Save the date: Bundel de krachten tijdens de eerste “EU4Ocean workshop – Designing Ocean Literacy action in Europe”

Op 24 en 25 september 2020 zal de eerste EU4Ocean-workshop – Designing Ocean Literacy action in Europe – worden georganiseerd door de EU4Ocean Coalitie – een nieuw initiatief van de Europese Commissie op het gebied van oceaangeletterdheid.

Na de officiële aankondiging door de Commissaris voor Milieu, Oceanen en Visserij, Virginijus Sinkevičius, tijdens de virtuele eerste internationale topconferentie over de Oceaangeletterdheid (Wereldoceaandag, 8 juni 2020), hebben de oprichters van het EU4Ocean Platform onlangs het startschot gegeven voor hun werkzaamheden: 76 organisaties (waaronder het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) en initiatieven die zich willen verbinden, samenwerken en mobiliseren op het gebied van oceaangeletterdheid. De leden kwamen online bijeen om elkaar te leren kennen en om ideeën te delen over collectieve acties rond drie prioritaire thema’s: Klimaat en Oceaan, Voedsel uit de Oceaan, en Gezonde en Schone Oceaan.

Tegelijkertijd verzamelt het Youth4Ocean Forum zijn oprichters, een groep jongeren tussen 16 en 30 jaar die gepassioneerd zijn door de oceaan.  Ook deze stichtende leden zijn recent online bijeengekomen om de krachten te bundelen en veranderingen in de mentaliteit en praktijken in heel Europa te ondersteunen die zullen bijdragen aan een gezonde en duurzame oceaan.

Deze zomer wordt ook het Network of European Blue Schools opgericht om de oceaan in de klaslokalen – en de studenten naar de oceaan – te brengen! Leraren, schoolmanagers, mariene educatoren en studenten krijgen een handboek om hen te helpen de “Find the Blue”-uitdaging aan te gaan. Leerlingen zullen praktische, actiegerichte, probleemoplossende onderwijsprojecten creëren en implementeren die de oceaanproblemen en -uitdagingen aanpakken. Succesvolle projecten zullen hun school het European Blue School-certificaat opleveren.

In Europa groeit een diverse gemeenschap rond Ocean Literacy.

Op 24 september zal een reeks interactieve en participatieve online workshops dienen als platform voor de oprichters en de belangrijkste belanghebbenden om de ambitie, de organisatie, het proces en de instrumenten voor de ondersteuning van de collectieve actie voor elk van de drie gemeenschappen van de EU4Oceaancoalitie te presenteren.

Online workshops gepland op 24 september:

  • De EU4Oceans coalitie: wat, waarom, hoe? (ochtend)

Dit webinar zal de focus en de samenhang tussen de drie gemeenschappen van de EU4Ocean coalitie weerspiegelen: het EU4Ocean Platform, het Youth4Ocean forum en het netwerk van Europese blauwe scholen. De winnaars van de #YoungOceanWaves wedstrijd worden tijdens deze online workshop bekend gemaakt.

  • Betrokkenheid bij het EU4Ocean-platform (ochtend)

Dit webinar zal zich richten op de noodzaak van een collectieve verandering van begrip, waarden en acties, en op het groeiende belang van communicatie en capaciteitsopbouw voor effectieve gezamenlijke inspanningen. Het zal de eerste operationele werkzaamheden van het EU4Ocean-platform presenteren.

  • Mobilisatie van de jeugd: het Youth4Ocean forum (namiddag)

De jeugd is een motor voor verandering. Het webinar zal de weg vrijmaken voor het Forum om te opereren en de samenwerking tussen jonge enthousiaste mensen te bevorderen.

  • Het netwerk van Europese Blauwe Scholen: een reis naar oceaangeletterdheid (namiddag)

Goed geïnformeerde kinderen zullen verantwoordelijke volwassenen zijn. In dit webinar zullen scholen en leerkrachten hun ervaringen op het gebied van Ocean Literacy delen en de voorwaarden voor succes en de belangrijkste gebieden voor toekomstig werk identificeren. Het EU Blue School-handboek en het certificeringsproces zullen worden gepresenteerd.

Op 25 september zal een impuls worden gegeven aan collectieve acties, waarbij vertegenwoordigers van de drie gemeenschappen op het niveau van de EU en de regionale zeebekkens van de Oostzee, de Noordzee, de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee worden gemobiliseerd, die uitdrukking geven aan de diversiteit, de culturele rijkdom en het delen van kennis van de EU.

Online workshops gepland op 25 september:

  • Het opbouwen van collectieve Oceaangeletterdheidinitiatieven op de schaal van het zeebekken (ochtend)

Er zullen vijf parallelle online workshops worden georganiseerd om specifieke mariene en oceaangeletterdheiduitdagingen in de Europese zeebekkens te onderzoeken. De deelnemers zullen worden aangemoedigd om hun knowhow te delen en mogelijkheden voor collectieve acties te identificeren.

  • De weg vrijmaken voor collectieve initiatieven om de belangrijkste mariene uitdagingen aan te pakken (namiddag)

Deze workshop, die een combinatie is van plenaire en parallelle groepssessies, heeft als doel de basis te leggen voor collectieve initiatieven op het gebied van Klimaat en Oceaan, Voedsel uit de Oceaan, en Gezonde en Schone Oceaan.

Save the dates 24 and 25 september 2020 en neem deel aan de eerste “EU4Ocean workshop – Designing Ocean Literacy action in Europe”!

Breng je ideeën mee, laat je inspireren en onderneem actie voor de oceaan.

De inschrijving voor het evenement wordt binnenkort geopend. Stay tuned!

Aftrap van de nieuwe Copernicus Marine Hoge Resolutie Ocean Color Service

Een nieuw consortium werd geselecteerd voor het opleveren van hoge-resolutie kleurenbeelden van de oceaan, afgeleid van de Sentinel-2 satelliet, in de Copernicus Marine portfolio. De nieuwe producten zullen vanaf begin 2021 beschikbaar worden gesteld, en zullen de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRMS), de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Maritieme Ruimtelijke Planning (MRO) ondersteunen, evenals vele downstream-toepassingen.

Links: Momenteel beschikbaar Copernicus Marine Service Total Suspended Matter (TSM) product dat het estuarium van de Elbe bestrijkt (22.04.2020; resolutie 1 km). Rechts: Nieuw Sentinel-2 TSM-product dat hetzelfde gebied bestrijkt (22.04.2020; resolutie 100 m) (zal begin 2021 beschikbaar zijn in de Copernicus Marine Catalogus).

De toevoeging van kleurproducten van de oceaan met een hoge resolutie is belangrijk om kustgemeenschappen te ondersteunen, omdat dergelijke gegevens worden beschouwd als een sleutelelement voor een doeltreffend beheer van de hulpbronnen in de kustgebieden. Dergelijke hoge-resolutie (<300m) oceaankleur-producten maken nog geen deel uit van de Copernicus Marine portfolio. Om de bestaande kleurenproducten voor de oceaan met lage resolutie (>300m) aan te vullen met producten met hoge resolutie, heeft Mercator Ocean in april 2020 een aanbesteding gepubliceerd voor de implementatie en exploitatie van een dienst die producten van niveau 3 en 4 voor de Europese regionale zeeën levert op basis van het gebruik van Sentinel-2-gegevens (meer info hier).

Verschillende voorstellen werden ontvangen, geanalyseerd en geëvalueerd; het consortium dat Brockmann Consult GmbH uit Duitsland, het REMSEM-team van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) uit België en VITO uit België samenbrengt, heeft de oproep met succes gewonnen. De aftrap van de nieuwe activiteiten vond plaats op 9 juli.

Het geselecteerde consortium bouwt voort op de ervaring die het gedurende meerdere jaren heeft opgedaan in het ontwikkelen van hoge-resolutie diensten voor Research & Development projecten (zoals HIGHROC, DCS4COP, Multisync, of CyanoAlert), Copernicus Services (Copernicus Land en Klimaat) en als downstream service providers.

De nieuwe productie-eenheid voor oceaankleur met hoge resolutie (HR-OC), die het bestaande Low-Resolution Ocean Colour Thematic Centre aanvult, zal zorgen voor de productie van Sentinel-2 Total Suspended Matter Turbiditeit en Chlorophyll-a datasets voor alle 6 regionale zeeën in Europa (Middellandse Zee, Zwarte Zee, Oostzee, Europees noordwestelijk continentaal plat, Iberisch-Biskaje-Ierse zeeën en de Noordelijke IJszee) over de kuststrook tot 20 km van de kust. De figuur toont een voorbeeld van het nieuwe Sentinel-2 product in vergelijking met een reeds beschikbaar Copernicus Marine Service product.

Deze nieuwe producten zullen Europese richtlijnen ondersteunen, zoals de Kaderrichtlijn Mariene Strategie, de Kaderrichtlijn Water en de Maritieme Ruimtelijke Ordening, naast een verscheidenheid aan downstream-toepassingen, waaronder offshore-activiteiten, kustmonitoring, habitatmonitoring, aquacultuur, monitoring van schadelijke algenbloei, en aanpassing aan en matiging van de gevolgen van klimaatverandering. Dergelijke producten met een hoge resolutie zullen voorzien in de behoefte van onze milieu-, maatschappelijke en economische gebruikersgemeenschappen aan marktsectoren zoals “Oceaangezondheid”, “Oceaanbeleid & -bestuur & Mitigatie” en “Kustdiensten”.

Bron: https://marine.copernicus.eu/successful-kick-off-new-copernicus-marine-high-resolution-ocean-color-service/

Beleidsbehoeften voor de oceanen en de menselijke gezondheid

Op 28 mei 2020 heeft de European Marine Board (EMB) haar beleidsinformerende nota N° 8 “Policy Needs for Oceans and Human Health” gelanceerd, die samen met het door de EU gefinancierde SOPHIE-project (Seas, Oceans and Public Health in Europe) werd opgesteld.

De gezondheid van de mens en van de oceaan zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De mens kan voordeel halen uit de oceanen en de ecosysteemdiensten, zoals voedsel en energie, maar zijn gezondheid kan ook in gevaar komen door aspecten als stormen en vervuiling. De gezondheid van de oceaan kan op zijn beurt aanzienlijk worden beïnvloed door menselijke activiteiten, en daarom moet worden gestreefd naar een evenwicht om de gezondheid van beide te waarborgen. Momenteel is er echter geen beleid op nationaal of Europees niveau dat expliciet gericht is op de link tussen oceanen en de menselijke gezondheid.

Menselijke activiteiten die invloed hebben op de oceaan hebben op hun beurt invloed op de menselijke gezondheid. Deze effecten kunnen gunstig zijn, zoals die van voedsel, hernieuwbare energie, recreatie en biomedisch onderzoek, maar kunnen ook negatief zijn, zoals die in verband met overstromingen, stormen en vervuiling. (Jacob Bentley, bentleyillustration@gmail.com)

In de beleidsinformerende nota “Policy Needs for Oceans and Human Health” wordt een overzicht gegeven van de beleidsuitdagingen bij de gezamenlijke aanpak van de gezondheid van de oceanen en de mens, en van de samenwerking en het onderzoek die nodig zijn om deze uitdagingen aan te pakken. Er wordt voorgesteld hoe het bestaande regelgevingskader kan worden aangepast om rekening te houden met de oceanen en de gezondheid van de mens. Ook worden aanbevelingen gedaan met betrekking tot gegevens en indicatoren, monitoring, financiering en opleiding.

Aanbevelingen

De beleidsinformerende nota is gebaseerd op de aanbevelingen die in de loop van het SOPHIE-project zijn gedaan en in twee projectresultaten warden gepresenteerd: de strategische onderzoeksagenda (Strategic Research Agenda) voor oceanen en de menselijke gezondheid in Europa en het beleidsrapport (policy report), waarin wordt onderzocht hoe de regelgevingsstrategieën en -instrumenten in verband met het geïntegreerde maritieme beleid van de EU zich verhouden tot oceanen en de menselijke gezondheid.

 

De overkoepelende aanbevelingen voor oceanen en de menselijke gezondheid zijn:

  • Om de ontwikkeling van een “Health (and Environment) in All Policies”-aanpak te bevorderen, moet de onderzoeksgemeenschap zich sterk maken voor een dergelijke aanpak en de huidige tekortkomingen in kaart brengen, rekening houdend met billijkheid en gelijkheid, met gebruikmaking van nationale en Europese mechanismen voor wetenschappelijk advies en beleidsherzieningen;
  • Om de menselijke gezondheid te koppelen aan het gezondheidsbeleid voor de oceanen, moeten de Europese beleidsmakers de mogelijkheden onderzoeken om het bestaande mariene beleid te herformuleren, aan te passen of te herinterpreteren om er “oceanen en de gezondheid van de mens” in op te nemen;
  • Om “marien” in te bedden in de studie en de praktijk van milieu en gezondheid, moet de “Oceans and Human Health”-gemeenschap het bewustzijn verhogen, de gemeenschap opbouwen, trainen en samenwerken met geïnteresseerde partijen;
  • Om specifieke indicatoren voor “Oceanen en de menselijke gezondheid” te ontwerpen en te implementeren, moeten onderzoekers en relevante belanghebbenden op het gebied van oceanen en de menselijke gezondheid passende indicatoren, monitoringbenaderingen en beheersinstrumenten creëren door middel van samenwerkingsprojecten en -initiatieven op alle relevante schalen;
  • Om evidence-based management in een context van “oceanen- en menselijke gezondheid” te ondersteunen, moet de onderzoeksgemeenschap specifieke gegevensstromen ontwikkelen door de behoeften aan gegevensuitwisseling, -beheer en -harmonisatie binnen de bestaande gegevenskaders te identificeren;
  • Om een geïntegreerde architectuur voor gezondheids- en milieugegevens in Europa op te bouwen, moeten de sectoren voor het beheer van mariene en terrestrische gegevens en gezondheidsgegevens samenwerken om beste praktijken en geleerde lessen uit te wisselen, voortbouwend op relevante lopende activiteiten op Europees niveau zoals de European Open Science Cloud;
  • Om een beter inzicht te krijgen in de voordelen van monitoring voor beleid dat zowel betrekking heeft op de oceaan als op de menselijke gezondheid, moet de gemeenschap in samenwerking met economen en sociale wetenschappers kosten-batenanalyses uitvoeren om de afwegingen te rechtvaardigen;
  • Om zowel de gezondheid van de oceanen als die van de mensen te beschermen, moet de gemeenschap de beleidsmakers ondersteunen bij het uitvoeren van systematische beoordelingen om te zorgen voor feedback over gegevens en indicatoren. Om te zorgen voor consistentie in heel Europa moet dit wellicht op Europees niveau worden gecoördineerd; en
  • Om de steun voor Oceanen en de menselijke gezondheid in onderzoek en sectorale en regionale samenwerkingsprogramma’s te vergroten, moeten de financiers van onderzoek het belang van Oceanen en de menselijke gezondheid erkennen en gezamenlijk, transdisciplinair onderzoek financieren dat door alle belanghebbenden mede is ontworpen.
Aanbevelingen voor “Oceanen en de menselijke gezondheid” (Jacob Bentley, bentleyillustration@gmail.com)

De beleidsinformerende nota kan hier worden gedownload. Speciaal voor deze publicatie werd ook een set cartoons gemaakt door Jacob Bentley. De volledige set met afbeeldingen kunt u hier bekomen. Een video, gemaakt door Seascape Belgium in het kader van het project ‘Seas, Oceans and Human Health in Europe (SOPHIE)’, benadrukt de noodzaak van meer onderzoek op het gebied van Oceanen en Menselijke Gezondheid, zodat we de interacties die we hebben met onze kusten, zeeën en oceanen beter kunnen begrijpen, en hoe deze interacties onze gezondheid en de gezondheid van het mariene milieu beïnvloeden. Ook wordt een groeiende gemeenschap van uiteenlopende belanghebbenden opgeroepen om samen te komen om de kennis rond de relatie tussen de gezondheid van oceanen en de mens in Europa te bevorderen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paula Kellett, Science Officer, European Marine Board, Email: pkellett@marineboard.eu

De European Marine Board (EMB) is een toonaangevende Europese denktank op het gebied van het mariene wetenschapsbeleid. EMB is een netwerk met meer dan 10.000 mariene wetenschappers en technisch personeel van de belangrijkste nationale marine/oceanografische instituten, onderzoeks-financieringsagentschappen en nationale netwerken van universiteiten uit landen in heel Europa. De Raad van Bestuur biedt een platform voor zijn ledenorganisaties om gemeenschappelijke prioriteiten te ontwikkelen, het mariene onderzoek te bevorderen en de kloof tussen wetenschap en beleid te overbruggen om toekomstige uitdagingen en kansen op het gebied van mariene wetenschap aan te gaan. De Belgische Federale Staat is in de EMB vertegenwoordigd door het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO) en in het EMB-communicatiepanel door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN).

‘Ride the wave’ en neem deel aan de #YoungOceanWaves Video- en Fotowedstrijd

Gek op de oceaan? De #EU4Ocean Coalitie lanceert de #YoungOceanWaves wedstrijd: Wat de oceaan voor mij betekent. We zijn op zoek naar coole video’s & foto’s die je band met de oceaan laten zien!

De wedstrijd #YoungOceanWaves, gepromoot door het Directoraat-Generaal Maritieme Zaken en Visserij (DG MARE) van de Europese Commissie, moedigt iedereen – vooral jongeren – aan om te laten zien wat de oceaan voor hen betekent: Prachtige kleuren en levende wezens? Plezier? Sport? Gekke of ontspannende avonturen? Lekker eten of een baan?

Doe mee aan de #YoungOceanWaves wedstrijd en laat je band met de oceaan zien!

Hoe werkt het?

De wedstrijd loopt van 14 juli tot 18 augustus 2020, middernacht.

Om deel te nemen aan de wedstrijd, volg je deze stappen:

  • Deel een (maximaal) 30 seconden durende video of een foto op je openbare Instagram-account, die laat zien wat de oceaan voor jou betekent.
  • Gebruik de vereiste hashtag #YoungOceanWaves in je post.
  • Voel je vrij om #EU4Ocean en #Youth4Ocean toe te voegen aan je bericht.
  • Wees creatief! Als je video’s maakt, voel je vrij om jezelf uit te drukken zoals je wilt: kies een onderwerp… of wees het onderwerp! Beweeg, dans, zing, speel, teken, schilder, maak collages, bouw iets op, draag een gedicht voor of treed op. Of als je een foto post, voel je vrij om filters, effecten, collages, etc. te gebruiken.

De winnaars worden gekozen door een jury die geweldige prijzen zal uitreiken!

Bekijk hieronder de regels voor deelname.

Criteria om in aanmerking te komen

  • Je moet minstens 18 jaar oud zijn en een publieke Instagram-account hebben om deel te nemen aan de wedstrijd.
  • Je kan alleen als individu deelnemen.
  • Bij het delen van je video of foto is het gebruik van de #YoungOceanWaves hashtag in je post verplicht om deel te nemen aan de wedstrijd.
  • Elke taal kan worden gebruikt in de video. Video-inzendingen die niet in het Engels worden ingezonden, moeten vergezeld gaan van ondertitels in het Engels om een breed begrip te garanderen. Foto’s die niet-Engelse tekst bevatten, moeten ook vergezeld gaan van een vertaling in het Engels.
  • Slechts één inzending is toegestaan per deelnemer. Meerdere inzendingen worden niet in aanmerking genomen.
  • Inzendingen op Instagram Stories zijn NIET toegestaan.
  • Herberichten van oudere berichten worden in aanmerking genomen zolang ze tussen 14 juli en 18 augustus 2020 worden gepubliceerd. Oudere berichten waarvoor de hashtag pas achteraf in de beschrijvingstekst is toegevoegd, worden niet beoordeeld.
  • Inzendingen maken geen inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van derden of op beeldrechten (zie onderstaande voorwaarden).

Wedstrijdspecificaties

  1. De video mag niet langer zijn dan 30 seconden. Ingediende inzendingen met een langere lengte worden niet in aanmerking genomen. Er zijn geen specificaties voor foto’s.
  2. De video kan in elk formaat zijn (d.w.z. animatie, documentaire, muziekvideo, dynamische infographic, etc.) en u kunt kiezen uit verschillende mogelijkheden (d.w.z. een video zonder dialoog, video met eenvoudige verbale uitdrukkingen, video met een dialoog, een video met voice-over, film met ondertiteling, etc.). Dezelfde regel geldt voor de foto’s (d.w.z. met tekst, zonder tekst, etc.).
  3. In de video kan elke taal worden gebruikt. Video-inzendingen die niet in het Engels worden ingezonden, moeten vergezeld gaan van ondertitels in het Engels om een breed begrip te garanderen. Foto’s die niet-Engelse tekst bevatten, moeten ook vergezeld gaan van een vertaling in het Engels.
  4. De video mag geen ongepaste inhoud, taal of beeldmateriaal bevatten (geen geweld, racistische opmerkingen, pornografische of persoonlijke aanvallen op mensen of organisaties, enz.)  Het DG MARE-team en de jury behouden zich het recht voor om de deelnemende video’s die wij ongepast, onwettig of verwerpelijk vinden, te negeren.
  5. Auteursrechten: De video’s/foto’s die voor de wedstrijd worden gemaakt, zijn origineel werk en maken geen inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van derden, zoals auteursrechten, naburige rechten, handelsmerken of eventuele privacy- en beeldrechten. Maak geen foto’s van privépersonen zonder hun toestemming. Kinderen mogen niet herkenbaar zijn op de foto. Op verschillende sites is gratis muziek beschikbaar voor uw video en u dient iets te gebruiken waarop geen copyright rust (Gratis muziek en geluidseffecten voor uw video van YouTube). Veel websites bieden goedkope en gratis stock footage aan die u kunt gebruiken voor uw video (www.pexels.com; www.pixabay.com).
  6. Als uw video/foto wordt geselecteerd voor prijzen, wordt u gevraagd een online formulier in te vullen om a) toestemming te geven om uw naam, bijdrage, biografie en foto op de website van het Maritieme Forum en andere online kanalen van de Europese Commissie te plaatsen, evenals op de online kanalen van de projectpartners* die de wedstrijd beheren, en b) te bevestigen dat uw werk geen inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van derden of op de beeldrechten. Als u het formulier niet invult, wordt u uitgesloten van de wedstrijd.
  7. Door deel te nemen aan de wedstrijd geeft u ook toestemming aan de Europese Commissie om uw foto’s/video’s te gebruiken voor hun eigen publiciteitsdoeleinden en communicatie.
  8. De organisator behoudt zich het recht voor om de prijzen van de wedstrijd te wijzigen of te vervangen en/of het reglement van de wedstrijd te wijzigen indien nodig, zonder voorafgaande kennisgeving.

Voorwaarden

Gedetailleerde voorwaarden zijn HIER te vinden. Lees ze aandachtig door.

Gunningscriteria

Video’s en foto’s worden door meerdere jury’s beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • Berichtinhoud (Focus op uw verbinding met de oceaan)
  • Creativiteit & originaliteit: Wees origineel, innovatief, inspirerend, innemend, geestig
  • Videografische interesse en kwaliteit: de verscheidenheid aan opnamen, camerahoeken, geluidseffecten, adequaat zoomen, belichting, locatie, de volgorde van de opnamen, geluids- en beeldkwaliteit
  • Taalgebruik: zorg voor grammatica, spelling en duidelijke formulering van berichten. Elke taal is toegestaan, mits Engelse ondertiteling in de video is geïntegreerd en tekst in het Engels in de foto is opgenomen.

Tijdlijn

  • 14 juli – 18 augustus: wedstrijd loopt
  • 19-20 augustus: 1e voorselectie
  • 24-27 augustus: 2e voorselectie door interne jury
  • 1-3 september: selectie van de winnaars van de finale jury
  • 7-10 september: er wordt contact opgenomen met de winnaars en de inzendingen worden verzameld
  • rond 15 september: Briefing van de winnaars
  • 24 september: Prijsuitreiding aan de winnaars en vertoning van video’s/foto’s tijdens de online workshop van de EU4Ocean Coalitie

Selectie en Jury

  • 1e selectie: Een eerste screening van de inzendingen zal worden uitgevoerd door het interne team van het EU4Ocean project. Deze selectie diskwalificeert de inzendingen die niet voldoen aan de criteria om in aanmerking te komen en aan de minimale gunningscriteria.
  • 2de selectie: Een shortlist van de 20 beste foto’s en video’s zal worden gemaakt door een interne jury bestaande uit leden van het EU4Ocean project.
  • Definitieve selectie: 3 winnaars en 7 finalisten worden geselecteerd door een jury van hoog niveau (beschrijving van de juryleden)

Prijzen

Winnende video’s/foto’s worden op de website van het Youth4Ocean Forum geplaatst, worden beloond op het virtuele evenement dat op 24 – 25 september plaatsvindt en ontvangen een certificaat.

1e prijs: Een GoPro-camera

2de prijs: Een 1-jarig online abonnement op National Geographic

3de prijs: Goodie bag van het Nausicaā Centre National de la Mer aquarium

Van de 4e tot de 10e plaats: Deelnemers winnen een waardebon van 20€

Contacten

Communicatie: Controleer regelmatig uw Instagram-berichtenbox. Als u wint, nemen wij contact met u op via een privébericht. (Opmerking: Als iemand die u niet volgt u een bericht stuurt, zal dat bericht in uw inbox verschijnen als een verzoek. Om het bericht te accepteren of af te wijzen, veegt u naar links (iOS) of tikt u op het bericht en houdt u het vast (Android).

U kunt ons altijd bereiken met vragen: youngoceanwaves@ecologic.eu

Stuur een bericht of voeg een opmerking toe

*EU4Ocean is een door de Europese Commissie gefinancierd project dat wordt uitgevoerd door een consortium van 12 partners in heel Europa: ACTeon (coördinator, Frankrijk), Seascape Belgium (secretariaat van het Europees marien observatie- en datanetwerk en de Europese Atlas van de Zee, België), de Europese Raad voor de Zeevaart (EMB, België), Nausicaá-Nationaal Zeecentrum (Frankrijk), het Wereldoceaannetwerk (WON, Frankrijk), Ciência Viva (Portugal), de European Marine Science Educators Association (EMSEA, België), het Ecologic Institute (Duitsland), het European Centre for Information on Marine Science and Technology (EurOcean, Portugal), het Secretariat of Submariners (S. Pro, Duitsland), MARE Nostrum (Roemenië), European Schoolnet (België), en Farah Obaidullah (Independent Ocean Advocate & Founder Women4Oceans, Nederland).

Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen is stichtend lid van het EU4Ocean Platform, een van de drie belangrijkste onderdelen van de EU4Ocean-coalitie.

Hoe kunnen mariene wetenschappers Big Data omarmen?

De mariene wetenschap gaat snel het digitale tijdperk in. Uitbreidingen in het bereik en de omvang van oceaanwaarnemingen, evenals geautomatiseerde bemonstering en ‘slimme sensoren’ leiden tot een continue stroom van gegevens. Dit leidt ertoe dat de mariene wetenschap de wereld van de big data betreedt, waar we te maken hebben met grote hoeveelheden gegevens van een grote verscheidenheid, die aan hoge snelheid worden verzameld. Big data bieden het potentieel om de manier waarop we de oceaan bestuderen en begrijpen om te vormen door middel van meer complexe en transdisciplinaire analyses, en bieden nieuwe benaderingen voor het beheer van het menselijk gebruik van mariene hulpbronnen. Meer data betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat we de juiste gegevens hebben om veel kritische wetenschappelijke vragen te beantwoorden en goed geïnformeerde, datagestuurde beheerbeslissingen te nemen. Om de waarde van grote mariene datasets te verhogen, moeten deze openlijk worden gedeeld, interoperabel zijn en beschikbaar zijn voor complexe analyses die gebaseerd kunnen zijn op kunstmatige intelligentie.

Future Science Brief over ‘Big Data in Marine Science’

In de 6e Future Science Brief van de European Marine Board (EMB) over ‘Big Data in Marine Science’ worden recente vorderingen, uitdagingen en mogelijkheden voor Big Data ter ondersteuning van de mariene wetenschap gepresenteerd en komen onderwerpen aan bod als klimaat- en mariene biogeochemie, het in kaart brengen van habitats ten behoeve van het behoud van de zee, mariene biologische waarnemingen en voedselvoorziening uit zeeën en de oceaan. Het document werd op 28 april 2020 gelanceerd tijdens een webinar met meer dan 400 deelnemers, en is het resultaat van de werkzaamheden van de EMB-werkgroep voor Big Data, die in mei 2019 van start ging. De Future Science Brief en bijhorende samenvattende infographics zijn beschikbaar op de EMB website, terwijl video-opnamen van de presentaties beschikbaar zijn op het EMB YouTube-kanaal.

Aanbevelingen

Tijdens het webinar presenteerde Sheila Heymans, uitvoerend directeur van EMB, een overzicht van het document en de belangrijkste aanbevelingen die nodig zijn om de mariene wetenschap volledig in de wereld van de Big Data te brengen. Het gaat onder meer om het open delen van gegevens, de interoperabiliteit van gegevens, de beschikbaarheid van cloud computing-infrastructuren, de verdere ontwikkeling van ‘slimme’ sensoren om de gegevensverzameling te verbeteren, gespecialiseerde opleidingsprogramma’s voor mariene wetenschappers om kunstmatige intelligentie in hun werk toe te passen en meer samenwerking tussen mariene wetenschappers, computerwetenschappers, datawetenschappers en databeheerders.

Gedetailleerde voorbeelden

Het webinar omvatte vier presentaties in TED-stijl door geselecteerde co-auteurs van het document. Jerry Tjiputra (NORCE Norwegian Research Centre) illustreerde hoe grote gegevens de klimaatmodellering en -voorspelling kunnen verbeteren die de wereldwijde klimaatonderhandelingen voeden en de doelstellingen van het Akkoord van Parijs helpen bereiken. Federica Foglini (Institute of Marine Science – Italian National Research Council) presenteerde hoe Big Data kunnen worden gebruikt om hoge resolutie, multidisciplinaire habitatkaarten te creëren voor de planning van een nieuw beschermd marien gebied in de Bari Canyon in Italië. Matthias Obst (Universiteit van Göteborg) demonstreerde hoe machines de manier waarop we biologische processen in de oceaan observeren drastisch veranderen, en Ketil Malde (Universiteit van Bergen en Institute of Marine Research) presenteerde de vooruitgang op het gebied van machinaal leren en de gegevensgestuurde toekomst van de mariene wetenschap.

EMB-forum over Big Data in de mariene wetenschap

Naar aanleiding van de COVID-19-pandemie is het 7e Forum uitgesteld tot vrijdag 23 oktober 2020. De focus van het forum zal liggen op Big Data in de mariene wetenschap, gezien de essentiële rol die dit speelt tijdens het VN-Decennium van de Oceaanwetenschap voor Duurzame Ontwikkeling. U wordt uitgenodigd om deel te nemen aan het gesprek en ideeën aan te dragen om het forum te voeden via de EMB LinkedIn pagina en Twitter (met behulp van #EMBForum). De registratie voor het 7e Forum zal binnenkort worden geopend op de EMB-website.

 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Dr. Britt Alexander, Science Officer, European Marine Board Email: balexander@marineboard.eu

De European Marine Board (EMB) is een toonaangevende Europese denktank op het gebied van het mariene wetenschapsbeleid. EMB is een netwerk met meer dan 10.000 mariene wetenschappers en technisch personeel van de belangrijkste nationale marine/oceanografische instituten, onderzoeks-financieringsagentschappen en nationale netwerken van universiteiten uit landen in heel Europa. De Raad van Bestuur biedt een platform voor zijn ledenorganisaties om gemeenschappelijke prioriteiten te ontwikkelen, het mariene onderzoek te bevorderen en de kloof tussen wetenschap en beleid te overbruggen om toekomstige uitdagingen en kansen op het gebied van mariene wetenschap aan te gaan. De Belgische Federale Staat is in de EMB vertegenwoordigd door het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO) en in het EMB-communicatiepanel door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN). De langetermijnopslag, wetenschappelijke verwerking en publicatie van Belgische mariene Big Data wordt bij KBIN verzorgd door het Belgian Marine Data Center (BMDC). Zowel KBIN-datasets als datasets van partners en projecten komen in aanmerking.

Kustwachtvliegtuig controleert voortaan ook de stikstofuitstoot van schepen op zee

De Belgische Kustwacht zet verder in op de internationale strijd tegen luchtvervuiling boven zee met behulp van de zogenaamde ‘sniffer’-sensor. Deze sensor laat toe zwavel-verbindingen te meten in de uitstoot van schepen op zee, en na te gaan in hoeverre deze schepen zich aan de geldende zwavelnormen houden. Om voorbereid te zijn op de beperkingen die vanaf 2021 in de Noordzee zullen gelden inzake de stikstofuitstoot van schepen, en om ook hierop te kunnen controleren, werd de sniffer-technologie in het voorjaar van 2020 uitgebreid om voortaan ook stikstofverbindingen te kunnen detecteren. De resultaten van de eerste testvluchten zijn veelbelovend.

Het Kustwacht-vliegtuig boven zee. © KBIN/BMM

Sinds 2016 gebruikt de Belgische Kustwacht een zogenaamde ‘sniffer’-sensor aan boord van het vliegtuig van de BMM (Britten-Norman Islander, kenteken OO-MMM) dat boven zee wordt ingezet bij de controle op milieu- en nautische overtredingen. Deze sensor is een belangrijk instrument in de strijd tegen luchtvervuiling, die meer bepaald toelaat het zwavelgehalte in de brandstof af te leiden uit metingen van zwaveldioxide (SO2) in de uitstoot van schepen die boven zee worden gerealiseerd. België loopt hiermee internationaal in de kijker met betrekking tot de handhaving van de Zwavelwetgeving. In 2020 werd de ‘sniffer’-sensor uitgebreid om het meten van stikstofverbindingen (de zogenaamde NOx-uitstoot) van schepen op zee mogelijk te maken.

Controlegebied voor stikstofemissies

Per 1 januari 2020 is het maximaal toegestane zwavelgehalte van scheepsbrandstof teruggebracht van 3,5 naar 0,5 procent. In de SECA zone (Sulphur Emission Control Area), waar België sinds 2015 deel van uitmaakt, is de norm nog strenger met 0,1 procent.

Op 1 januari 2021 treedt in de Noordzee en Baltische Zee ook een emissiecontrolegebied voor stikstofoxiden in werking, kortweg het NECA-gebied (Nitrogen Emmission Control Area). Voorschrift 13 van de MARPOL Bijlage VI bepaalt de limieten van de NOx-uitstoot voor scheepsdieselmotoren. Schepen die vanaf 2021 worden gebouwd zullen in het NECA- gebied moeten voldoen aan de strengste NOx-normen. Opzet is om zo tegen 2040 een graduele daling te bekomen van de NOx-uitstoot door schepen varend in deze en andere NECA gebieden. Voor oudere schepen gelden andere normen en ook deze moeten gerespecteerd worden.

Voor de Noordzee en Baltische Zee stemt het NECA-gebied geografisch overeen met het SECA-gebied. Vanaf 2021 zal daarom eenvoudigweg gesproken worden over het Noordzee en Baltische Zee ECA gebied (zie kaart).

Het Noordzee en Baltische Zee ECA gebied (Emission Control Area)

Nood aan stikstofmonitoring

NOx-emissies spelen een belangrijke rol bij de vorming van fijn stof en de eutrofiëring van het mariene en terrestrische leefmilieu. Ze geven in de onderste luchtlagen ook aanleiding tot de vorming van ozon, een broeikasgas dat bijdraagt tot de klimaatopwarming dat tevens kan leiden tot aanzienlijke ademhalingsproblemen. Zowel de SOx als NOx afkomstig van schepen dragen ook bij aan de verzuring van de drukbevaren kustregio’s.

Minister van de Noordzee Philippe De Backer: “Luchtvervuiling op zee raakt niet alleen ons marien milieu maar schaadt ook de gezondheid van onze bevolking. Daarom blijven we investeren in betere meetinstrumenten om luchtvervuiling in kaart te brengen. Alleen zo kunnen we werk maken van een betere handhaving en zorgen voor gezonde lucht voor mens en milieu”.

De NOx-sensor

Voor de handhaving van de NOx-regelgeving bestond er tot voor kort echter nog geen nauwkeurig mechanisme dat toelaat om niet-conforme schepen op te sporen. Er kon enkel worden gehandhaafd door middel van de controle op het hebben van een geldig internationaal certificaat ter voorkoming van luchtverontreiniging, en deze controle gebeurde dus niet op basis van metingen of staalnames. Zo’n certificaat wordt dan beschouwd als voorlopig bewijs om vast te stellen of aan de voorschriften wordt voldaan. Veel schepen maken ook gebruik van emissiereductietechnieken (bv. een katalysator) om de naleving van de stikstofvoorschriften te waarborgen. Maar ook hier geldt dat er nog geen methode bestond waarmee met zekerheid kan worden nagegaan of schepen deze emissiereductie-apparatuur tijdig voor het binnenlopen van een NECA hebben geactiveerd.

Om de monitoring van de uitstoot van schepen op zee te kunnen uitbreiden met het bepalen van stikstofverbindingen werd een gemodificeerde NOx-sensor aangekocht en geïntegreerd in het sniffer-systeem aan boord van het luchttoezichtsvliegtuig. Voor deze aankoop stelde Minister van de Noordzee Philippe De Backer in 2019 een budget van € 70.000 ter beschikking van de Wetenschappelijke Dienst Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM) van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN).

Het Kustwacht-vliegtuig klaar voor één van de eerste NOx-testvluchten. © KBIN/BMM

“Met behulp van de nieuwe sensor zijn we in staat om NOx-controles uit te voeren boven zee, wat erg waardevol is omdat er geen empirische controlemethode voor deze stoffen bestaat om in de haven handhaving uit te voeren.” verduidelijkt Ward Van Roy, één van de BMM-luchtoperatoren. “Bovendien vergroot de nieuwe sensor ook de nauwkeurigheid van onze zwavelmetingen. De lichte gevoeligheid van de zwavelsensor voor stikstof-monoxide (NO) kan met de stikstofmetingen immers gecorrigeerd worden.”

Veelbelovend

Begin juli 2020 werden de eerste testvluchten met de stikstofsensor uitgevoerd. Deze mogen een groot succes worden genoemd, en geven vertrouwen dat  een enorme hoeveelheid informatie zal kunnen worden verzameld over de stikstofemissie van schepen op zee. Dit moet leiden tot een beter begrip van de manier waarop een effectieve offshore NECA-monitoring kan worden uitgewerkt ter verbetering van de handhaving in samenwerking met de haveninspectiediensten. Op deze manier bouwen de BMM en de Kustwacht de Belgische pioniersrol op gebied van de monitoring van scheepsemissies op zee verder uit, en zal België klaar zijn om vanaf 1 januari 2021 haar handhavingsrol ook op het vlak van stikstofemissies uit te voeren.

De eerste testvluchten en analyses tonen aan dat het Belgische kustwachtvliegtuig nu ook stikftofoxiden kan detecteren in de uitstoot van schepen op zee © KBIN/BMM

Bekijk ook het recente filmpje dat focust op de zwavelemissie-monitoring, en waarin op het einde reeds kort werd vooruitgeblikt naar het opnemen van de monitoring van stikstofemissies in het takenpakket.

Eutrofiëring opvolgen in de Belgische kustwateren met MULTI-SYNC

Om de eutrofiëringstoestand van het Belgische kustgebied op te volgen, potentieel kritieke situaties zo snel mogelijk op te sporen en te voldoen aan de EU-richtlijnen inzake het waterbeleid en de mariene strategie, is permanent toezicht op de kustwateren van essentieel belang. Teledetectie met behulp van optische sensoren en satellietbeelden kan een ruimtelijk overzicht geven van de eutrofiëringstoestand van dit gebied. In het MULTI-SYNC-project willen onderzoekers (onder leiding van het RBINS REMSEM-team) deze dienst verbeteren door nieuwe methoden te ontwikkelen voor het gebruik van typische kleurengegevens van de oceaan met lage resolutie in synergie met satellietgegevens met hoge resolutie, zoals die door Sentinel-2 worden geleverd.

Aan het begin van de schoolvakantie willen velen van ons een handdoek uitspreiden op het strand, onze blik laten verdwalen waar de golven de lucht raken, voorafgegaan door een portie heerlijke zeevruchten.

De zeeën en oceanen beslaan ruim twee derde van het aardoppervlak en zijn complexe ecosystemen die essentiële diensten leveren voor het behoud van het leven op aarde. Het mariene milieu bevindt zich in het hart van het klimaatsysteem. Het is onze grootste bron van biodiversiteit en draagt ​​het ook aanzienlijk bij tot economische welvaart, sociaal welzijn en levenskwaliteit.

Een omgeving om te beschermen

De bescherming van het mariene milieu is daarom cruciaal. Om de juridische instrumenten te verwerven die essentieel zijn voor deze bescherming, heeft de EU in 2000 de Europese kaderrichtlijn Water en in 2008 de kaderrichtlijn Mariene Strategie aangenomen.

België moet, net als de andere lidstaten, deze richtlijnen naleven, de “goede ecologische toestand” van zijn (oppervlakte-, ondergrondse en kust-) wateren handhaven en zorgen voor een regelmatige rapportering van de waterkwaliteit aan de Europese instanties.

Sentinel-2-beeld in ware kleuren van het studiegebied (resolutie van 10 m) en kaart van Suspended Particulate Matter (SPM)

Om de eutrofiëringsstatus van de Belgische kustzone te monitoren en om potentieel kritieke situaties zo snel mogelijk op te sporen, is permanent operationeel toezicht essentieel.

Traditionele monitoringmethoden per boot worden nog steeds beschouwd als de belangrijkste monitoringinstrumenten. Maar ze bieden alleen ad-hoc informatie en zijn erg duur.

Satellieten om beter te zien

Remote sensing biedt oplossingen die zijn onderzocht door het MULTI-SYNC project (Multi-scale synergy products for advanced coastal water quality monitoring), onder leiding van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) en gefinancierd door het STEREO programme van het Belgisch federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO). Het gebruik van satellietbeelden voor monitoring combineert vele voordelen. Naast een gereduceerde kostprijs, verschaffen ze informatie over het hele Belgische grondgebied van de Noordzee en dit met een grote temporele en spatiale resolutie. Bovendien maakt de beeldverwerking gebruik van een techniek genaamd DINEOF, die bewolkte gebieden (zones zonder bruikbare data) invult. DINEOF werd ontwikkeld door de ULg-GHER, partner van het project.

Van wetenschappelijk onderzoek tot toepassing

De mate van eutrofiëring van water kan worden bepaald aan de hand van de chlorofyl-a-concentratie, een indicator voor fytoplankton-biomassa.

Met behulp van dagelijkse gegevens van optische sensoren die specifiek zijn toegespitst op de kleur van de oceaan (SeaWiFS, MODIS, MERIS, VIIRS, Sentinel-3), hebben de onderzoekers van het MULTI-SYNC-project een benadering ontwikkeld die het mogelijk maakt om chlorofyl-a-concentraties en andere producten zoals total suspended matter in kaart te brengen aan hoge resolutie.Eutrofiëring van de Belgische kust. De zones met de hoogste concentraties (Chl P90 > 15µg L-1) zijn aangeduid in het rood. Deze kaart werd gemaakt op basis van MERIS-satellietgegevens met ruimtelijke resolutie van 1km.

Dankzij dit product kunnen ze kaarten genereren die een ruimtelijk overzicht geven van de eutrofiëringsstatus van het Belgische kustgebied, met probleemgebieden meteen zichtbaar in het rood. Deze kaarten zijn opgenomen in de eutrofiërings-beoordelingsrapporten die België aanlevert in het kader van Europese richtlijnen; dankzij die kaarten is het dus mogelijk om rechtstreeks de acties te ondersteunen die nodig zijn om onze doelstellingen op het gebied van waterkwaliteit te bereiken.

Sentinel-2-beeld van 1 mei 2016 (warekleurenbeeld bovenaan, chlorofyl-a-product onderaan) waarop duidelijk een algenbloei zichtbaar is bij de Oostendse kust

De MULTI-SYNC-onderzoekers trachten deze service te verbeteren door nieuwe methoden te ontwikkelen om typische oceaankleurgegevens met lage resolutie te combineren met satellietgegevens met hoge resolutie, zoals die van Sentinel-2. Een dergelijke satelliet is in staat producten op chlorofyl-a te leveren met een ruimtelijke resolutie van wel 10 m, wat de detectie van algenbloei dicht bij de kust mogelijk maakt. Dit is niet detecteerbaar door traditionele ‘oceaankleurensatellieten’ of door in situ surveillance per boot.

 

Brontekst: Website Belgian Earth Observation

Studiedag “Zeezand in een 360°-perspectief”

Update 9 september 2020: Door corona is men helaas genoodzaakt om deze studiedag uit te stellen naar het najaar van 2021. We informeren u zo snel mogelijk over de nieuwe datum.

 

De dienst Continentaal Plat van de FOD Economie organiseert dit jaar opnieuw een studiedag over de zandwinning in het Belgische deel van de  Noordzee.

We verwelkomen jullie graag op vrijdag 20 november 2020 op onze studiedag “Een 360°-perspectief op zeezand” in het Zwin Natuur Park te Knokke-Heist.

De resultaten van de monitoring en enkele innovaties komen aan bod, alsook het nieuw referentieniveau voor zandwinning en de impact van het Marien Ruimtelijk Plan 2020-2026. In de namiddag worden recyclage van zeezand en mogelijke alternatieven onder de loep genomen. Afsluiten doen we met de toepassingen van zeezand in de industrie en in het kader van kustveiligheid.

Programma en inschrijvingen

JERICO-S3 Verzoek om gebruikersverhalen

Een van de doelstellingen van het JERICO-S3-project is de ontwikkeling van een e-infrastructuur die de gebruikers in staat stelt rechtstreeks en gemakkelijk toegang te krijgen tot de gegevens, instrumenten en informatie die zij nodig hebben over de kustzeeën. Om dit te bereiken moeten de ontwikkelaars begrijpen wie je bent, wat je doet, wat je nodig hebt om dit te doen en wat de resultaten zijn. Daarom lanceert JERICO-S3 een oproep naar gebruikersverhalen die de ontwikkelaars precies die informatie verschaffen.

JERICO-S3

Het EU Horizon2020-project JERICO-S3 zal een state-of-the-art, fit-for-purpose en visionaire onderzoeksinfrastructuur (RI), expertise en hoogwaardige gegevens over de Europese kust- en continentale zeeën opleveren. Het project zal steun verlenen aan onderzoek van wereldklasse en aan innovatie met een grote impact, en zal deel uitmaken van een venster van Europese uitmuntendheid in de hele wereld.

Het project zal regionaal worden gestructureerd rond vier Pilot Super Sites (PSS) en vijf Integrated Regional Sites (IRS). Via deze innovatieve structuur richt JERICO-S3 zich op een meer geïntegreerde aanpak om het kustecosysteem beter te observeren, de wetenschappelijke uitmuntendheid te verhogen en het potentieel van de verschillende sites te ontwikkelen, met aandacht voor de regionale en lokale ecosystemen. De voorlopige ontwikkeling van een e-infrastructuur (VRE, Virtual Research Environment) zal wetenschappers en gebruikers ondersteunen door toegang te bieden tot specifieke diensten en zal helpen bij de ontwikkeling van de onderzoeksinfrastructuur en de strategie voor duurzaamheid.

In JERICO-S3 wordt het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen vertegenwoordigd door het Mariene Voorspellingscentrum.

Verzoek om gebruikersverhalen

Om een e-infrastructuur te bouwen die u (belanghebbenden en eindgebruikers) in staat stelt om direct en eenvoudig toegang te hebben tot de gegevens, tools en informatie die u nodig heeft, moeten de ontwikkelaars begrijpen hoe ze u kunnen helpen in uw werk. Om tot een dergelijk inzicht te komen, worden er gebruikersverhalen verzameld.

Wat wordt verstaan onder een ‘Gebruikersverhaal’? Een Gebruikersverhaal is een informeel verslag op zeer hoog niveau van wie je bent, wat je doet (functie of taaktitel/omschrijving), wat je nodig hebt om het te doen (wat voor soort tools, gegevens, kennis die je nodig hebt voor die functie of taak) en wat de resultaten van de taak zijn. Het kan ook melding maken van speciale behoeften – in kwantiteit of kwaliteit van de gegevens en informatie.

Je hebt misschien maar één gebruikersverhaal, of je hebt er meerdere. Vul een formulier in voor elk van uw verhalen. Stuur deze enquête ook door naar uw collega’s. U kunt ook extra gebruikersverhalen toevoegen namens andere mensen of uw eigen belanghebbenden en eindgebruikers.

JERICO-RI, een pan-Europese infrastructuur voor duurzaam onderzoek

JERICO-S3 volgt op 2 eerdere door de EU gefinancierde projecten: JERICO-FP7 (2011-2014) en JERICO-NEXT (2015-2019). Alle projecten werden gecoördineerd door IFREMER en JERICO-S3 werd officieel gelanceerd op 1 februari 2020 en ging van start in San Sebastian, Spanje, op 17-21 februari 2020.

Het JERICO-RI is een langetermijnkader dat hoogwaardige mariene gegevens, deskundigheid en infrastructuur voor de Europese kustzeeën biedt. De gegevens zijn multidisciplinair, gestandaardiseerd, op kwaliteit gecontroleerd, duurzaam, interoperabel en vrij toegankelijk en te gebruiken.

De visie is om de samenwerking in kustwaarnemingscentra in Europa te verbeteren en te vernieuwen door het kustgedeelte van een Europees Oceaanobservatiesysteem te implementeren, om samen te werken met andere Europese initiatieven zoals ESFRI (EURO-ARGO, EMSO, EMBRC), geïntegreerde infrastructuren (FIXO3 enz.), het OCEAN OF TOMORROW-sensoreninnovatieproject (SenseNET, NEXOS), het opkomende Europese biologische netwerk (EMBRC) en EMODnet, om bij te dragen aan het leveren van diensten aan de onderzoeksgemeenschap en de maatschappij.

Oprichting en lancering van het EU4Ocean Platform

Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) is als stichtend lid toegetreden tot het EU4Ocean Platform. Aangezien onderzoek naar, monitoring van en communicatie over de mariene wereld belangrijke activiteiten van het KBIN zijn, was dit een logische stap. In het EU4Ocean Platform zal KBIN zich verbinden en samenwerken met organisaties en initiatieven van verschillende aard en haar inspanningen op het gebied van oceaangeletterdheid mobiliseren. De oprichters van het EU4Ocean Platform zijn op 18 juni 2020 voor het eerst bijeengekomen en werden op 2 juli 2020 officieel voorgesteld.

De oceaan is een bron van leven voor de mens. Ze geeft ons voedsel, zuurstof en energie. Het is de thuisbasis van vele soorten en fungeert als klimaatregelaar. Begrijpen hoe we de oceaan beïnvloeden en hoe de oceaan ons beïnvloedt, vormt de kern van oceaangeletterdheid. Dit begrip stelt ons in staat om verantwoorde keuzes te maken om onze oceaan beter te beschermen en de mogelijkheden die de oceaan biedt op een duurzame manier te benutten. Dit is waar we in Europa naar streven, om bij te dragen aan de verbetering van het welzijn van de Europeanen, zoals voorzien en onlangs bevestigd in de European Green Deal.

De European Ocean Coalition (EU4Ocean) verbindt diverse organisaties, projecten en mensen die bijdragen aan de kennis en het duurzaam beheer van de oceaan. Dit bottom-up en inclusief initiatief wordt gesteund door de Europese Commissie en heeft tot doel de stemmen van de Europeanen te bundelen om van de oceaan een zaak van iedereen te maken!

Het EU4Ocean Platform

Het EU4Ocean Platform  is een van de drie belangrijkste onderdelen van de EU4Ocean-coalitie (voor andere onderdelen, zie het Youth4Ocean Forum en het Network of European Blue Schools).

Het EU4Ocean Platform zal een centraal punt zijn dat organisaties en initiatieven verbindt, en hen toelaat samen te werken en hun inspanningen op het gebied van oceaangeletterdheid te mobiliseren. Het zal een dynamische onderwerpgeoriënteerde werkomgeving bieden die samenwerking, uitwisseling van praktijken en dialoog tussen de vele verschillende doelgroepen stimuleert, wat leidt tot de oprichting van nieuwe samenwerkingsverbanden en innovatieve acties op het gebied van oceaaneducatie, die mede zijn ontworpen door organisaties en jongeren.

De doelstellingen van het EU4Ocean Platform

  • Bestendigen van en voortbouwen op bestaande initiatieven op het gebied van ocean-geletterdheid die verschillende belanghebbenden bestrijken;
  • Het verbinden van diverse belanghebbenden die actief zijn op het gebied van oceaangeletterdheid om een inclusief oceaangeletterdheidsnetwerk te vormen dat een omgeving van concrete acties en verbintenissen stimuleert om een ‘oceaangeletterde generatie’ te creëren;
  • Gezamenlijk in themageoriënteerde groepen de beste kansen identificeren voor activiteiten op het gebied van oceaaneducatie die kunnen worden opgeschaald tot grotere campagnes om het bewustzijn in de bredere samenleving te vergroten (de eerste werkgroepen zullen zich richten op ‘Klimaat en Oceaan’, ‘Voedsel uit de oceaan’ en ‘Gezonde en schone oceaan’);
  • Ervoor zorgen dat jongeren een integraal en actief deel uitmaken van de activiteiten op het gebied van oceaangeletterdheid;
  • Fungeren als centraal punt voor de Europese gemeenschap voor oceaangeletterdheid bij de voorbereiding van het VN-Decennium voor Oceaanwetenschap voor duurzame ontwikkeling, en in het bijzonder de onderdelen daarvan die betrekking hebben op oceaangeletterdheid; en
  • Momentum opbouwen voor EU4Ocean om te zorgen voor groei en verspreiding van het initiatief na de looptijd van het project.

De leden van het EU4Ocean Platform mogen verwachten dat zij voor hun bestaande activiteiten aan zichtbaarheid, toegevoegde waarde en impact zullen winnen. De activiteiten kunnen ook in toenemende mate worden verbonden met en bijdragen aan de groeiende Europese beweging op het gebied van oceaangeletterdheid. De leden krijgen ook de kans om bij te dragen aan het centrale aandachtspunt voor een gezamenlijke dialoog en actie op het gebied van oceaangeletterdheid in Europa (de EU4Ocean Coalition), en om samen te werken met andere organisaties en individuen. Dit zou kunnen leiden tot de vorming van nieuwe partnerschappen en/of innovatieve methoden, de verkenning van diverse financieringsmogelijkheden en de opschaling van activiteiten op het gebied van oceaaneducatie tot gezamenlijke campagnes.

Lancering van de EU4Ocean Coalition

Op 8 juni 2020 werd de eerste Virtual Ocean Literacy Summit georganiseerd ter gelegenheid van de Wereld Oceaandag. Er was geen betere gelegenheid om de EU4Ocean Coalitie en haar toewijding aan oceaangeletterdheid officieel te lanceren en te vieren, samen met commissaris voor Milieu, Oceanen en Visserij, Virginijus Sinkevičius, en IOC-UNESCO. Vanwege de omstandigheden van de COVID-19-pandemie vond deze bijeenkomst virtueel plaats. De lancering werd officieel aangekondigd en gevierd, en ideeën en perspectieven voor de bescherming van onze blauwe planeet werden gedeeld.

Oprichtende leden van het EU4Ocean Platform

De stichtende leden van het EU4Ocean Platform, waaronder het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, ontmoetten elkaar voor het eerst in een online vergadering op 18 juni. Tijdens deze bijeenkomst spraken de deelnemers hun motivatie uit om met elkaar te werken aan het bevorderen van de oceaangeletterdheid en concrete activiteiten te ontwikkelen die een echt bewustzijn, engagement en momentum voor actie en verandering in de hele samenleving zullen creëren. Het EU4Ocean Platform brengt een grote verscheidenheid aan belanghebbenden samen op het gebied van marien onderzoek, wetenschapsbeleid, de blauwe economie en de private sector, het maatschappelijk middenveld, kunst, onderwijs, jeugd en media. Dit omvat meerdere schalen, van lokale en nationale organisaties tot regionale zee- en Europese initiatieven. In de volgende stap zullen de leden de EU4Ocean-evenementen die op 24 en 25 september plaatsvinden, mee ontwerpen.

De definitieve lijst van de oprichters van het EU4Ocean Platform – niet minder dan 76 – werd officieel bekendgemaakt op 2 juli 2020.