Dodental bruinvissen op Noordzeekusten stijgt

Een nieuwe studie die werd gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Biological Conservation brengt een opvallende toename van het aantal gestrande bruinvissen langs de Noordzeekusten aan het licht. Wetenschappers van de verschillende Noordzeelanden brachten daarvoor hun gegevens samen. Dit leverde ook inzichten op met betrekking tot de verspreiding en sterfte van de verschillende leeftijdsklassen, maar laat nog niet toe om definitieve uitspraken te doen over de effecten van verschillende menselijke activiteiten.

Aangespoelde bruinvis @Multimedia, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht

Een internationaal onderzoek onder leiding van de Universiteit Utrecht, waar het KBIN aan deelnam, bracht aan het licht dat sinds 1990 meer dan zestienduizend dode bruinvissen op de Noordzeekusten werden geregistreerd. Daarvan spoelden er meer dan 1500 aan in België. In Nederland, met zijn veel langere kustlijn, spoelden de meeste dieren aan. De onderzoekers ontdekten dat bruinvisstrandingen sinds 2005 opmerkelijk frequenter werden in de zuidelijke Noordzee, terwijl het aantal strandingen in de noordelijkere delen van de Noordzee nauwelijks veranderde.

Waardevolle informatie door strandingen

Het is niet gemakkelijk om bruinvissen te bestuderen op zee. Onderzoeker en marien ecoloog Mariel ten Doeschate, verbonden aan het Schotse strandingsnetwerk, vertelt: “Er wordt onderzoek gedaan naar de aantallen en verspreiding van levende dieren, maar dat kan alleen in beperkte periodes. Strandingen daarentegen worden het hele jaar door geregistreerd, en dit al tientallen jaren lang. Van gestrande dieren kunnen we bovendien het geslacht en de leeftijd bepalen.”

Hoewel de toename in het aantal strandingen samen loopt met een stijgend aantal waarnemingen van levende dieren in deze regio, mag daar niet zomaar uit worden besloten dat de aanhoudende sterke toename van het aantal strandingen enkel een gevolg is van de aanwezigheid van een groter aantal dieren (waarbij het sterftepercentage hetzelfde zou kunnen zijn gebleven). Het aantal dieren op zee is immers veel moeilijker nauwkeurig te bepalen dan het aantal strandingen, waardoor de beide gegevensreeksen niet rechtstreeks vergelijkbaar zijn en de strandingen dus worden verondersteld beter weer te geven wat er zich in de populatie voordoet.

Impact menselijke activiteit

Er bestaat onzekerheid over de mogelijke effecten van menselijke activiteiten op de aantallen en de verspreiding van bruinvissen. Een mogelijk belangrijke factor is een veranderend klimaat, met wijzigingen in de voedselsituatie. Er worden ook onderzoeksprogramma’s uitgevoerd naar de invloed van de bouw van offshore windparken. Daarbij is het belangrijk dat data verzameld in landen rond de Noordzee samen gelegd worden: dit was nog niet eerder gebeurd. Onderzoeker Lonneke IJsseldijk (Universiteit Utrecht): “Onze studie heeft nieuwe en waardevolle inzichten opgeleverd en is een eerste stap in het verbeteren van onze kennis over de verspreiding van verschillende leeftijdsklassen, seizoens- en leeftijdspecifieke sterfte onder bruinvissen in de Noordzee.” De studie toonde onder meer aan dat meer pasgeboren dieren op Duitse en Deense kusten strandden, terwijl dat in Nederland, België en Zuid-Engeland juist vooral jonge mannetjes waren.

In onderzoek volgend op deze studie zal bijkomende informatie geanalyseerd worden, waaronder over gezondheid en ziekte.

 

Dit onderzoek is een samenwerking tussen de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, het Scottish Marine Animal Stranding Scheme, het UK Cetacean Strandings Investigation Programme, het Department of Bioscience of Aarhus University, het Institute for Terrestrial and Aquatic Wildlife Research of the University of Veterinary Medicine Hannover, het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Naturalis Biodiversity Center, de Cetacean Atlas of Denmark, het Globe Institute, het Natural History Museum of Denmark en het Fisheries and Maritime Museum Denmark.

Publieke consultatie ‘Mercator telecommunicatiekabel’

De firma BT Global Services Belgium BV heeft een aanvraag ingediend tot het verkrijgen van een machtiging voor het leggen en een vergunning voor de exploitatie van de MERCATOR telecommunicatiekabel tussen Broadstairs – Joss Bay in zuidoost Engeland en het strand van Oostende (ten westen van de haven). Deze aanvraag is onderworpen aan een milieueffectenbeoordelings-procedure.

De aanvraag, het milieueffectenrapport (met geïntegreerd het ontwerp van de Passende Beoordeling en het visserijeffectenrapport) en de niet-technische samenvatting en kunnen geraadpleegd worden van 23 augustus tot 21 september 2020 in de kantoren van de BMM te Brussel (Vautierstraat 29, 1000 Brussel; mdevolder@naturalsciences.be; tel. 02/627 43 52) of te Oostende (3de en 23ste Linieregimentsplein, 8400 Oostende; jhaelters@naturalsciences.be; tel. 059/24 20 55), dit enkel op afspraak en tijdens de kantooruren tussen 9:00h en 17:00h, en afhankelijk van de heersende maatregelen opgelegd door de overheid m.b.t. Covid-19. Het dossier kan ook ingezien worden in iedere kustgemeente op werkdagen. Een lijst van de consultatieplaatsen en de bijhorende contactgegevens is hier beschikbaar: Kustgemeenten_2020.

Het dossier is eveneens elektronisch beschikbaar:

Iedere belanghebbende kan zijn standpunten, opmerkingen en bezwaren tot en met 6 oktober 2020 overmaken aan mevrouw Brigitte Lauwaert, per post of via e-mail:

BMM T.a.v. Mevr. Brigitte Lauwaert

Vautierstraat 29, 1000 Brussel

blauwaert@naturalsciences.be

Indrukwekkende Noctiluca (Zeevonk) bloei op de Noordzee

Op 15 augustus werden in de Belgische Noordzee ter hoogte van de Buitenratel zandbank opvallende oranje vlekken en slierten waargenomen, die als een mogelijke vervuiling aan de Kustwacht werden gemeld. Na controle door diverse diensten werd duidelijk dat het om een ongeziene bloei van de ééncellige planktonsoort ‘Zeevonk’ ging. Het warme en rustige weer van de voorbije dagen is wellicht een belangrijke verklarende factor. De rottende massa zou mogelijk tot zuurstoftekort en vissterfte kunnen leiden. Het is ook mogelijk dat resten ervan tijdens de volgende week op de Belgische stranden zullen aanspoelen.

Noctiluca-bloei Buitenratel zandbank, 15 augustus 2020, gedocumenteerd vanuit toezichtsvliegtuig KBIN (© KBIN/BMM)

In de ochtend van zaterdag 15 augustus kreeg de Belgische Kustwachtcentrale (MRCC – Maritime Rescue and Coordination Centre) een melding binnen van een opvallende oranjekleurige vlek op zee, met daarin enkele dode vogels. Een zeiler had deze opgemerkt ter hoogte van de ‘Buitenratel’, één van de zandbanken uit het complex van de Vlaamse Banken. Deze zandbank ligt zo’n 16 à 20 km in zee voor de Belgische Westkust, en nabij de grens met de Franse wateren. De opvallende melding deed bij de Kustwacht wenkbrauwen fronsen, omdat de gerapporteerde kleur niet overeenkwam met de typische kleuren van minerale olie, en omdat de dode vogels mogelijk wezen op een chemisch product. Een omvangrijke natuurlijke algenbloei was echter evenzeer mogelijk.

Controle ter land, ter zee en in de lucht

De Scheepvaartpolitie stuurde daarop een patrouille naar de Buitenratel. Deze vond de gerapporteerde vlek en nam enkele monsters. Dode vogels werden niet meer gespot. Ook een reddingshelikopter van de luchtmachtbasis van Koksijde vloog over het gebied, en het toezichtsvliegtuig van het KBIN (BMM, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) werd opgeroepen om de ruimere zeegebieden voor de Belgische kust te scannen op eventuele verdere vervuiling. Beide toestellen maakten beelden van de oranjeachtige, kilometerslange vlekken en slierten.

Noctiluc-bloei Buitenratel zandbank, 15 augustus 2020, gedocumenteerd vanuit NH90 helikopter (© Geronimo/Rodrigo Vissers)

Alle betrokken varende en vliegende eenheden kwamen tot hetzelfde besluit: het betrof wellicht een grote natuurlijke bloei, weliswaar op erg grote schaal. Het monster van de scheepvaartpolitie werd na binnenvaren naar het biologisch labo van het KBIN in Oostende gebracht waar men al snel kon bevestigen dat het wel degelijk om een Noctiluca-bloei ging.

Video: 2020_08_15 Noctiluca Buitenratel (c) Geronimo_Rodrigo Vissers NL

Zeevonk

De dinoflagellaat Noctiluca scintillans of Zeevonk is een relatief grote eencellige micro-alg (0,5 – 1 mm dus met het blote oog zichtbaar) die in de meeste zeeën van de wereld voorkomt en tot het plankton behoort. Het ziet eruit als een gelatineus bolletje met een staartje (flagel), waarmee voedsel wordt gevangen. Noctiluca vormt in hoge concentraties – we spreken van bloei – goed zichtbare oranjerode vlekken die in het voorjaar en de zomer kunnen optreden.  Bij beroering geeft Zeevonk een blauwachtig licht af dat in het duister zorgt voor sprookjesachtige effecten (het lichten van de zee). De bioluminescentie wordt veroorzaakt door luciferine, een pigment, en luciferase, een enzym, wanneer die in aanraking komen met zuurstof.

Stalen van Noctiluca¬ scintillans-bloei op de Buitenratel zandbank, 15 augustus 2020, staal genomen door Scheepvaartpolitie (© KBIN/Francis Kerckhof)
Microscoopbeeld van Noctiluca¬ scintillans-cellen uit de bloei op de Buitenratel zandbank, 15 augustus 2020, staal genomen door Scheepvaartpolitie (© KBIN/Francis Kerckhof)

Huidige omstandigheden

De hoge concentraties Zeevonk die nu waargenomen werden, zijn waarschijnlijk te wijten aan het erg warme en rustige weer van de afgelopen dagen. De bemonsterde Noctiluca was ook al deels aan het rotten, een proces dat zuurstof verbruikt en waarbij ammoniak vrijkomt. Hoewel het in essentie een onschadelijk organisme betreft, kan het massaal afsterven en rotten ervan dus lokaal leiden tot zuurstoftekort. Bij hogere temperaturen lost sowieso al minder zuurstof op in water, en de afwezigheid van sterke wind en golfslag maakt dat er ook weinig mixing optreedt die extra zuurstof in het water brengt. De resulterende lage zuurstofspanning kan leiden tot sterfte van vissen en andere waterorganismen, hoewel dit onder normale omstandigheden erg onwaarschijnlijk is in open zee.

Modelsimulaties door het KBIN, die rekening houden met stromingen, meteorologische omstandigheden en de fysische eigenschappen van de drijvende Noctiluca-vlekken, illustreren dat de restanten van deze vlekken tijdens de volgende week mogelijk zouden kunnen aanspoelen op de Belgische stranden.

De laatste decennia is er een relatieve toename van de dinoflagellatengemeenschap in het Belgische deel van de Noordzee. Deze stijging zou verband kunnen houden met de opwarming van het zeewater (+ 1,6 ° C in de afgelopen dertig jaar). Het is mogelijk dat Noctiluca scintillans ook een stijgende trend vertoont. Daarnaast kunnen ook bloeien verwacht worden van andere eencellige planktonorganismen waaronder enkele mogelijk gevaarlijke soorten.

Noctiluca-bloei Buitenratel zandbank, 15 augustus 2020, gedocumenteerd vanuit toezichtsvliegtuig KBIN (© KBIN/BMM)
Noctiluca-bloei Buitenratel zandbank, 15 augustus 2020, gedocumenteerd vanuit toezichtsvliegtuig KBIN (© KBIN/BMM)

Think Tank North Sea stelt twee nieuwe werkgroeprapporten en drie beloftevolle nieuwe thema’s voor!

Achter de schermen denderde de Think Tank North Sea-trein de afgelopen maanden gewoon voort. Zo werden de werkgroeprapporten ‘Working with nature’ en ‘Living with climate change’ gefinaliseerd en drie nieuwe themasuggesties (Marine food impact, Environmentally sustainable blue growth, Decommissioning) voor het volgende visievormingstraject geselecteerd. Met welk thema we nu aan de slag gaan in een nieuw visievormingstraject kan u bepalen door te stemmen op het thema van uw voorkeur tot en met 15 september 2020. Benieuwd tot wat dit kan leiden? Neem dan zeker eens een kijkje in onze gloednieuwe werkgroeprapporten!

In maart van dit jaar lanceerde de Think Tank North Sea een nieuwe oproep voor thema’s waarover de Think Tank zich kan buigen in een nieuw visievormingstraject (zie ook nieuwsbericht van 4 maart). Deze oproep viel niet in dovemansoren en u bezorgde ons tientallen voorstellen vanuit een brede waaier aan achtergronden en interesses. Waarvoor onze oprechte dank! Het toont eens te meer aan dat het Think Tank North Sea initiatief en zijn stimulerende bottom-up werking zijn plaats in het landschap bestendigt en verantwoordt en dat de put aan ideeën nog lang niet opgedroogd is.

Na een grondige evaluatie van de ingestuurde voorstellen in de afgelopen weken, schuift de TTNS-stuurgroep nu drie thema’s naar voor waarvan zij gelooft in de sterke meerwaarde van het opstarten van een visievormingstraject. De drie thema’s zijn

Rond welk thema uiteindelijk een toekomstvisie (2050) zal opgebouwd worden, bepaalt u zelf. U kan hier stemmen op het thema waarvoor u zich wil engageren om mee deze visie vorm te geven. Na deze stemming zal een werkgroep opgestart worden rond het winnende voorstel.

Hebt u interesse in de werking van een werkgroep of bent u benieuwd tot wat deze samenwerking kan leiden? Ontdek dan de nieuwe werkgroeprapporten van de vorige thematische cyclus:

Working with nature: een visie over de beloftevolle mogelijkheden voor de toekomstige ontwikkeling en inzet van mariene ecosysteemdiensten ten behoeve van de maatschappij en de blauwe economie.

Living with climate change: een visie over hoe de maatschappij van de kustzone kan omgaan met toekomstige klimaatverandering en een hogere zeespiegel, vormgegeven aan de hand van de voornaamste bekommernissen en concrete actiepunten.

 

Wil u op de hoogte blijven van de Think Tank North Sea, abonneer u dan nu op onze mailinglijst.

Wenst u meer informatie: info@thinktanknorthsea.be

Zeldzame spitssnuitdolfijn strandt eerst levend in Nieuwpoort, en dag later dood in Wenduine

Op donderdag 6 augustus raakte een gewone spitssnuitdolfijn in de problemen ter hoogte van het Oosterstaketsel van Nieuwpoort. Het onfortuinlijke dier kon met wat moeite weer naar open zee worden begeleid, maar de overlevingskansen werden laag ingeschat. In de avond van vrijdag 7 augustus bleek dat het zeezoogdier intussen inderdaad het loodje had gelegd, het spoelde dood aan op het strand van Wenduine. Het gaat slechts om het zevende bekende geval van een gewone spitssnuitdolfijn in België, maar wel al om het tweede in 2020. Door middel van een autopsie zal worden gepoogd inzicht te verwerven in de doodsoorzaak van het dier.

Gewone spitssnuitdolfijn op het strand van Wenduine, 7 augustus 2020 (© Stijn The Chickenman).

Nieuwpoort, 6 augustus 2020

© Luc David

Op donderdag 6 augustus werd kort na de middag een strandend zeezoogdier waargenomen aan het Oosterstaketsel van Nieuwpoort. Zoals gebruikelijk werden het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) en de lokale hulpdiensten ingelicht, en de procedures voor strandingen van zeezoogdieren opgestart. Het dier werd aanvankelijk als bruinvis gemeld, maar intussen was duidelijk dat het een grotere soort betrof, en werd vermoed dat het om een tuimelaar ging. Door de hoogdringendheid – een levend zeezoogdier in problemen in ondiepe wateren – beslisten strandredders, politie en omstaanders om dadelijk een reddingspoging te ondernemen en te trachten het dier naar diepere wateren te begeleiden. Dat bleek geen evidente opdracht, en het gedesoriënteerde dier zwom zich vast tussen de stenen langs het staketsel. Scherpe steenranden en zeepokken veroorzaakten daar opervlakkige verwondingen, die evenwel tot bloederige taferelen aanleiding gaven. De volgende poging om het dier open water te doen kiezen was wel succesvol, rond 13:30 verdween het van de radar om de hele namiddag niet meer te worden teruggezien.

© Luc David

Pas na het hele gebeuren kregen specialisten de beelden onder ogen, en werd duidelijk dat we met een soort spitssnuitdolfijn te maken hadden (waarschijnlijk een gewone spitssnuitdolfijn, zie video © Luc David). Een type kleine walvis waarvan het weinig waarschijnlijk wordt geacht dat het in de ondiepe Noordzee kan overleven … Niettemin was het naar zee begeleiden en hopen op het beste het enige scenario dat een kleine overlevingskans inhoudt.

 

 

Wenduine, 7 augustus 2020

Waarvoor werd gevreesd werd helaas al snel bewaarheid: daags nadien spoelde de spitssnuitdolfijn rond 20:30 dood aan op het strand van Wenduine. De determinatie als gewone spitssnuitdolfijn kon worden bevestigd, en het bleek te gaan om een jong vrouwtje met een lengte van 3,59 m en een gewicht van 510 kg. Het kadaver werd nog dezelfde avond van het strand verwijderd en verplaatst naar het technisch lokaal van de plaatselijke brandweer. In de vroege ochtend van zaterdag 8 augustus werd het overgebracht naar de Faculteit Diergeneeskunde van de Universteit van Gent, waar nog dezelfde dag een autopsie zal plaatsvinden.

© KBIN/Kelle Moreau

Doodsoorzaak wordt onderzocht

Aangezien spitssnuitdolfijnen dieren zijn die hun voedsel (voornamelijk inktvissen en pijlinktvissen) zoeken in de diepzee (Atlantische wateren), en in de ondiepe zuidelijke Noordzee in principe dus niets te zoeken hebben, is het waarschijnlijk dat de doodsoorzaak daar gezocht moet worden: een verdwaald en gedesoriënteerd dier dat op de verkeerde plaats terecht kwam, waar het voedings- noch overlevingskansen heeft. Zo verging het alvast de spitssnuitdolfijnen die eerder in België werden vastgesteld. Van de bijkomende verwondingen die werden opgelopen in Nieuwpoort wordt niet verwacht dat deze de rechtstreekse doodsoorzaak zijn, maar ze kunnen eventueel wel hebben bijgedragen tot de verdere verzwakking van het dier. Voorlopig is het echter speculeren, en moeten de resultaten van de autopsie worden afgewacht. Ook bij de rol van een touw dat bij het aanspoelen in Wenduine rond de staartbasis bleek te zitten zal worden stilgestaan.

Belgische spitssnuitdolfijnen

Voor zover bekend gaat het hier slechts om het 7e gedocumenteerde geval van een gewone spitssnuitdolfijn in België. Opmerkelijk is dat het wel al de tweede betreft in 2020, op 15 januari van dit jaar spoelde immers ook al een jong vrouwtje aan in Oostende. Voor de oudere gevallen moeten we terug naar 1972, 1969, 1954, 1933 en 1835. Meer informatie over de Belgische gevallen, over de stranding van januari 2020, en over spitssnuitdolfijnen in het algemeen, kan worden geraadpleegd  in het artikel over de stranding van januari 2020.

Save the date: Bundel de krachten tijdens de eerste “EU4Ocean workshop – Designing Ocean Literacy action in Europe”

Op 24 en 25 september 2020 zal de eerste EU4Ocean-workshop – Designing Ocean Literacy action in Europe – worden georganiseerd door de EU4Ocean Coalitie – een nieuw initiatief van de Europese Commissie op het gebied van oceaangeletterdheid.

Na de officiële aankondiging door de Commissaris voor Milieu, Oceanen en Visserij, Virginijus Sinkevičius, tijdens de virtuele eerste internationale topconferentie over de Oceaangeletterdheid (Wereldoceaandag, 8 juni 2020), hebben de oprichters van het EU4Ocean Platform onlangs het startschot gegeven voor hun werkzaamheden: 76 organisaties (waaronder het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) en initiatieven die zich willen verbinden, samenwerken en mobiliseren op het gebied van oceaangeletterdheid. De leden kwamen online bijeen om elkaar te leren kennen en om ideeën te delen over collectieve acties rond drie prioritaire thema’s: Klimaat en Oceaan, Voedsel uit de Oceaan, en Gezonde en Schone Oceaan.

Tegelijkertijd verzamelt het Youth4Ocean Forum zijn oprichters, een groep jongeren tussen 16 en 30 jaar die gepassioneerd zijn door de oceaan.  Ook deze stichtende leden zijn recent online bijeengekomen om de krachten te bundelen en veranderingen in de mentaliteit en praktijken in heel Europa te ondersteunen die zullen bijdragen aan een gezonde en duurzame oceaan.

Deze zomer wordt ook het Network of European Blue Schools opgericht om de oceaan in de klaslokalen – en de studenten naar de oceaan – te brengen! Leraren, schoolmanagers, mariene educatoren en studenten krijgen een handboek om hen te helpen de “Find the Blue”-uitdaging aan te gaan. Leerlingen zullen praktische, actiegerichte, probleemoplossende onderwijsprojecten creëren en implementeren die de oceaanproblemen en -uitdagingen aanpakken. Succesvolle projecten zullen hun school het European Blue School-certificaat opleveren.

In Europa groeit een diverse gemeenschap rond Ocean Literacy.

Op 24 september zal een reeks interactieve en participatieve online workshops dienen als platform voor de oprichters en de belangrijkste belanghebbenden om de ambitie, de organisatie, het proces en de instrumenten voor de ondersteuning van de collectieve actie voor elk van de drie gemeenschappen van de EU4Oceaancoalitie te presenteren.

Online workshops gepland op 24 september:

  • De EU4Oceans coalitie: wat, waarom, hoe? (ochtend)

Dit webinar zal de focus en de samenhang tussen de drie gemeenschappen van de EU4Ocean coalitie weerspiegelen: het EU4Ocean Platform, het Youth4Ocean forum en het netwerk van Europese blauwe scholen. De winnaars van de #YoungOceanWaves wedstrijd worden tijdens deze online workshop bekend gemaakt.

  • Betrokkenheid bij het EU4Ocean-platform (ochtend)

Dit webinar zal zich richten op de noodzaak van een collectieve verandering van begrip, waarden en acties, en op het groeiende belang van communicatie en capaciteitsopbouw voor effectieve gezamenlijke inspanningen. Het zal de eerste operationele werkzaamheden van het EU4Ocean-platform presenteren.

  • Mobilisatie van de jeugd: het Youth4Ocean forum (namiddag)

De jeugd is een motor voor verandering. Het webinar zal de weg vrijmaken voor het Forum om te opereren en de samenwerking tussen jonge enthousiaste mensen te bevorderen.

  • Het netwerk van Europese Blauwe Scholen: een reis naar oceaangeletterdheid (namiddag)

Goed geïnformeerde kinderen zullen verantwoordelijke volwassenen zijn. In dit webinar zullen scholen en leerkrachten hun ervaringen op het gebied van Ocean Literacy delen en de voorwaarden voor succes en de belangrijkste gebieden voor toekomstig werk identificeren. Het EU Blue School-handboek en het certificeringsproces zullen worden gepresenteerd.

Op 25 september zal een impuls worden gegeven aan collectieve acties, waarbij vertegenwoordigers van de drie gemeenschappen op het niveau van de EU en de regionale zeebekkens van de Oostzee, de Noordzee, de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee worden gemobiliseerd, die uitdrukking geven aan de diversiteit, de culturele rijkdom en het delen van kennis van de EU.

Online workshops gepland op 25 september:

  • Het opbouwen van collectieve Oceaangeletterdheidinitiatieven op de schaal van het zeebekken (ochtend)

Er zullen vijf parallelle online workshops worden georganiseerd om specifieke mariene en oceaangeletterdheiduitdagingen in de Europese zeebekkens te onderzoeken. De deelnemers zullen worden aangemoedigd om hun knowhow te delen en mogelijkheden voor collectieve acties te identificeren.

  • De weg vrijmaken voor collectieve initiatieven om de belangrijkste mariene uitdagingen aan te pakken (namiddag)

Deze workshop, die een combinatie is van plenaire en parallelle groepssessies, heeft als doel de basis te leggen voor collectieve initiatieven op het gebied van Klimaat en Oceaan, Voedsel uit de Oceaan, en Gezonde en Schone Oceaan.

Save the dates 24 and 25 september 2020 en neem deel aan de eerste “EU4Ocean workshop – Designing Ocean Literacy action in Europe”!

Breng je ideeën mee, laat je inspireren en onderneem actie voor de oceaan.

De inschrijving voor het evenement wordt binnenkort geopend. Stay tuned!

Aftrap van de nieuwe Copernicus Marine Hoge Resolutie Ocean Color Service

Een nieuw consortium werd geselecteerd voor het opleveren van hoge-resolutie kleurenbeelden van de oceaan, afgeleid van de Sentinel-2 satelliet, in de Copernicus Marine portfolio. De nieuwe producten zullen vanaf begin 2021 beschikbaar worden gesteld, en zullen de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRMS), de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Maritieme Ruimtelijke Planning (MRO) ondersteunen, evenals vele downstream-toepassingen.

Links: Momenteel beschikbaar Copernicus Marine Service Total Suspended Matter (TSM) product dat het estuarium van de Elbe bestrijkt (22.04.2020; resolutie 1 km). Rechts: Nieuw Sentinel-2 TSM-product dat hetzelfde gebied bestrijkt (22.04.2020; resolutie 100 m) (zal begin 2021 beschikbaar zijn in de Copernicus Marine Catalogus).

De toevoeging van kleurproducten van de oceaan met een hoge resolutie is belangrijk om kustgemeenschappen te ondersteunen, omdat dergelijke gegevens worden beschouwd als een sleutelelement voor een doeltreffend beheer van de hulpbronnen in de kustgebieden. Dergelijke hoge-resolutie (<300m) oceaankleur-producten maken nog geen deel uit van de Copernicus Marine portfolio. Om de bestaande kleurenproducten voor de oceaan met lage resolutie (>300m) aan te vullen met producten met hoge resolutie, heeft Mercator Ocean in april 2020 een aanbesteding gepubliceerd voor de implementatie en exploitatie van een dienst die producten van niveau 3 en 4 voor de Europese regionale zeeën levert op basis van het gebruik van Sentinel-2-gegevens (meer info hier).

Verschillende voorstellen werden ontvangen, geanalyseerd en geëvalueerd; het consortium dat Brockmann Consult GmbH uit Duitsland, het REMSEM-team van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) uit België en VITO uit België samenbrengt, heeft de oproep met succes gewonnen. De aftrap van de nieuwe activiteiten vond plaats op 9 juli.

Het geselecteerde consortium bouwt voort op de ervaring die het gedurende meerdere jaren heeft opgedaan in het ontwikkelen van hoge-resolutie diensten voor Research & Development projecten (zoals HIGHROC, DCS4COP, Multisync, of CyanoAlert), Copernicus Services (Copernicus Land en Klimaat) en als downstream service providers.

De nieuwe productie-eenheid voor oceaankleur met hoge resolutie (HR-OC), die het bestaande Low-Resolution Ocean Colour Thematic Centre aanvult, zal zorgen voor de productie van Sentinel-2 Total Suspended Matter Turbiditeit en Chlorophyll-a datasets voor alle 6 regionale zeeën in Europa (Middellandse Zee, Zwarte Zee, Oostzee, Europees noordwestelijk continentaal plat, Iberisch-Biskaje-Ierse zeeën en de Noordelijke IJszee) over de kuststrook tot 20 km van de kust. De figuur toont een voorbeeld van het nieuwe Sentinel-2 product in vergelijking met een reeds beschikbaar Copernicus Marine Service product.

Deze nieuwe producten zullen Europese richtlijnen ondersteunen, zoals de Kaderrichtlijn Mariene Strategie, de Kaderrichtlijn Water en de Maritieme Ruimtelijke Ordening, naast een verscheidenheid aan downstream-toepassingen, waaronder offshore-activiteiten, kustmonitoring, habitatmonitoring, aquacultuur, monitoring van schadelijke algenbloei, en aanpassing aan en matiging van de gevolgen van klimaatverandering. Dergelijke producten met een hoge resolutie zullen voorzien in de behoefte van onze milieu-, maatschappelijke en economische gebruikersgemeenschappen aan marktsectoren zoals “Oceaangezondheid”, “Oceaanbeleid & -bestuur & Mitigatie” en “Kustdiensten”.

Bron: https://marine.copernicus.eu/successful-kick-off-new-copernicus-marine-high-resolution-ocean-color-service/

Beleidsbehoeften voor de oceanen en de menselijke gezondheid

Op 28 mei 2020 heeft de European Marine Board (EMB) haar beleidsinformerende nota N° 8 “Policy Needs for Oceans and Human Health” gelanceerd, die samen met het door de EU gefinancierde SOPHIE-project (Seas, Oceans and Public Health in Europe) werd opgesteld.

De gezondheid van de mens en van de oceaan zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De mens kan voordeel halen uit de oceanen en de ecosysteemdiensten, zoals voedsel en energie, maar zijn gezondheid kan ook in gevaar komen door aspecten als stormen en vervuiling. De gezondheid van de oceaan kan op zijn beurt aanzienlijk worden beïnvloed door menselijke activiteiten, en daarom moet worden gestreefd naar een evenwicht om de gezondheid van beide te waarborgen. Momenteel is er echter geen beleid op nationaal of Europees niveau dat expliciet gericht is op de link tussen oceanen en de menselijke gezondheid.

Menselijke activiteiten die invloed hebben op de oceaan hebben op hun beurt invloed op de menselijke gezondheid. Deze effecten kunnen gunstig zijn, zoals die van voedsel, hernieuwbare energie, recreatie en biomedisch onderzoek, maar kunnen ook negatief zijn, zoals die in verband met overstromingen, stormen en vervuiling. (Jacob Bentley, bentleyillustration@gmail.com)

In de beleidsinformerende nota “Policy Needs for Oceans and Human Health” wordt een overzicht gegeven van de beleidsuitdagingen bij de gezamenlijke aanpak van de gezondheid van de oceanen en de mens, en van de samenwerking en het onderzoek die nodig zijn om deze uitdagingen aan te pakken. Er wordt voorgesteld hoe het bestaande regelgevingskader kan worden aangepast om rekening te houden met de oceanen en de gezondheid van de mens. Ook worden aanbevelingen gedaan met betrekking tot gegevens en indicatoren, monitoring, financiering en opleiding.

Aanbevelingen

De beleidsinformerende nota is gebaseerd op de aanbevelingen die in de loop van het SOPHIE-project zijn gedaan en in twee projectresultaten warden gepresenteerd: de strategische onderzoeksagenda (Strategic Research Agenda) voor oceanen en de menselijke gezondheid in Europa en het beleidsrapport (policy report), waarin wordt onderzocht hoe de regelgevingsstrategieën en -instrumenten in verband met het geïntegreerde maritieme beleid van de EU zich verhouden tot oceanen en de menselijke gezondheid.

 

De overkoepelende aanbevelingen voor oceanen en de menselijke gezondheid zijn:

  • Om de ontwikkeling van een “Health (and Environment) in All Policies”-aanpak te bevorderen, moet de onderzoeksgemeenschap zich sterk maken voor een dergelijke aanpak en de huidige tekortkomingen in kaart brengen, rekening houdend met billijkheid en gelijkheid, met gebruikmaking van nationale en Europese mechanismen voor wetenschappelijk advies en beleidsherzieningen;
  • Om de menselijke gezondheid te koppelen aan het gezondheidsbeleid voor de oceanen, moeten de Europese beleidsmakers de mogelijkheden onderzoeken om het bestaande mariene beleid te herformuleren, aan te passen of te herinterpreteren om er “oceanen en de gezondheid van de mens” in op te nemen;
  • Om “marien” in te bedden in de studie en de praktijk van milieu en gezondheid, moet de “Oceans and Human Health”-gemeenschap het bewustzijn verhogen, de gemeenschap opbouwen, trainen en samenwerken met geïnteresseerde partijen;
  • Om specifieke indicatoren voor “Oceanen en de menselijke gezondheid” te ontwerpen en te implementeren, moeten onderzoekers en relevante belanghebbenden op het gebied van oceanen en de menselijke gezondheid passende indicatoren, monitoringbenaderingen en beheersinstrumenten creëren door middel van samenwerkingsprojecten en -initiatieven op alle relevante schalen;
  • Om evidence-based management in een context van “oceanen- en menselijke gezondheid” te ondersteunen, moet de onderzoeksgemeenschap specifieke gegevensstromen ontwikkelen door de behoeften aan gegevensuitwisseling, -beheer en -harmonisatie binnen de bestaande gegevenskaders te identificeren;
  • Om een geïntegreerde architectuur voor gezondheids- en milieugegevens in Europa op te bouwen, moeten de sectoren voor het beheer van mariene en terrestrische gegevens en gezondheidsgegevens samenwerken om beste praktijken en geleerde lessen uit te wisselen, voortbouwend op relevante lopende activiteiten op Europees niveau zoals de European Open Science Cloud;
  • Om een beter inzicht te krijgen in de voordelen van monitoring voor beleid dat zowel betrekking heeft op de oceaan als op de menselijke gezondheid, moet de gemeenschap in samenwerking met economen en sociale wetenschappers kosten-batenanalyses uitvoeren om de afwegingen te rechtvaardigen;
  • Om zowel de gezondheid van de oceanen als die van de mensen te beschermen, moet de gemeenschap de beleidsmakers ondersteunen bij het uitvoeren van systematische beoordelingen om te zorgen voor feedback over gegevens en indicatoren. Om te zorgen voor consistentie in heel Europa moet dit wellicht op Europees niveau worden gecoördineerd; en
  • Om de steun voor Oceanen en de menselijke gezondheid in onderzoek en sectorale en regionale samenwerkingsprogramma’s te vergroten, moeten de financiers van onderzoek het belang van Oceanen en de menselijke gezondheid erkennen en gezamenlijk, transdisciplinair onderzoek financieren dat door alle belanghebbenden mede is ontworpen.
Aanbevelingen voor “Oceanen en de menselijke gezondheid” (Jacob Bentley, bentleyillustration@gmail.com)

De beleidsinformerende nota kan hier worden gedownload. Speciaal voor deze publicatie werd ook een set cartoons gemaakt door Jacob Bentley. De volledige set met afbeeldingen kunt u hier bekomen. Een video, gemaakt door Seascape Belgium in het kader van het project ‘Seas, Oceans and Human Health in Europe (SOPHIE)’, benadrukt de noodzaak van meer onderzoek op het gebied van Oceanen en Menselijke Gezondheid, zodat we de interacties die we hebben met onze kusten, zeeën en oceanen beter kunnen begrijpen, en hoe deze interacties onze gezondheid en de gezondheid van het mariene milieu beïnvloeden. Ook wordt een groeiende gemeenschap van uiteenlopende belanghebbenden opgeroepen om samen te komen om de kennis rond de relatie tussen de gezondheid van oceanen en de mens in Europa te bevorderen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paula Kellett, Science Officer, European Marine Board, Email: pkellett@marineboard.eu

De European Marine Board (EMB) is een toonaangevende Europese denktank op het gebied van het mariene wetenschapsbeleid. EMB is een netwerk met meer dan 10.000 mariene wetenschappers en technisch personeel van de belangrijkste nationale marine/oceanografische instituten, onderzoeks-financieringsagentschappen en nationale netwerken van universiteiten uit landen in heel Europa. De Raad van Bestuur biedt een platform voor zijn ledenorganisaties om gemeenschappelijke prioriteiten te ontwikkelen, het mariene onderzoek te bevorderen en de kloof tussen wetenschap en beleid te overbruggen om toekomstige uitdagingen en kansen op het gebied van mariene wetenschap aan te gaan. De Belgische Federale Staat is in de EMB vertegenwoordigd door het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO) en in het EMB-communicatiepanel door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN).

‘Ride the wave’ en neem deel aan de #YoungOceanWaves Video- en Fotowedstrijd

Gek op de oceaan? De #EU4Ocean Coalitie lanceert de #YoungOceanWaves wedstrijd: Wat de oceaan voor mij betekent. We zijn op zoek naar coole video’s & foto’s die je band met de oceaan laten zien!

De wedstrijd #YoungOceanWaves, gepromoot door het Directoraat-Generaal Maritieme Zaken en Visserij (DG MARE) van de Europese Commissie, moedigt iedereen – vooral jongeren – aan om te laten zien wat de oceaan voor hen betekent: Prachtige kleuren en levende wezens? Plezier? Sport? Gekke of ontspannende avonturen? Lekker eten of een baan?

Doe mee aan de #YoungOceanWaves wedstrijd en laat je band met de oceaan zien!

Hoe werkt het?

De wedstrijd loopt van 14 juli tot 18 augustus 2020, middernacht.

Om deel te nemen aan de wedstrijd, volg je deze stappen:

  • Deel een (maximaal) 30 seconden durende video of een foto op je openbare Instagram-account, die laat zien wat de oceaan voor jou betekent.
  • Gebruik de vereiste hashtag #YoungOceanWaves in je post.
  • Voel je vrij om #EU4Ocean en #Youth4Ocean toe te voegen aan je bericht.
  • Wees creatief! Als je video’s maakt, voel je vrij om jezelf uit te drukken zoals je wilt: kies een onderwerp… of wees het onderwerp! Beweeg, dans, zing, speel, teken, schilder, maak collages, bouw iets op, draag een gedicht voor of treed op. Of als je een foto post, voel je vrij om filters, effecten, collages, etc. te gebruiken.

De winnaars worden gekozen door een jury die geweldige prijzen zal uitreiken!

Bekijk hieronder de regels voor deelname.

Criteria om in aanmerking te komen

  • Je moet minstens 18 jaar oud zijn en een publieke Instagram-account hebben om deel te nemen aan de wedstrijd.
  • Je kan alleen als individu deelnemen.
  • Bij het delen van je video of foto is het gebruik van de #YoungOceanWaves hashtag in je post verplicht om deel te nemen aan de wedstrijd.
  • Elke taal kan worden gebruikt in de video. Video-inzendingen die niet in het Engels worden ingezonden, moeten vergezeld gaan van ondertitels in het Engels om een breed begrip te garanderen. Foto’s die niet-Engelse tekst bevatten, moeten ook vergezeld gaan van een vertaling in het Engels.
  • Slechts één inzending is toegestaan per deelnemer. Meerdere inzendingen worden niet in aanmerking genomen.
  • Inzendingen op Instagram Stories zijn NIET toegestaan.
  • Herberichten van oudere berichten worden in aanmerking genomen zolang ze tussen 14 juli en 18 augustus 2020 worden gepubliceerd. Oudere berichten waarvoor de hashtag pas achteraf in de beschrijvingstekst is toegevoegd, worden niet beoordeeld.
  • Inzendingen maken geen inbreuk op intellectuele eigendomsrechten van derden of op beeldrechten (zie onderstaande voorwaarden).

Wedstrijdspecificaties

  1. De video mag niet langer zijn dan 30 seconden. Ingediende inzendingen met een langere lengte worden niet in aanmerking genomen. Er zijn geen specificaties voor foto’s.
  2. De video kan in elk formaat zijn (d.w.z. animatie, documentaire, muziekvideo, dynamische infographic, etc.) en u kunt kiezen uit verschillende mogelijkheden (d.w.z. een video zonder dialoog, video met eenvoudige verbale uitdrukkingen, video met een dialoog, een video met voice-over, film met ondertiteling, etc.). Dezelfde regel geldt voor de foto’s (d.w.z. met tekst, zonder tekst, etc.).
  3. In de video kan elke taal worden gebruikt. Video-inzendingen die niet in het Engels worden ingezonden, moeten vergezeld gaan van ondertitels in het Engels om een breed begrip te garanderen. Foto’s die niet-Engelse tekst bevatten, moeten ook vergezeld gaan van een vertaling in het Engels.
  4. De video mag geen ongepaste inhoud, taal of beeldmateriaal bevatten (geen geweld, racistische opmerkingen, pornografische of persoonlijke aanvallen op mensen of organisaties, enz.)  Het DG MARE-team en de jury behouden zich het recht voor om de deelnemende video’s die wij ongepast, onwettig of verwerpelijk vinden, te negeren.
  5. Auteursrechten: De video’s/foto’s die voor de wedstrijd worden gemaakt, zijn origineel werk en maken geen inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van derden, zoals auteursrechten, naburige rechten, handelsmerken of eventuele privacy- en beeldrechten. Maak geen foto’s van privépersonen zonder hun toestemming. Kinderen mogen niet herkenbaar zijn op de foto. Op verschillende sites is gratis muziek beschikbaar voor uw video en u dient iets te gebruiken waarop geen copyright rust (Gratis muziek en geluidseffecten voor uw video van YouTube). Veel websites bieden goedkope en gratis stock footage aan die u kunt gebruiken voor uw video (www.pexels.com; www.pixabay.com).
  6. Als uw video/foto wordt geselecteerd voor prijzen, wordt u gevraagd een online formulier in te vullen om a) toestemming te geven om uw naam, bijdrage, biografie en foto op de website van het Maritieme Forum en andere online kanalen van de Europese Commissie te plaatsen, evenals op de online kanalen van de projectpartners* die de wedstrijd beheren, en b) te bevestigen dat uw werk geen inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van derden of op de beeldrechten. Als u het formulier niet invult, wordt u uitgesloten van de wedstrijd.
  7. Door deel te nemen aan de wedstrijd geeft u ook toestemming aan de Europese Commissie om uw foto’s/video’s te gebruiken voor hun eigen publiciteitsdoeleinden en communicatie.
  8. De organisator behoudt zich het recht voor om de prijzen van de wedstrijd te wijzigen of te vervangen en/of het reglement van de wedstrijd te wijzigen indien nodig, zonder voorafgaande kennisgeving.

Voorwaarden

Gedetailleerde voorwaarden zijn HIER te vinden. Lees ze aandachtig door.

Gunningscriteria

Video’s en foto’s worden door meerdere jury’s beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • Berichtinhoud (Focus op uw verbinding met de oceaan)
  • Creativiteit & originaliteit: Wees origineel, innovatief, inspirerend, innemend, geestig
  • Videografische interesse en kwaliteit: de verscheidenheid aan opnamen, camerahoeken, geluidseffecten, adequaat zoomen, belichting, locatie, de volgorde van de opnamen, geluids- en beeldkwaliteit
  • Taalgebruik: zorg voor grammatica, spelling en duidelijke formulering van berichten. Elke taal is toegestaan, mits Engelse ondertiteling in de video is geïntegreerd en tekst in het Engels in de foto is opgenomen.

Tijdlijn

  • 14 juli – 18 augustus: wedstrijd loopt
  • 19-20 augustus: 1e voorselectie
  • 24-27 augustus: 2e voorselectie door interne jury
  • 1-3 september: selectie van de winnaars van de finale jury
  • 7-10 september: er wordt contact opgenomen met de winnaars en de inzendingen worden verzameld
  • rond 15 september: Briefing van de winnaars
  • 24 september: Prijsuitreiding aan de winnaars en vertoning van video’s/foto’s tijdens de online workshop van de EU4Ocean Coalitie

Selectie en Jury

  • 1e selectie: Een eerste screening van de inzendingen zal worden uitgevoerd door het interne team van het EU4Ocean project. Deze selectie diskwalificeert de inzendingen die niet voldoen aan de criteria om in aanmerking te komen en aan de minimale gunningscriteria.
  • 2de selectie: Een shortlist van de 20 beste foto’s en video’s zal worden gemaakt door een interne jury bestaande uit leden van het EU4Ocean project.
  • Definitieve selectie: 3 winnaars en 7 finalisten worden geselecteerd door een jury van hoog niveau (beschrijving van de juryleden)

Prijzen

Winnende video’s/foto’s worden op de website van het Youth4Ocean Forum geplaatst, worden beloond op het virtuele evenement dat op 24 – 25 september plaatsvindt en ontvangen een certificaat.

1e prijs: Een GoPro-camera

2de prijs: Een 1-jarig online abonnement op National Geographic

3de prijs: Goodie bag van het Nausicaā Centre National de la Mer aquarium

Van de 4e tot de 10e plaats: Deelnemers winnen een waardebon van 20€

Contacten

Communicatie: Controleer regelmatig uw Instagram-berichtenbox. Als u wint, nemen wij contact met u op via een privébericht. (Opmerking: Als iemand die u niet volgt u een bericht stuurt, zal dat bericht in uw inbox verschijnen als een verzoek. Om het bericht te accepteren of af te wijzen, veegt u naar links (iOS) of tikt u op het bericht en houdt u het vast (Android).

U kunt ons altijd bereiken met vragen: youngoceanwaves@ecologic.eu

Stuur een bericht of voeg een opmerking toe

*EU4Ocean is een door de Europese Commissie gefinancierd project dat wordt uitgevoerd door een consortium van 12 partners in heel Europa: ACTeon (coördinator, Frankrijk), Seascape Belgium (secretariaat van het Europees marien observatie- en datanetwerk en de Europese Atlas van de Zee, België), de Europese Raad voor de Zeevaart (EMB, België), Nausicaá-Nationaal Zeecentrum (Frankrijk), het Wereldoceaannetwerk (WON, Frankrijk), Ciência Viva (Portugal), de European Marine Science Educators Association (EMSEA, België), het Ecologic Institute (Duitsland), het European Centre for Information on Marine Science and Technology (EurOcean, Portugal), het Secretariat of Submariners (S. Pro, Duitsland), MARE Nostrum (Roemenië), European Schoolnet (België), en Farah Obaidullah (Independent Ocean Advocate & Founder Women4Oceans, Nederland).

Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen is stichtend lid van het EU4Ocean Platform, een van de drie belangrijkste onderdelen van de EU4Ocean-coalitie.

Verzoenen van bevolking en biodiversiteit van het Manyarameer, Tanzania

Het stroomgebied van het Manyarameer is een biodiversiteitshotspot die ook economisch belangrijk is voor de lokale voedselvoorziening en het toerisme. Verschillende partijen (lokale gebruikers, natuurbeschermers, politici) hebben verschillende belangen, wat leidt tot zowel ecosysteem-bedreigingen als sociale kwesties in verband met land- en watergebruik. De beheerbelangen komen aan bod in een studie onder leiding van Luc Janssens de Bisthoven (CEBioS, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) in het kader van het MAB-programma (Mens en Biosfeer) van de UNESCO, dat gericht is op de duurzame ontwikkeling van gevoelige gebieden. Watergebruik en -verdeling, participatie van alle betrokken partijen en bestuur werden geïdentificeerd als belangrijke prioriteiten die moeten worden ontwikkeld om te evolueren naar een beheer dat gedeeld wordt door alle betrokken partijen en een positieve impact heeft op de duurzame ontwikkeling van het stroomgebied van het Manyarameer.

‘Lake Manyara Workshop’ met alle betrokken partijen © KBIN/CEBioS

Het Manyarameer is een ondiep zout meer met een variërend oppervlak (maximaal 480 km2) in het hart van het Lake Manyara UNESCO Biosphere Reserve in de Noordelijke Tanzaniaanse Riftvallei. Het ligt in een gesloten bassin zonder natuurlijke afvoer, dat gevoed wordt door 9 rivieren. Het Lake Manyara National Park is een bekende hotspot van biodiversiteit. Als thuisbasis van meer dan 390 vogelsoorten is het geklasseerd als belangrijk vogelgebied (Important Bird Area). Ongeveer 200 zoogdiersoorten komen in het park voor, en de wateren herbergen een lijst van bedreigde vissoorten.

Het observateren van de natuurlijke diversiteit kan hier hotspot gecombineerd worden met bezoeken aan de iconische pastorale gemeenschappen van de Masai. Het is dan ook geen verrassing dat het Lake Manyara National Park deel uitmaakt van het beroemde ‘Noordelijke safaricircuit’ dat elk jaar vele toeristen aantrekt en zo bijdraagt aan de economische ontwikkeling van de regio.

Malachietijsvogel, Lake Manyara National Park © KBIN/CEBioS

De Manyara-managementuitdaging

Het beheer van het Manyarameer is een uitdaging, aangezien het ook een epicentrum van menselijke activiteit is. Ongeveer 18 000 inwoners (volkstelling van 2015) leven rond het meer en zijn er afhankelijk van. Het meer zelf wordt gebruikt voor de visserij, het noorden en de kloof ten zuiden worden gekenmerkt door irrigatielandbouw, de hoogvlakten in het hele stroomgebied worden door verschillende etniciteiten gebruikt voor regenlandbouw, en de drogere savannes worden gebruikt voor het grazen van vee (voornamelijk door Masai). Hoewel het Manyarameer dus cruciaal is voor de regio, is gebleken dat het te lijden heeft onder problemen van sociale, economische en ecologische aard, zoals een dalend waterpeil, erosie en water- en landconflicten.

De waargenomen problemen beïnvloeden zowel de biodiversiteit (bv. massale sterfte van flamingo’s en andere soorten die afhankelijk zijn van het meer) als de sociale en economische situatie. Hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel waarin waterconflicten tussen bestaansgroepen en tussen mens en dier toenemen en de inkomsten van het toerisme daarop ook afnemen. Dit beïnvloedt op zijn beurt de tolerantie van de lokale bevolking ten aanzien van natuurbeschermingsinitiatieven.

Brainstorm tijdens een ‘Lake Manyara Workshop’ met alle betrokken partijen © KBIN/CEBioS

Problemen en oplossingen

De uitdaging voor wetenschappers en managers ligt in het verzoenen van de behoeften van de lokale bevolking met de noodzaak om de biodiversiteit te beschermen. Het onderzoek dat werd uitgevoerd om de belangrijkste acties voor de ontwikkeling van het Manyara-bekken te identificeren, suggereert een unieke meervoudige en multifocale aanpak. Dit was het resultaat van twee participatieve workshops in december 2015 en 2016, waaraan 40 deelnemers en 13 structuren uit verschillende wetenschappelijke disciplines, ngo’s, lokale gebruikersgroepen en beheerders deelnamen. De deelnemers identificeerden samen 12 thema’s die moeten worden aangepakt: demografische factoren, verzilting, erosie, opdroging van rivieren, ontbossing, vernietiging van waterbronnen, menselijke activiteiten in de buurt van het meer, het opvangen van water voordat het water het meer bereikt, zware regenval die erosie veroorzaakt, verdamping, vertrapping en begrazing. Vervolgens werd een beslissingsondersteunend systeem in dienst van een geïntegreerd beheersplan voorgesteld. De resultaten zijn in april 2020 gepubliceerd in het Journal of Environmental Management.

Gezamenlijk beheer en bescherming

Uit de analyse bleek dat watergebruik en -verdeling, participatie van alle betrokken partijen en bestuur de aspecten zijn die prioriteit moeten krijgen. Het feit dat er geen specifiek waterschap Manyara is en dat het stroomgebied van Manyara door verschillende overheden (met verschillende ruimtelijke en functionele schalen) wordt beheerd, leidt tot discrepanties in de beheer-mogelijkheden. Dit laat de deur open voor een grijze zone van interpretatie en handhaving en kan leiden tot corruptie en conflicten over landgebruik.

“Onze studie heeft tot doel een continue impuls te geven om alle partijen aan te moedigen een geschikt nationaal en internationaal beleid te voeren en de nodige middelen te mobiliseren. Dit moet gebeuren in een context van vertrouwen of ‘eerlijke verdediging’ om een beslissings-ondersteunend systeem te ontwikkelen met een holistische en transformatieve visie”, stelt Luc Janssens de Bisthoven, hoofdauteur van het artikel en coördinator van het CEBioS-programma (Capaciteiten voor Biodiversiteit en Duurzame Ontwikkeling) van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. “Dit is de enige weg naar een beheer dat gedeeld wordt door alle betrokken partijen en een positieve invloed heeft op de duurzame ontwikkeling van het stroomgebied van het Manyarameer”.

Nijlpaard, Lake Manyara National Park © KBIN/CEBioS

Het artikel over de sociaal-economische situatie van het Lake Manyara Biosphere Reserve in Journal of Environmental Management is het resultaat van een door VLIR-UOS gefinancierd Noord-Zuid-project, gepromoot door Prof. Luc Brendonck (KU Leuven) en medegepromoot door Luc Janssens de Bisthoven (CEBioS), en deel van de door BELSPO gefinancierde EVAMAB-activiteiten ter ondersteuning van het UNESCO Man and the Biosphere Programme. Ook onderzoekers van onder meer UHasselt en de Open University of the Netherlands werkten mee aan de studie.