongeren tussen 16 en 30 jaar die gepassioneerd zijn door de oceaan.  Ook deze stichtende leden zijn recent online bijeengekomen om de krachten te bundelen en veranderingen in de mentaliteit en praktijken in heel Europa te ondersteunen die zullen bijdragen aan een gezonde en duurzame oceaan.

Deze zomer wordt ook het Network of European Blue Schools opgericht om de oceaan in de klaslokalen – en de studenten naar de oceaan – te brengen! Leraren, schoolmanagers, mariene educatoren en studenten krijgen een handboek om hen te helpen de “Find the Blue”-uitdaging aan te gaan. Leerlingen zullen praktische, actiegerichte, probleemoplossende onderwijsprojecten creëren en implementeren die de oceaanproblemen en -uitdagingen aanpakken. Succesvolle projecten zullen hun school het European Blue School-certificaat opleveren.

In Europa groeit een diverse gemeenschap rond Ocean Literacy.

Op 24 september zal een reeks interactieve en participatieve online workshops dienen als platform voor de oprichters en de belangrijkste belanghebbenden om de ambitie, de organisatie, het proces en de instrumenten voor de ondersteuning van de collectieve actie voor elk van de drie gemeenschappen van de EU4Oceaancoalitie te presenteren.

Online workshops gepland op 24 september:

  • De EU4Oceans coalitie: wat, waarom, hoe? (ochtend)

Dit webinar zal de focus en de samenhang tussen de drie gemeenschappen van de EU4Ocean coalitie weerspiegelen: het EU4Ocean Platform, het Youth4Ocean forum en het netwerk van Europese blauwe scholen. De winnaars van de #YoungOceanWaves wedstrijd worden tijdens deze online workshop bekend gemaakt.

  • Betrokkenheid bij het EU4Ocean-platform (ochtend)

Dit webinar zal zich richten op de noodzaak van een collectieve verandering van begrip, waarden en acties, en op het groeiende belang van communicatie en capaciteitsopbouw voor effectieve gezamenlijke inspanningen. Het zal de eerste operationele werkzaamheden van het EU4Ocean-platform presenteren.

  • Mobilisatie van de jeugd: het Youth4Ocean forum (namiddag)

De jeugd is een motor voor verandering. Het webinar zal de weg vrijmaken voor het Forum om te opereren en de samenwerking tussen jonge enthousiaste mensen te bevorderen.

  • Het netwerk van Europese Blauwe Scholen: een reis naar oceaangeletterdheid (namiddag)

Goed geïnformeerde kinderen zullen verantwoordelijke volwassenen zijn. In dit webinar zullen scholen en leerkrachten hun ervaringen op het gebied van Ocean Literacy delen en de voorwaarden voor succes en de belangrijkste gebieden voor toekomstig werk identificeren. Het EU Blue School-handboek en het certificeringsproces zullen worden gepresenteerd.

Op 25 september zal een impuls worden gegeven aan collectieve acties, waarbij vertegenwoordigers van de drie gemeenschappen op het niveau van de EU en de regionale zeebekkens van de Oostzee, de Noordzee, de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee worden gemobiliseerd, die uitdrukking geven aan de diversiteit, de culturele rijkdom en het delen van kennis van de EU.

Online workshops gepland op 25 september:

  • Het opbouwen van collectieve Oceaangeletterdheidinitiatieven op de schaal van het zeebekken (ochtend)

Er zullen vijf parallelle online workshops worden georganiseerd om specifieke mariene en oceaangeletterdheiduitdagingen in de Europese zeebekkens te onderzoeken. De deelnemers zullen worden aangemoedigd om hun knowhow te delen en mogelijkheden voor collectieve acties te identificeren.

  • De weg vrijmaken voor collectieve initiatieven om de belangrijkste mariene uitdagingen aan te pakken (namiddag)

Deze workshop, die een combinatie is van plenaire en parallelle groepssessies, heeft als doel de basis te leggen voor collectieve initiatieven op het gebied van Klimaat en Oceaan, Voedsel uit de Oceaan, en Gezonde en Schone Oceaan.

Save the dates 24 and 25 september 2020 en neem deel aan de eerste “EU4Ocean workshop – Designing Ocean Literacy action in Europe”!

Breng je ideeën mee, laat je inspireren en onderneem actie voor de oceaan.

De inschrijving voor het evenement wordt binnenkort geopend. Stay tuned!

Aftrap van de nieuwe Copernicus Marine Hoge Resolutie Ocean Color Service

Een nieuw consortium werd geselecteerd voor het opleveren van hoge-resolutie kleurenbeelden van de oceaan, afgeleid van de Sentinel-2 satelliet, in de Copernicus Marine portfolio. De nieuwe producten zullen vanaf begin 2021 beschikbaar worden gesteld, en zullen de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRMS), de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Maritieme Ruimtelijke Planning (MRO) ondersteunen, evenals vele downstream-toepassingen.

Links: Momenteel beschikbaar Copernicus Marine Service Total Suspended Matter (TSM) product dat het estuarium van de Elbe bestrijkt (22.04.2020; resolutie 1 km). Rechts: Nieuw Sentinel-2 TSM-product dat hetzelfde gebied bestrijkt (22.04.2020; resolutie 100 m) (zal begin 2021 beschikbaar zijn in de Copernicus Marine Catalogus).

De toevoeging van kleurproducten van de oceaan met een hoge resolutie is belangrijk om kustgemeenschappen te ondersteunen, omdat dergelijke gegevens worden beschouwd als een sleutelelement voor een doeltreffend beheer van de hulpbronnen in de kustgebieden. Dergelijke hoge-resolutie (<300m) oceaankleur-producten maken nog geen deel uit van de Copernicus Marine portfolio. Om de bestaande kleurenproducten voor de oceaan met lage resolutie (>300m) aan te vullen met producten met hoge resolutie, heeft Mercator Ocean in april 2020 een aanbesteding gepubliceerd voor de implementatie en exploitatie van een dienst die producten van niveau 3 en 4 voor de Europese regionale zeeën levert op basis van het gebruik van Sentinel-2-gegevens (meer info hier).

Verschillende voorstellen werden ontvangen, geanalyseerd en geëvalueerd; het consortium dat Brockmann Consult GmbH uit Duitsland, het REMSEM-team van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) uit België en VITO uit België samenbrengt, heeft de oproep met succes gewonnen. De aftrap van de nieuwe activiteiten vond plaats op 9 juli.

Het geselecteerde consortium bouwt voort op de ervaring die het gedurende meerdere jaren heeft opgedaan in het ontwikkelen van hoge-resolutie diensten voor Research & Development projecten (zoals HIGHROC, DCS4COP, Multisync, of CyanoAlert), Copernicus Services (Copernicus Land en Klimaat) en als downstream service providers.

De nieuwe productie-eenheid voor oceaankleur met hoge resolutie (HR-OC), die het bestaande Low-Resolution Ocean Colour Thematic Centre aanvult, zal zorgen voor de productie van Sentinel-2 Total Suspended Matter Turbiditeit en Chlorophyll-a datasets voor alle 6 regionale zeeën in Europa (Middellandse Zee, Zwarte Zee, Oostzee, Europees noordwestelijk continentaal plat, Iberisch-Biskaje-Ierse zeeën en de Noordelijke IJszee) over de kuststrook tot 20 km van de kust. De figuur toont een voorbeeld van het nieuwe Sentinel-2 product in vergelijking met een reeds beschikbaar Copernicus Marine Service product.

Deze nieuwe producten zullen Europese richtlijnen ondersteunen, zoals de Kaderrichtlijn Mariene Strategie, de Kaderrichtlijn Water en de Maritieme Ruimtelijke Ordening, naast een verscheidenheid aan downstream-toepassingen, waaronder offshore-activiteiten, kustmonitoring, habitatmonitoring, aquacultuur, monitoring van schadelijke algenbloei, en aanpassing aan en matiging van de gevolgen van klimaatverandering. Dergelijke producten met een hoge resolutie zullen voorzien in de behoefte van onze milieu-, maatschappelijke en economische gebruikersgemeenschappen aan marktsectoren zoals “Oceaangezondheid”, “Oceaanbeleid & -bestuur & Mitigatie” en “Kustdiensten”.

Bron: https://marine.copernicus.eu/successful-kick-off-new-copernicus-marine-high-resolution-ocean-color-service/

Beleidsbehoeften voor de oceanen en de menselijke gezondheid

Op 28 mei 2020 heeft de European Marine Board (EMB) haar beleidsinformerende nota N° 8 “Policy Needs for Oceans and Human Health” gelanceerd, die samen met het door de EU gefinancierde SOPHIE-project (Seas, Oceans and Public Health in Europe) werd opgesteld.

De gezondheid van de mens en van de oceaan zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De mens kan voordeel halen uit de oceanen en de ecosysteemdiensten, zoals voedsel en energie, maar zijn gezondheid kan ook in gevaar komen door aspecten als stormen en vervuiling. De gezondheid van de oceaan kan op zijn beurt aanzienlijk worden beïnvloed door menselijke activiteiten, en daarom moet worden gestreefd naar een evenwicht om de gezondheid van beide te waarborgen. Momenteel is er echter geen beleid op nationaal of Europees niveau dat expliciet gericht is op de link tussen oceanen en de menselijke gezondheid.

Menselijke activiteiten die invloed hebben op de oceaan hebben op hun beurt invloed op de menselijke gezondheid. Deze effecten kunnen gunstig zijn, zoals die van voedsel, hernieuwbare energie, recreatie en biomedisch onderzoek, maar kunnen ook negatief zijn, zoals die in verband met overstromingen, stormen en vervuiling. (Jacob Bentley, bentleyillustration@gmail.com)

In de beleidsinformerende nota “Policy Needs for Oceans and Human Health” wordt een overzicht gegeven van de beleidsuitdagingen bij de gezamenlijke aanpak van de gezondheid van de oceanen en de mens, en van de samenwerking en het onderzoek die nodig zijn om deze uitdagingen aan te pakken. Er wordt voorgesteld hoe het bestaande regelgevingskader kan worden aangepast om rekening te houden met de oceanen en de gezondheid van de mens. Ook worden aanbevelingen gedaan met betrekking tot gegevens en indicatoren, monitoring, financiering en opleiding.

Aanbevelingen

De beleidsinformerende nota is gebaseerd op de aanbevelingen die in de loop van het SOPHIE-project zijn gedaan en in twee projectresultaten warden gepresenteerd: de strategische onderzoeksagenda (Strategic Research Agenda) voor oceanen en de menselijke gezondheid in Europa en het beleidsrapport (policy report), waarin wordt onderzocht hoe de regelgevingsstrategieën en -instrumenten in verband met het geïntegreerde maritieme beleid van de EU zich verhouden tot oceanen en de menselijke gezondheid.

 

De overkoepelende aanbevelingen voor oceanen en de menselijke gezondheid zijn:

  • Om de ontwikkeling van een “Health (and Environment) in All Policies”-aanpak te bevorderen, moet de onderzoeksgemeenschap zich sterk maken voor een dergelijke aanpak en de huidige tekortkomingen in kaart brengen, rekening houdend met billijkheid en gelijkheid, met gebruikmaking van nationale en Europese mechanismen voor wetenschappelijk advies en beleidsherzieningen;
  • Om de menselijke gezondheid te koppelen aan het gezondheidsbeleid voor de oceanen, moeten de Europese beleidsmakers de mogelijkheden onderzoeken om het bestaande mariene beleid te herformuleren, aan te passen of te herinterpreteren om er “oceanen en de gezondheid van de mens” in op te nemen;
  • Om “marien” in te bedden in de studie en de praktijk van milieu en gezondheid, moet de “Oceans and Human Health”-gemeenschap het bewustzijn verhogen, de gemeenschap opbouwen, trainen en samenwerken met geïnteresseerde partijen;
  • Om specifieke indicatoren voor “Oceanen en de menselijke gezondheid” te ontwerpen en te implementeren, moeten onderzoekers en relevante belanghebbenden op het gebied van oceanen en de menselijke gezondheid passende indicatoren, monitoringbenaderingen en beheersinstrumenten creëren door middel van samenwerkingsprojecten en -initiatieven op alle relevante schalen;
  • Om evidence-based management in een context van “oceanen- en menselijke gezondheid” te ondersteunen, moet de onderzoeksgemeenschap specifieke gegevensstromen ontwikkelen door de behoeften aan gegevensuitwisseling, -beheer en -harmonisatie binnen de bestaande gegevenskaders te identificeren;
  • Om een geïntegreerde architectuur voor gezondheids- en milieugegevens in Europa op te bouwen, moeten de sectoren voor het beheer van mariene en terrestrische gegevens en gezondheidsgegevens samenwerken om beste praktijken en geleerde lessen uit te wisselen, voortbouwend op relevante lopende activiteiten op Europees niveau zoals de European Open Science Cloud;
  • Om een beter inzicht te krijgen in de voordelen van monitoring voor beleid dat zowel betrekking heeft op de oceaan als op de menselijke gezondheid, moet de gemeenschap in samenwerking met economen en sociale wetenschappers kosten-batenanalyses uitvoeren om de afwegingen te rechtvaardigen;
  • Om zowel de gezondheid van de oceanen als die van de mensen te beschermen, moet de gemeenschap de beleidsmakers ondersteunen bij het uitvoeren van systematische beoordelingen om te zorgen voor feedback over gegevens en indicatoren. Om te zorgen voor consistentie in heel Europa moet dit wellicht op Europees niveau worden gecoördineerd; en
  • Om de steun voor Oceanen en de menselijke gezondheid in onderzoek en sectorale en regionale samenwerkingsprogramma’s te vergroten, moeten de financiers van onderzoek het belang van Oceanen en de menselijke gezondheid erkennen en gezamenlijk, transdisciplinair onderzoek financieren dat door alle belanghebbenden mede is ontworpen.
Aanbevelingen voor “Oceanen en de menselijke gezondheid” (Jacob Bentley, bentleyillustration@gmail.com)

De beleidsinformerende nota kan hier worden gedownload. Speciaal voor deze publicatie werd ook een set cartoons gemaakt door Jacob Bentley. De volledige set met afbeeldingen kunt u hier bekomen. Een video, gemaakt door Seascape Belgium in het kader van het project ‘Seas, Oceans and Human Health in Europe (SOPHIE)’, benadrukt de noodzaak van meer onderzoek op het gebied van Oceanen en Menselijke Gezondheid, zodat we de interacties die we hebben met onze kusten, zeeën en oceanen beter kunnen begrijpen, en hoe deze interacties onze gezondheid en de gezondheid van het mariene milieu beïnvloeden. Ook wordt een groeiende gemeenschap van uiteenlopende belanghebbenden opgeroepen om samen te komen om de kennis rond de relatie tussen de gezondheid van oceanen en de mens in Europa te bevorderen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paula Kellett, Science Officer, European Marine Board, Email: pkellett@marineboard.eu

De European Marine Board (EMB) is een toonaangevende Europese denktank op het gebied van het mariene wetenschapsbeleid. EMB is een netwerk met meer dan 10.000 mariene wetenschappers en technisch personeel van de belangrijkste nationale marine/oceanografische instituten, onderzoeks-financieringsagentschappen en nationale netwerken van universiteiten uit landen in heel Europa. De Raad van Bestuur biedt een platform voor zijn ledenorganisaties om gemeenschappelijke prioriteiten te ontwikkelen, het mariene onderzoek te bevorderen en de kloof tussen wetenschap en beleid te overbruggen om toekomstige uitdagingen en kansen op het gebied van mariene wetenschap aan te gaan. De Belgische Federale Staat is in de EMB vertegenwoordigd door het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO) en in het EMB-communicatiepanel door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN).